Tenor Andrei Danilov is de grote winnaar van het Internationaal Vocalisten Concours

Recensie


Muziek

Zangconcours De Russische tenor Andrei Danilov overtuigde de jury met een stem die vloeide als olie en een dramatische Puccini-snik.

De tien zangers die zich zaterdag presenteerden op de finale van het IVC in Eindhoven.
De tien zangers die zich zaterdag presenteerden op de finale van het IVC in Eindhoven.

Foto Karen van Gilst

Liefst twaalf prijzen lagen klaar voor zo’n zestig zangtalenten die begonnen aan het Internationaal Vocalisten Concours (IVC) in ’s-Hertogenbosch. Het ging dit jaar om opera en oratorium. De Russische tenor Andrei Danilov (1988) won twee van de drie hoofdprijzen: de overkoepelende Grand Prix en de Operaprijs. De derde voor de beste oratoriumzanger ging naar de Tsjechische mezzo Bella Adamova (1992). Het publiek daarentegen kroonde de expressieve Portugese sopraan Sílvia Sequiera (1992) tot favoriet.

Tien beloften presenteerden zich zaterdag in de finale (in Eindhoven wegens de nieuwbouw van het Theater aan de Parade in Den Bosch): acht finalisten en twee zangers die niet tot de eindstrijd wisten door te dringen maar al na de halve finale een prijs wonnen; de 20-jarige Oekraïense Yurii Strakhov – wiens bariton al een herfstige rijpheid bezit – werd uitgeroepen tot Jong Talent en aan de andere kant van het stemmenspectrum mocht de bijna tien jaar oudere Chinese sopraan Xueli Zhou zich met haar acrobatiek in de hoogte de beste coloratuursopraan noemen.

Ervaring

Mozart, Puccini en Richard Strauss waren de componisten die meerdere keren op het programma stonden: doorzichtigheid tegenover dramatische verdichting. Zingen is een ervaringsvak, dus het was niet verbazend dat de oudste finalist Danilov er met de grote prijzen vandoor ging. De tenor imponeerde met name als de om vergeving smekende minnaar Roberto op wiens geweten de dood van zijn verlaten geliefde drukt in de aria, ‘Torna ai felici’ uit Puccini’s eerste opera Le Villi. Zijn stem vloeide als olie, donker glanzend, en met een dramatische diepte. Tot slot serveerde Danilov ook nog die kenmerkende Puccini-slotsnik.

Hij was de enige onder de drie mannelijke finalisten die acterend de norm haalde. Beide Polen, de bariton Szymon Raczkowski en de tenor Stanislaw Napierala, zongen verdienstelijk maar wisten je niet mee te trekken in de emoties en karakters achter hun aria’s. Wat dat betreft bevonden de theaterdieren zich onder de zangeressen. De Portugese sopraan Sílvia Sequiera, de Belgische en Tsjechische mezzo’s Linsey Coppens en Jolana Slavikova wierpen zich met hart en ziel in euforie en verdriet. De enige Nederlandse finaliste, sopraan Tinka Pypker, was in dat opzicht wat te bescheiden, misschien mede door haar jurk die prachtig was, maar haar bewegingsvrijheid danig beperkte, en dat is toch jammer bij het zingen van een wals.

Prijslied

Treffend was het prijslied ‘Het Goud van Vermeer’ van componist Bart Visman, op een tekst van bariton Marc Pantus, waarin de laatste de gevoelswereld van zangers schetst: de twijfel en dan plots de magie. Linsey Coppens won de prijs voor de beste vertolking met het Nederlandse origineel. Jolana Slavikova zong de Engelse versie, die je zo in het American Songbook zou kunnen opnemen.

‘Het Goud van Vermeer’ gezongen op het IVC in 2021.

Lees verder…….