Twee diehard skateliefhebbers veroveren de wereld met hun streetwearmerk

Ric van Rest (links) en Peter Kolks, oprichters van Pop Trading Company: „Op het lanceringsfeest stonden mensen in de rij om ons te ontmoeten.”


Foto Lin Woldendorp

Interview

Oprichters Pop Trading Company Het Nederlandse streetwearmerk Pop Trading Company heeft succes van hier tot Tokio. Voor de oprichters is het samenbrengen van de skate-community nog steeds het belangrijkst.

Ric van Rest (34) en Peter Kolks (38) waren net geland in Tokio en onderweg naar hun hotel, toen ze opeens op zeven kolossale schermen de reclamecampagne voor hun collectie in samenwerking met het Britse modehuis Burberry – de reden van hun bezoek aan Japan – voorbij zagen komen. Op de Shibuya Crossing, het drukste kruispunt ter wereld. „Bizar”, zegt Van Rest, weer thuis in Amsterdam. „Net als de rest van de trip. We werden behandeld als sterren. Op het lanceringsfeest stonden mensen in de rij om ons te ontmoeten. Twee meisjes die goud en brons hadden gewonnen met skateboarden op de Olympische Spelen, een Japanse soapster met 5 miljoen volgers op Instagram.” Handen schudden, een praatje maken, op de foto – en door naar de volgende. Peter Kolks: „Een dag later stonden we opeens met onze koppen op het Instagram-account van de Japanse Vogue.”

Dat is eigenlijk niks voor de oprichters van skatemerk Pop Trading Company, die zich het comfortabelst voelen op de achtergrond. Op de website van ‘Pop’, zoals ze het meestal noemen, zijn hun namen nergens te vinden en wie de meer dan tweeduizend foto’s op hun Instagram-account doorploegt, komt ze precies één keer tegen: op een groepsfoto. Kolks is de prater van het stel, Van Rest geeft normaal geen interviews („Ik heb gewoon geen behoefte om mijn naam overal te zien staan”).

Oude loods

Pop Trading Company houdt kantoor in een grote, oude loods in Amsterdam-Noord, omringd door hippe restaurants als Corner Store en Klaproos. Tegen de muren staan metershoge stellages met dozen vol kleding. Kolks en Van Rest hebben zeven vaste medewerkers en werken daarnaast met een handvol freelancers. Hun collecties hangen in meer dan honderd winkels verspreid over de hele wereld, met het Verenigd Koninkrijk en Japan als grootste markten. Sinds 2018 hebben ze een eigen winkel op de Amsterdamse Wallen.

Allebei komen ze uit een dorp in het oosten van het land: Ric van Rest uit Dieren, Peter Kolks uit Silvolde. Twee diehard skateliefhebbers, die van jongs af aan elke vrije minuut op een skateboard doorbrachten. Van Rest kocht zijn eerste skateboard op zijn tiende, samen met zijn moeder bij Gsus, de Arnhemse skateshop die later uitgroeide tot een internationaal kledingmerk. „Dat was toen een heel coole winkel waar ze de beste skateboardmerken importeerden en ook vinyl verkochten”, zegt hij. „Ik keek op tegen de jongens die daar werkten en kocht de skateboardvideo’s die zij me aanraadden.” Videobanden waarop bekende skaters hun nieuwste trucs lieten zien, Van Rest en Kolks hadden er stápels van. „Als het regende en je niet kon skaten, ging je binnen honderd keer dezelfde video’s kijken. Daar haalden we onze inspiratie uit voor nieuwe skatetrucs, maar ook voor kleding en muziek.” Mode speelt een grote rol in de skatewereld. „Het draagt bij aan je eigen stijl, en een eigen stijl is heel belangrijk”, zegt Van Rest. „Je kunt een heel moeilijke truc doen, maar als die niet stylish wordt uitgevoerd, dan heeft het minder waarde dan een makkelijke truc die met veel stijl wordt uitgevoerd.”

