Aya Nakamura is de meest beluisterde Franse zangeres van haar generatie, maar voor radicaal-rechts ‘niet Frans genoeg’

Aya Nakamura (28) is de meest beluisterde Franstalige zangeres ter wereld. De zangeres die R&B, pop en hip-hop door elkaar mengt heeft maandelijks bijna 9 miljoen luisteraars op Spotify, ze verkocht miljoenen albums, haar hits Djadja en Copine worden op de radio, in discotheken en bij festivals overal ter wereld gedraaid. Ook in Nederland slaat Nakamura’s muziek aan: Djadja was in 2018 de eerste nummer één-hit van een Franstalige zangeres sinds 1961.

Het internationale succes van Nakamura, die in Mali werd geboren en opgroeide in de Parijse voorstad Aulnay-sous-Bois, is de reden dat de Franse president Emmanuel Macron aan haar dacht toen artiesten gekozen moesten voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen die deze zomer in Parijs plaatsvinden. Volgens het blad L’Express nodigde Macron Nakamura eind februari in het geheim uit op het Élysée, waar ze gesproken zouden hebben over welke nummers zij zou kunnen zingen. Macron zou Nakamura daarbij hebben gevraagd van welke Franse muziek ze hield. Daarom antwoordde zij: „Ik ben dol op Édith Piaf”, waarop de president zou hebben gezegd: „Mooi, op de dag des oordeels moet u zingen waar u van houdt.”

Lees ook Stoere Aya Nakamura zingt het Frans de hitparades in

<strong>Aya Nakamura</strong>

Voor Macron en Nakamura was het cirkeltje rond: de populairste Franse zangeres van nu zou een van de bekendste Franse zangeressen ooit eren op het sportevenement dat Frankrijk en zijn cultuur in het zonnetje moet zetten. Maar radicaal-rechts Frankrijk denkt daar anders over.

Racistische kritiek

Meteen na de onthulling van L’Express ontstond in vooral radicaal-rechtse hoek kritiek, omdat Nakamura de Franse cultuur niet zou vertegenwoordigen. Op sociale media barstten discussies los waarbij de meest racistische argumenten denkbaar gebruikt werden. In Parijs demonstreerde een radicaal-rechtse groepering met een spandoek met de tekst „Dit is Parijs, niet de markt in [de Malinese hoofdstad] Bamako”. Bij een bijeenkomst van de radicaal-rechtse partij Reconquête steeg een boegeroep op uit de zaal toen Nakamura’s naam werd genoemd.

Dinsdag gooide Reconquête-prominent Marion Maréchal (eerder lid van het Rassemblement National van haar tante Marine Le Pen) olie op het vuur door te stellen dat Nakamura niet geschikt is als artiest bij de openingsceremonie van de Spelen omdat zij niet „in het Frans” zou zingen en „de Franse cultuur en elegantie” niet zou vertegenwoordigen. Als voorbeeld gaf ze een aantal zinnen uit het liedje Hypé, waarin Nakamura enkele Engelse woorden gebruikt en over seks zingt. Maréchal durft dit te zeggen want ze weet dat ze veel Fransen achter zich heeft: Frankrijk is een conservatief land en meerdere peilingen tonen aan dat een meerderheid van de Fransen geen fan is van Nakamura’s muziek – hoe groot ze ook is. Liever zien zij een chanson-zanger als Jean-Jacques Goldman optreden bij de Spelen.

De storm van (racistische) kritiek leidde ertoe dat politici en artiesten op de bres springen voor Nakamura. Van het wat ongemakkelijke tv-interview waarin de minister van Sport Amélie Oudéa-Castéra wat zinnen van Djadja zingt tot minister van Cultuur Rachida Dati die het „onaccaptabel” noemt dat Nakamura wordt aangevallen „uit puur racisme”. Rapper Dadju schrijft op X dat Frankrijk „achterloopt”. „U lyncht de grootste artiest van het landt met argumenten uit de kleuterklas.”

Nakamura zelf toont een dikke huid. „Ik heb het gevoel dat ik jullie Édith Piaf heb doen ontdekken”, grapt ze op X.