‘Van ons leven maak je zó een Netflix-serie’

Spitsuur Paula Bouwer (63) werd de dupe van de Toeslagenaffaire. Joost Allein Richir (63) werkt bij de Belastingdienst. Ze hebben een jaar een relatie. Paula: „Dat kan nooit wat worden, dacht ik. Hij werkt bij mijn grootste vijand!”

Foto’s David Galjaard

Paula: „Twee jaar geleden zat ik hier, aan deze keukentafel, met een makelaar. Het was het dieptepunt van mijn crisissituatie, begonnen vanaf 2007: ik had zakelijk grote schulden en moest 40.000 euro kinderopvangtoeslag terugbetalen. Dat laatste kwam waarschijnlijk – we weten het niet zeker – doordat mijn jongste zoon een Curaçaose achternaam heeft. Intussen had ik nauwelijks contact meer met mijn kinderen omdat ik altijd aan het werk was, en moest ik uiteindelijk mijn café met bed & breakfast sluiten. In een laatste poging mijn maandlasten omlaag te krijgen, bekeek ik met de makelaar of ik mijn woonhuis kon verkopen. Totdat midden in het gesprek de telefoon ging: de Belastingdienst. Ze vertelden dat ik officieel was aangemerkt als gedupeerde van de Toeslagenaffaire en binnen een paar weken 30.000 euro op mijn rekening zou krijgen. Dat was een enorm moment. O, sorry hoor, ik word er weer emotioneel van. Dat het allemaal niet aan mij lag, dat ik ten onrechte op een fraudelijst had gestaan… In eerste instantie was ik ongelooflijk blij, daarna kwam pas de echte klap. Dat mensen bewust zó wreed kunnen zijn; dat kan ik me nog steeds niet voorstellen.”

Joost: „Mijn verhaal komt van een heel andere kant. Ik heb een belastinghart, altijd al gehad. Ik ben jurist en heb bijna 36 jaar bij de Belastingdienst gewerkt. De laatste vijftien jaar was ik klachtencoördinator bij de Douane en kwam ik veel met burgers in aanraking. Het was mijn drijfveer om mensen eerlijk te behandelen en onrecht te bestrijden. Maar in dossiers die nu naar buiten komen door de Toeslagenaffaire, zie ik dat het heel erg mis is gegaan. Als klachtencoördinator heb ik daar ook tegen proberen op te treden – zover als in mijn macht lag. Maar al met al is dat onvoldoende geweest. Daar komt wel een gevoel van schaamte bij kijken. Ik zie wat de gevolgen zijn van het niet integer handelen van medewerkers, van collega’s. Zij hebben mensen bewust en onterecht op een fraudelijst gezet en de bronnen daarvan ook nog eens onvindbaar gemaakt. Dat vind ik heel erg kwalijk.”

Paula: „Ik leerde Joost kennen via een datingsite. Ik zei in mijn profieltekstje dat ik iemand zocht die lekker Indisch voor me kon koken. Daar reageerde Joost op – maar dat kon nooit wat worden, dacht ik. Hij werkt bij mijn grootste vijand! Maar hij bleef maar berichtjes sturen, onder meer een hoop gepubliceerde artikelen die ik kon gebruiken voor mijn stichting, die strijdt voor gedupeerden van de Toeslagenaffaire. Na een jaar dacht ik: ik moet toch maar eens langs om hem te bedanken. Toen bleek hij er helemaal hetzelfde in te staan als ik. Hij strijdt ook tegen de Belastingdienst, maar dan van binnenuit. Nu hebben we al een jaar een relatie.”

Joost: „Voor mij was de grootste klik ons gezamenlijk Indisch verleden. Mijn ouders zijn in 1956 naar Nederland gekomen uit – toen nog – Nederlands-Indië. Paula’s moeder, opa, oma en oom hebben in het jappenkamp gezeten. Als Indo moet je altijd vertellen wat dat voor impact heeft op je leven – het opgroeien tussen trauma’s. Dat hoefde bij Paula niet. Bij haar voel ik een veilige basis. Dat was voor mij nog belangrijker dan onze strijd tegen het onrecht.”

Lees verder…….