Als het regende en je niet kon skaten, ging je binnen honderd keer dezelfde skatevideo’s kijken

Ric van Rest en Peter Kolks

Kolks spaarde voor een FC Milan-voetbalshirt omdat zijn favoriete skater, Amerikaan Gino Iannucci, er ook een droeg. Van Rest: „Toen ik een jaar of dertien was vond ik Chad Muska supervet, een Amerikaanse skater die heel erg over de top was. Hij had altijd een boombox op zijn schouder en een basketbalshirt aan. Toen heb ik natuurlijk ook een basketbalshirt gekocht.” Als hij een kledingstuk wilde dat hij niet kon betalen, maakte zijn moeder het voor hem na.

Kolks skate nog af en toe, Van Rest moest stoppen nadat hij op zijn zeventiende zijn knie had gebroken. Ze leerden elkaar kennen in Frisco, een skatewinkel in Arnhem waar Kolks manager was en waar Van Rest als vaste klant elke week kwam als het koopavond was. „Het was een klassieke skateshop waar je kon hangen en je vrienden tegenkwam”, zegt van Rest. „Ik bleef er elke donderdag avondeten. En als het druk was hielp ik Peter.” Later ging hij er ook werken.

Groothandel

Kolks rondde een mbo-opleiding groothandel af. Van Rest maakte z’n middelbare school nooit af. Ze werkten allebei jarenlang bij skatewinkels; eerst als verkopers, later als managers en inkopers. Pop Trading Company richtten ze op in 2013, toen ze in de Benelux de distributie gingen doen voor een aantal nieuwe skatemerken, waaronder Palace. „We waren toen dus ook echt een trading company”, zegt Kolks. Het woord Pop kozen ze omdat het in veel talen goed klinkt. „En het betekent springen met je skateboard. Als je een nieuw board hebt, heeft het veel ‘pop’ en kun je hoger springen. We hadden in Arnhem een superklein hokje dat we als kantoor gebruikten. Daar kwamen we elke maandagavond samen, na ons werk in skatewinkels.”

Nog voor ze hun eigen modelijn begonnen, richtten ze het Pop Skate Team op, waar gemiddeld zo’n twintig Nederlandse skaters deel van uitmaken. Die geven ze kleding cadeau – eerst nog van de merken die ze vertegenwoordigden – en ze nemen hen mee op reisjes naar Europese steden om skatevideo’s te maken, die ze uitbrengen op de site van het beroemde Amerikaanse skatemagazine Thrasher. Eén van de skaters, Noah Bunink, hield er een modellencontract aan over.

De eerste eigen collectie (voor najaar 2016) werd gemaakt met hulp van bevriend ontwerper Gino Hanssens, die inmiddels ‘head of design’ is. De belangrijkste skatewinkels van Europa hapten meteen toe. Kolks: „Slam City Skates in Londen, Streetmachine in Kopenhagen, Lockwood in Antwerpen – dat netwerk hadden we dankzij ons distributiewerk al. En de winkel van [skatemerk] Supreme in Parijs, daar stond maar één rekje met kleding van andere merken, dus het was heel speciaal dat wij daar tussen hingen.”

Passieproject

Van Rest: „De meeste skatemerken verkochten standaard-T-shirts van Fruit of the Loom of Gildan met een eigen opdruk. Dus wij begonnen met T-shirts van zwaar katoen, met dubbele stiksels op de mouw, zodat ze er meteen uitsprongen in de vaak nogal volle rekken in skatewinkels.” „We wilden een meer grown-up skatemerk zijn”, zegt Kolks. „Dat is ook gewoon onze persoonlijke smaak, we houden ook van luxere mannenmode.” Typisch Pop: een klassiek skate-jasje uit de jaren negentig (kort, met klepzakken, meestal uitgevoerd in stug katoen), maar dan gemaakt van Harris Tweed. Of een wijde skatebroek met zakken, uitgevoerd in luxe velours.

Het eerste jaar waren de bestellingen nog niet groot genoeg om aan de minimale aantallen te komen die ze van hun Portugese fabriek moesten afnemen. „Dus we kochten zelf ook een hoop kleren in, die we vervolgens uitdeelden aan ons team en andere mensen in onze community. Mijn vader, die onze boekhouding deed, vond dat gestoord. Hij begreep ook niet waarom we zo veel in video’s en events investeerden. Maar dat maakte ons niets uit. We verdienden ons geld nog met werken in winkels, dit was een passieproject.”

