‘Tennissers die anderhalf uur op de baan staan hebben weinig aan epo’

Doping in het tennis Simona Halep is de eerste tennisser die positief is getest op het gebruik van bloeddoping. De reacties uit de tenniswereld zijn mild.

De Roemeense tennisster Simona Halep testte in augustus bij de US Open, na haar nederlaag in de eerste ronde tegen de Oekraïense Darija Snihoer, positief op het verboden middel roxadustat.
De Roemeense tennisster Simona Halep testte in augustus bij de US Open, na haar nederlaag in de eerste ronde tegen de Oekraïense Darija Snihoer, positief op het verboden middel roxadustat.

Foto Seth Wenig / AP

„Vandaag begint de zwaarste strijd uit mijn leven: het gevecht om de waarheid.” Zo reageerde Simona Halep afgelopen vrijdag op het nieuws van haar positieve dopingtest en daaropvolgende voorlopige schorsing. De voormalige nummer één van de wereld en winnaar van Roland Garros (2018) en Wimbledon (’19) testte in augustus bij de US Open na een verloren partij tegen de Oekraïense Darija Snihoer positief op roxadustat. Dit met epo verwante middel stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen en staat sinds dit jaar op de lijst van verboden middelen. The International Tennis Integrity Agency (ITIA) zal zich over de zaak buigen en uitspraak doen. De 31-jarige Roemeense, de huidige nummer 9 van de wereld, hangt een straf van maximaal vier jaar boven het hoofd.

Waar in het wielrennen of de atletiek de ophef groot zou zijn geweest nadat een speler van naam op doping is betrapt, waren de reacties vanuit de tenniswereld mild. Halep toonde zich „geschokt” en beriep zich op haar „eer en liefde” voor de sport. Op sociale media regende het steunbetuigingen. Halep kreeg support van haar (oud-)coaches, haar Franse collega Alize Cornet en ook de door Novak Djokovic opgerichte spelersbond PTPA bood haar steun aan.

Het past bij de reputatie van de ‘schone’ sport die tennis zichzelf lang aanmat. In de vorige eeuw werden positieve gevallen nog wel eens verborgen gehouden. Zo gaf André Agassi toe dat hij in 1997 positief testte op het gebruik crystal meth, maar dat de zaak was geseponeerd. De tijd dat gesteld kon worden dat doping in het tennis vrijwel niet voorkomt, ligt echter ver in het verleden. Sinds de invoering van de controles in het proftennis in 1986 zijn er tientallen gevallen van doping ontdekt.

De Tsjech Petr Korda was in 1998 de eerste bekende zondaar. Hij werd op Wimbledon betrapt op het gebruik van de spierversterker nandrolon en kreeg een schorsing van een jaar. De Argentijnse tennisser Mariano Puerta werd in december 2005 voor acht jaar geschorst omdat hij voor de tweede keer binnen een paar jaar het dopingreglement had overtreden. Nadat hij in 2003 was betrapt op het spierversterkende middel clenbuterol werd twee jaar later etilefrine in zijn urine aangetroffen. Later werd de schorsing door het Hof van Arbitrage voor de Sport in Lausanne teruggebracht naar twee jaar.

Sjarapova’s hartmedicijn

Het bekendste dopinggeval was dat van de Russische superster Maria Sjarapova, die in 2016 twee jaar werd geschorst wegens het gebruik van het verboden middel meldonium. Dat middel werd tijdens de Australian Open bij haar aangetroffen. Sjarapova zou het hartmedicijn al tien jaar hebben gebruikt toen het nog niet verboden was. Maar dat bleef ze doen toen meldonium op 1 januari 2016 op de lijst van verboden middelen kwam.

De verantwoordelijkheid voor het anti-dopingbeleid in het tennis ligt sinds dit jaar bij de ITIA. Daarvoor was de wereldtennisbond ITF verantwoordelijk. Die voerde in 2021 ruim 6.600 dopingcontroles uit, waarvan meer dan de helft tijdens toernooien. Ter vergelijking: wielerfederatie UCI, die de controles laat uitvoeren door de internationale dopingautoriteit ITA, controleerde in hetzelfde jaar ruim 12.800 keer, waarvan tweederde buiten competitie om.

In Nederland voerde de Dopingautoriteit vorig jaar bij tennissers 25 controles uit, op het totaal van achtduizend. Volgens voorzitter Vincent Egbers is dat verklaarbaar: „Doping is van grotere invloed op andere sporten dan tennis. Daarbij spelen zaken als techniek en oog-handcoördinatie mee.” Bij het maken van een risico-analyse voor het verdelen van de tests, wordt de kans op dopinggevallen in het tennis lager ingeschat dan bijvoorbeeld in het roeien, wielrennen of atletiek, zegt Egbers.

Ook bondsarts Babette Pluim van de KNLTB beaamt dat tennis niet tot de sporten met een hoog risico op doping behoort. Pluim: „Epo heeft vooral effect voor sporters die constant grote inspanningen moeten verrichten. Bij tennissers is de maximale zuurstofopname 55 tot 60 procent. Bij wielrenners is dat soms 90 tot 100 procent. Tennissers die anderhalf uur op de baan staan hebben weinig aan epo.”

Tennis mag dan meer een technische sport zijn, het spel op de baan is steeds sneller en fysiek veeleisender geworden. Wedstrijden duren soms uren en worden vaak onder slopende omstandigheden gespeeld. Om te voorkomen dat tennissers daarvoor ongeoorloofde hulp tot zich nemen zijn het voorbije decennium de controles veel strenger geworden. Aanvankelijk werd er vooral op urine gecontroleerd, maar nu ook op bloed. Het middel waarop Halep positief werd bevonden, bevordert het uithoudingsvermogen. Ze is de eerste tennisser die positief is getest op het gebruik van bloeddoping.

Egbers noemt het vreemd dat de stof roxadustat, een medicijn tegen bloedarmoede, in het bloed van Halep werd aangetroffen. „Andere alternatieven, waaronder epo, zijn moeilijker te detecteren dan deze lichaamsvreemde stof.”

Eenduidig en eenvoudiger

De bewijslast ligt nu bij Halep, legt Egbers uit. „Je kunt het vergelijken met iemand die door rood rijdt en geflitst wordt. Wil diegene daarna nog een straf ontlopen, dan moet er wel een heel goede reden zijn geweest om door rood te rijden.”

Volgens Pluim zouden controles eenduidig en eenvoudiger moeten worden. „Er is altijd een grijs gebied, niet iedereen is kwaadwillend. Natuurlijk zijn er de echte dopingzondaars, maar het gaat ook om tennissers die verontreinigde voedingssupplementen hebben gebruikt of een medische behandeling hebben ondergaan zonder dat ze daarvoor een vrijstelling hadden. In dat soort gevallen is een zware straf wel zuur. Het zou misschien beter zijn als er een kortere lijst zou komen waar middelen opstaan die schade aan de atleet toebrengen en aantoonbaar bevorderend voor prestaties zijn. Want daar draait het om.”

Een mogelijke uitweg voor tennissers is de ‘vrijstelling voor therapeutisch gebruik. Door voorafgaand aan het gebruik van een medicijn een vrijstelling aan te vragen op medische gronden, had bijvoorbeeld Sjarapova een schorsing kunnen voorkomen. Dat deed ze niet. Ook Halep had vooraf kennelijk geen toestemming gevraagd voor het gebruik van roxadustat.

Lees verder…….