Vertrouwen in banken daalt, inflatie stijgt: de gevolgen van het SVB-debacle

Monetair beleid Na de val van Silicon Valley Bank denken beleggers dat centrale banken de rente minder snel gaan verhogen. Komt inflatiebestrijding dan op het tweede plan te staan?

Klanten stonden maandag in de rij bij vestigingen van SVB om hun tegoeden op te nemen, zoals hier in Wellesley, Massachusetts.
Klanten stonden maandag in de rij bij vestigingen van SVB om hun tegoeden op te nemen, zoals hier in Wellesley, Massachusetts. Foto Brian Snyder/Reuters

De val van Silicon Valley Bank, een middelgrote bank gevestigd in het Californische Santa Clara, voltrok zich de afgelopen dagen geografisch en gevoelsmatig ver weg. Maar de impact ervan reikt ook ver – tot in Europa. Het Amerikaanse bankendrama heeft een mogelijk effect dat je daar niet direct mee zou associëren: hogere inflatie, niet alleen voor Amerikaanse, maar ook voor Europese consumenten.

Dat zit zo. De Amerikaanse en Europese centrale banken voeren een verwoede strijd tegen de inflatie, die hardnekkig blijkt – 6 procent in de VS, 8,5 procent in de eurozone. Hun middel daartegen: verhogen van de rente. Dan gaan de leenkosten voor consumenten en bedrijven omhoog, wat consumptie en investeringen drukt – en dit moet uiteindelijk de prijsstijgingen temperen. Op de financiële markten werd de laatste weken gespeculeerd op verdere, forsere renteverhogingen, door zowel de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) als de Europese Centrale Bank.

Tót de val van SVB, en de maatregelen van de Amerikaanse autoriteiten afgelopen weekend om ‘besmetting’ van andere banken te voorkomen. Alle klanten van SVB kregen hun tegoeden volledig vergoed en de Fed schiep een nieuw fonds voor andere banken die in de problemen komen.

Beleggers verlaagden hun verwachtingen van renteverhogingen abrupt. Ze leken te denken dat centrale banken voorkomen van nieuwe onrust, zoals die bij SVB ontstond, belangrijker vinden dan inflatiebestrijding.

Razendsnel daalden op de financiële markten de rentes op kortlopende staatsleningen, die nauw verbonden zijn met de officiële rentes van centrale banken. De rente op tweejarige Duitse leningen, leidend voor de eurozone, ging van 3,3 procent donderdag naar 2,7 procent op maandag en daalden woensdag door naar 2,58 procent. In de VS ging de rente op tweejarige staatsleningen zelfs van 5,1 naar 4 procent. Daarbij belandden beide tarieven ver onder de officiële rentes van de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve. Dinsdag veerden de marktrentes weer wat omhoog, maar ze bleven onder de officiële tarieven.

Verslaafd aan lage rente

Of beleggers gelijk hebben dat de centrale banken het tempo van renteverhogingen terugschroeven, wordt snel duidelijk. Deze donderdag vergadert de ECB, volgende week woensdag de Fed.

Waarom centrale banken reageren op het SVB-debacle met minder renteverhogingen? Omdat die bank juist in de problemen was gekomen door de Fed-renteverhogingen van de afgelopen tijd. SVB had daar slecht op ingespeeld; de Amerikaanse staatsobligaties op zijn balans waren in hoog tempo minder waard geworden. Obligaties met een vaste rente worden namelijk minder waard als de marktrente stijgt. Beleggers kunnen immers elders meer rente (rendement) krijgen.

Soortgelijke problemen kunnen zich voordoen bij andere banken. In de VS, en mogelijk ook in Europa. De ECB let altijd scherp op wat de Fed doet.

De afgelopen maanden leefde breed de verwachting dat de scherp oplopende rente ergens in het financiële circuit voor ongelukken zou gaan zorgen. De financiële wereld is de afgelopen jaren gewend – om niet te zeggen: verslaafd – geraakt aan ultralage rentes die de langdurig juist heel láge inflatie moesten opkrikken, en die de economie tijdens de pandemie een zet moesten geven. Nu is het zover: er ís een ongeluk gebeurd door de stijgende rente. De reflex van de Amerikaanse autoriteiten tijdens het afgelopen crisisweekend was: pas op, we moeten een megacrisis, zoals in 2008, zien te voorkomen.

De reflex van de Amerikaanse autoriteiten was: pas op, we moeten een megacrisis zoals in 2008 zien te voorkomen

Financiële stabiliteit vóór prijsstabiliteit, dus? Deze donderdag zullen beleggers uit de uitlatingen van ECB-president Christine Lagarde proberen af te lezen of haar bank het tempo van renteverhogingen inderdaad zal drukken. Een renteverhoging van 0,5 procentpunt geldt voor donderdag als vrijwel zeker. Maar mogelijk schroeft Lagarde de verwachtingen over rentebesluiten bij de vergaderingen in mei en daarna terug.

De regering-Biden maakte zondag bekend bij te springen om de tegoeden van SVB te garanderen.