Het werd serieus toen ze werden voorgesteld aan Greg Hewitt, die vanuit Parijs mannenmodemerken in het middensegment vertegenwoordigt en dat ook voor Pop Trading Company wilde doen. „Maar dan moesten we wel elk half jaar naar Paris Fashion Week komen”, zegt Van Rest. „Er waren helemaal geen andere skatemerken die daaraan meededen, dus we moesten er even over nadenken.” Ze zeiden ja, maar besloten elk seizoen hun hele skateteam mee naar Parijs te nemen, zodat ze er meteen nieuwe foto’s en video’s konden maken. „Overdag praten we in de showroom met inkopers van chique winkels, ’s avonds drinken we biertjes op straat met het skateteam.” Ze organiseren elk seizoen een feestje waarvoor de hele Parijse skatescene uitgenodigd wordt. „Het samenbrengen van de skate-community is nog steeds het belangrijkst”, zegt Kolks.

Piepklein logootje

Tijdens hun eerste seizoen in Parijs hapte meteen high-end mannenmodewebshop Mrporter.com toe, waar ze in het najaar van 2017 een exclusieve mini-collectie uitbrachten. Van Rest: „Stonden we op hun website in de lijst met merken tussen Polo Ralph Lauren en Prada.”

Dat snelle succes is deels te danken aan het netwerk van showroombaas Greg Hewitt, zegt Kolks. „Hij kent echt iedereen in de Londense modescene. Hij was laatst nog getuige op de bruiloft van de hoofd-inkoper van Mrporter.com.”

Ric van Rest (links) en Peter Kolks

Pop begon op het moment dat streetwear een steeds belangrijkere inspiratiebron werd voor grote modehuizen. Die werken nog altijd graag samen met streetwearmerken om te laten zien dat ze weten wat er speelt onder jonge mensen. Zo kwam Burberry ook bij Pop terecht. Het modehuis had recentelijk gebroken met z’n lokale licentiepartner – die jarenlang eigen collecties maakte voor de Japanse markt – en het heft weer in eigen handen genomen. „Ze wilden verjongen”, zegt Van Rest. „Omdat wij het goed doen in Japan, vroegen ze ons.”

Het team van Burberry liet ons compleet ons eigen ding doen

Peter Kolks

Het duo is drie keer naar het Londense hoofdkantoor van Burberry geweest. Creatief directeur Riccardo Tisci hebben ze niet ontmoet. Kolks: „We werkten met zijn designteam, maar hij heeft wel alles goedgekeurd. Er was één piepklein logootje dat hij uiteindelijk wilde aanpassen, verder had hij nergens commentaar op. Zijn team was fijn om mee te werken, ze lieten ons compleet ons eigen ding doen.” Het duo ontwierp ondermeer een blurry variant van Burberry’s beroemde ruit, geïnspireerd op nachtfoto’s van de Japanse skatecultuur – in Tokio is skaten overdag verboden. Burberry bracht de collectie behalve in Japan ook in China en heel Europa uit.

Geborduurde Nijntjes

Pop doet meer collabs. Ze ontwierpen schoenen met Converse, Camper, Adidas en New Balance, en kleding met Carhartt WIP en het Japanse Minotaur. Ze werkten ook met onverwachtere kandidaten als illustrator Joost Swarte (bekend van zijn The New Yorker-covers) en al meerdere keren met de erven van Dick Bruna. Dat resulteerde in bijvoorbeeld een corduroy skatebroek met kleine, geborduurde Nijntjes en T-shirts waarop het konijn uit de ‘O’ van het Pop-logo kruipt. Collecties die in Japan, waar ‘Miffy’ ongekend populair is, steeds razendsnel uitverkocht zijn.

Eind september komt de eerstvolgende collab uit: drie paar schoenen in samenwerking met skateschoenenmerk Vans. De huidige najaarscollectie bevat prints die gemaakt zijn door kunstenaar Rop van Mierlo, die met waterverf logo’s van hun favoriete skatemerken uit de jaren negentig heeft nageschilderd – het type nerdy skate-referentie dat in bijna elke Pop-collectie terugkomt.

Van Mierlo kennen ze nog van het skaten, zoals eigenlijk de meeste mensen met wie ze werken. „Daardoor voelt het nog steeds niet écht als werk”, zegt Van Rest.

Foto’s Lin Woldendorp

Lees verder…….