Turkije probeert het zijn asielzoekers zo moeilijk mogelijk te maken

Analyse

Asielbeleid Turkije Met het oog op de verkiezingen van volgend jaar pleiten Turkse politici voor een strenger asiel- en vreemdelingenbeleid. „De regering wil laten zien dat ze van buitenlanders af wil.”

Een Somalische vrouw bezoekt een van de vele Somalische winkels in Ankara in maart 2021.
Een Somalische vrouw bezoekt een van de vele Somalische winkels in Ankara in maart 2021.

Esra Hacioglu/AFP

Het Kizilay-plein in de Turkse hoofdstad Ankara heeft een opmerkelijke metamorfose ondergaan. Na de zware bomaanslag in 2016, waarmee de Koerdische terreurgroep TAK 38 mensen om het leven bracht, verloederde het plein in het hart van Ankara. Lange tijd werd de toegang tot het plein, dat wordt gedomineerd door een futuristisch ogend winkelcentrum, streng gecontroleerd door de politie. Maar de afgelopen jaren hebben veel Somaliërs er cafés, restaurants, winkels en kappers geopend. Hierdoor keerde de levendigheid terug in Kizilay, dat de pleisterplaats werd van de groeiende Somalische gemeenschap in Ankara.

Maar inmiddels is er vrijwel geen Somaliër meer te bekennen in Kizilay. De restaurants Somali Sofrasi en Café Saab zijn de enige Somalische zaken die nog open zijn. De rest is tot faillissement gedreven na maanden van intimidatie door de politie, die onaangekondigd langskwam, klanten om hun papieren vroeg en hen zonder reden in hechtenis nam.

De laatste pesterij was in juni, toen de politie eiste dat het naambord van Café Saab wit geschilderd zou worden. Wat was het probleem? Het had de kleuren van de Unie van Afrikaanse Staten, die overeenkomen met die van de Koerdische terreurgroep PKK. Toen de eigenaars weigerden, kwam de politie ’s nachts langs met een pot verf. De Ethiopisch-Turkse manager van Café Saab, Mesaret Karakaya, was woedend. „Is het verboden een naambord op te hangen”, zei ze verbolgen tegen de lokale pers – in het Turks en zwaaiend met haar Turkse identiteitskaart. „Is het een misdaad om legaal te werken in Turkije? Dit is mijn Turkse identiteitskaart. Als Turks staatsburger kan ik niet eens werken. God gaf me mijn huidskleur, die kan ik er niet af wassen.”

De Somalische ondernemers vermoeden dat ze uit racisme worden weggepest. „Toen de politie voor het eerst langskwam, dachten we dat het om een routinecontrole ging”, zegt Mohamed Isse Abdullahi, de eigenaar van Café Saab en Somali Sofrasi die al tien jaar in Turkije woont. „Maar we kregen voortdurend bezoek van de politie. Ze zeiden dat we onze deuren moesten sluiten en elders maar een zaak moesten openen, niet in Kizilay. ‘Dit is het hart van de stad, hier willen we geen migranten en zwarten’.”

Syrische ‘broeders’

De situatie in Kizilay is tekenend voor de toenemende vreemdelingenhaat in Turkije, dat bijna vijf miljoen vluchtelingen opvangt, onder wie 3,7 miljoen Syriërs, het grootste aantal ter wereld. Dit is een zorgelijke wending voor een land dat ooit trots was op de opvang van zijn Syrische ‘broeders’.

Het ressentiment wordt gevoed door de economische crisis en de giftige retoriek van politici, die inspelen op de angst dat migranten het karakter van Turkije veranderen. Dit mondt steeds vaker uit in geweld. Vorige week nog werd een zeventienjarige Syriër doodgestoken door een groep Turken in de zuidelijke stad Antakya.

De intimidatie van de Somalische ondernemers begon vorig jaar na hevige rellen in een Syrische wijk in Ankara, die uitbraken na geruchten dat er een Turkse jongen was neergestoken door een Syriër. Hoewel de meeste Somaliërs geen vluchtelingen zijn, maar legaal naar Turkije zijn gekomen om te werken of te studeren, worden ze hetzelfde behandeld. „Er zijn volgend jaar cruciale verkiezingen en de regering wil laten zien dat ze van buitenlanders af wil”, verklaart Abdullahi het optreden van de politie. „Omdat onze huidskleur en centrale locatie in het oog springen, stellen ze ons als voorbeeld.”

Volgens de oppositie is Turkije onder Erdogan veranderd in een ‘migrantendepot’

President Erdogan staat onder grote druk van de oppositie, die plannen maakt om de vluchtelingen terug te sturen als ze aan de macht komt. Volgens de oppositie heeft Erdogan Turkije veranderd in een „migrantendepot” door een vluchtelingendeal te sluiten met de Europese Unie (kort gezegd: Turkije houdt vluchtelingen tegen in ruil voor financiële steun van de EU).

Dat argument vindt weerklank bij kiezers die geen werk kunnen vinden en worstelen met hoge inflatie. Tot voor kort hield Erdogan vol dat hij de Syriërs nooit zou terugsturen. Maar onlangs kwam hij met een plan om een miljoen Syriërs naar de ‘veilige zone’ in Noord-Syrië te sturen die onder Turkse controle staat.

‘Veilige zone’ in Noord-Syrië

De oppositie gaat nog verder. De nationalistische IYI Partij presenteerde vorige week een plan om „de bevolkingssamenstelling en de identiteit van Turkije” te beschermen, en alle vluchtelingen voor 2026 terug naar hun land van herkomst te sturen. Daartoe wil de partij onder meer de relaties met het Syrische regime herstellen, of desnoods Syriërs naar de ‘veilige zone’ in Noord-Syrië sturen.


Lees ook: Europa verwerkt dit jaar veel asielaanvragen, Nederland rond het gemiddelde

Het plan van de IYI Partij bevat enkele draconische maatregelen om de Syriërs te isoleren van de rest van de samenleving. Zo zullen ze worden beroofd van de steun waarop ze nu recht hebben, zal hun de toegang tot publieke parken en stranden worden ontzegd zodat „ze de maatschappelijke rust niet verstoren”. De EU moet deze terugkeer faciliteren. „Als de EU het terugkeerproces niet steunt, zal Turkije zich eenzijdig terugtrekken uit de vluchtelingendeal.” Volgens migratie-experts en hulporganisaties is het plan onrealistisch en vooral bedoeld om kiezers naar de mond te praten. Maar het is wel tekenend voor het nationale gemoed.

Sommige oppositiepartijen namen het op voor de Somalische ondernemers in Ankara. Mustafa Yeneroglu van de Deva Partij bracht in juni een bezoek aan Café Saab. Hij noemde de „onwettige druk” van de politie „beschamend”. Hierna is de politie niet meer langs geweest. Maar de steun kwam te laat. De verblijfsvergunningen van veel ondernemers zijn al ingetrokken. Zeven van hen zijn inmiddels het land uit gezet. Abdullahi en een vriend hebben het deportatiebevel aangevochten bij het Constitutionele Hof. Ondertussen probeert hij asiel te krijgen in een ander land. „Maar dat is erg moeilijk, want ik ben formeel geen vluchteling.”

Lees verder…….