Foto Chris Kleponis/EPA

Gegijzeld door durfkapitalisten

De Fed vergadert volgende week woensdag. De Amerikaanse centrale bank voedde de afgelopen dagen zelf speculatie dat zij de stabiliteit van het financiële systeem op de eerste plaats stelt. Niet alleen werden alle gelden van SVB-rekeninghouders vergoed uit het door banken gefinancierde Amerikaanse depositogarantiefonds, óók die boven de wettelijke grens van 250.000 dollar, maar de Fed lanceerde bovendien een nieuw programma, het Bank Term Funding Program, voor andere banken. Dit BTFP moet ervoor zorgen dat zij altijd genoeg liquiditeit hebben om klanten uit te betalen. Komen banken in financiële nood, dan kunnen ze lenen tegen gunstige voorwaarden. Als onderpand kunnen ze staatsobligaties aanbieden tegen de oorspronkelijke waarde, dus niet tegen de huidige, fors lagere marktprijzen.

In feite gaat de Fed hiermee tegen het eigen anti-inflatiebeleid in. Banken krijgen enerzijds te maken met renteverhogingen die de kredietverlening moeten beteugelen. Anderzijds wordt hun die kredietverlening (in tijden van nood) met het nieuwe program mákkelijker gemaakt.

Dit voedt onder analisten de verdenking van wat in monetair jargon financial dominance heet: inflatiebestrijding – hoofdtaak van centrale banken – raakt ondergeschikt aan de belangen van de financiële sector. Olivier Blanchard, voormalig hoofdeconoom van het Internationaal Monetair Fonds, twitterde: „Komt de financial dominance terug? Lagere rentes, langer durende inflatie?”

Economisch historicus Adam Tooze muntte in zijn nieuwsbrief Chartbook de term venture dominance, omdat bij SVB vooral venture capital, durfkapitaal, werd gered. Techinvesteerders lobbyden in de hectische dagen rond de val van SVB voor volledige compensatie van de klanten van de bank – vooral techfirma’s, waarin die durfkapitalisten hadden geïnvesteerd. Ze wezen de Amerikaanse autoriteiten op het belang van de tech-economie, ook omdat de VS in een geopolitieke strijd met China zijn verwikkeld, zo blijkt uit een reconstructie van zakenkrant de Financial Times. Kortom, suggereert Tooze, centrale banken zijn in dit geval gegijzeld door durfkapitalisten.

Lees ook: SVB reageert niet meer: ‘Haal je geld weg! Haal je geld weg!’

Of die conclusie gerechtvaardigd is, kan de komende tijd blijken. Vóór pleit dat de genereuze reddingsactie voor SVB-klanten in wezen hun risicobewustzijn sterk heeft verminderd. Een kettingreactie in de bancaire sector is voorkomen. Maar dat lukte alleen door de krijsende kleuter op de vloer van de supermarkt alsnog zijn snoep te geven – als-ie maar stopte zich te misdragen.

Dat geldt ook in groter verband: SVB is nog wel op te vangen, maar wat als een grotere bank wankelt? Het kan een reden zijn de rente niet zo ver op te schroeven dat meer banken in de problemen komen.

Bankaandelen in het rood

Daar komt bij: aandelen van banken hervatten woensdag hun daling. ING, de belangrijkste Nederlandse bank, was woensdagmiddag al meer dan 8 procent gekelderd en staat daarmee bijna een zesde lager dan nog maar een week geleden. In de rest van Europa is het weinig anders. Het Zwitserse Credit Suisse kelderde zelfs met 17 procent. Het vertrouwen in banken blijkt erg wankel.

Daartegenover staat het inflatieprobleem dat centrale banken proberen te bestrijden. Dinsdag kwamen nieuwe cijfers naar buiten over de Amerikaanse inflatie in februari. Die daalde keurig van 6,4 procent naar 6 procent – nog steeds hoog. Maar de kerninflatie, zonder voeding en energie, waar centrale banken vooral naar kijken, bleef hardnekkig. Van maand op maand steeg die met 0,5 procent, en met 5,5 procent op jaarbasis. Dat was méér dan verwacht.

Frankrijk publiceerde woensdag zijn laatste lezing van de inflatie in februari, die niet van 7 procent naar 7,2 procent bleek te zijn gestegen, maar naar 7,3 procent.

Veel ruimte om het rustiger aan te doen met rentestijgingen lijkt er dan ook niet. Toch heeft de SVB-zaak misschien, via een andere weg, invloed op de centrale bankiers: in de VS, zo merken economen van ING op, worden banken voorzichtiger, en worden de voorwaarden voor kredietverlening dan ook strikter. Dat heeft macro-economisch een effect dat vergelijkbaar is met renteverhoging: minder makkelijk krediet, en dus een rem op de bedrijvigheid, die de inflatie op zijn beurt weer kan dempen.

Zo heeft de SVB-kwestie een extra dimensie toegevoegd aan een toch al razend ingewikkeld doolhof. Hoe de centrale bankiers zich hier donderdag en volgende week uit gaan redden? De financiële markten kijken toe, in de wetenschap dat zij altijd al deel waren van de oplossing, maar nu ook van het probleem.

Lees verder…….