Tennisser Tallon Griekspoor: ‘Ik kan nu wel de slingers gaan ophangen, maar ik ben net begonnen’

Opgewekt komt Tallon Griekspoor de kantine van Nationaal Tennis Centrum de Kegel in Amstelveen binnenlopen. Het is eind december en de tennisser heeft net de hele ochtend met zijn coach Kristof Vliegen en fysiektrainer Bas van Bentum het afgelopen jaar geëvalueerd. Als Griekspoor is gaan zitten en een wrap met kip en een groentesoep heeft besteld, wil hij wel kwijt dat het een leuk gesprek is geweest. „Absoluut. Het is een mooi jaar geweest, dus het was een positief gesprek.”

Het afgelopen jaar was het jaar van de definitieve doorbraak in het mondiale tennis voor de 27-jarige Griekspoor. Hij won zijn eerste ATP-titel, in januari in het Indiase Pune, bereikte voor het eerst de top-30 van de wereld, kreeg voor het eerst een geplaatste status voor een grandslam (op Wimbledon, als 28ste), versloeg voor het eerst een top10-speler (de Amerikaan Taylor Fritz als nummer 9) en stond voor het eerst bovenaan de plaatsingslijst van een ATP-toernooi (in september in het Kazachse Astana). Stond zijn beeltenis ineens op alle promotieposters die in de stad hingen.

Griekspoor won ook voor eigen publiek het ATP-toernooi in Rosmalen en haalde de finale van het nog hoger aangeschreven toernooi in Washington. Als nummer 23 van de wereld, met een bij elkaar geslagen prijzenpot van ruim 1,5 miljoen dollar (bijna 1,4 miljoen euro), sloot hij het jaar af.

Nu hij tot de wereldtop behoort, is er het een en ander veranderd in zijn leven, vertelt Griekspoor. „Je moet verplicht grotere toernooien gaan spelen vanwege je ranking, spelers gaan opeens meer naar je kijken, mensen verwachten meer van je, er staan duidelijk meer schijnwerpers op je gericht.”

Er is ook op allerlei vlakken meer mogelijk geworden. Trainen kan op grotere banen, met spelers van naam. Rafael Nadal wilde met hem op Mallorca trainen, met Daniil Medvedev en Jannik Sinner werkte hij trainingssessies af, Novak Djokovic vroeg of hij een week naar Spanje wilde komen. Dat laatste verzoek sloeg Griekspoor af, het paste niet in zijn schema. „Maar het zijn gewoon hele mooie dingen, heel leerzaam ook, daar doe je het allemaal voor.”

De commerciële interesse voor de Nederlander nam ook toe. Sponsoraanvragen, televisieverzoeken, interviews, demonstratietoernooien. Een verzoek om mee te doen aan een beachtennistoernooi op Aruba voor een hele hoop geld (Griekspoor: „Ik ga geen bedragen noemen, dat vind ik privé”) liet hij aan zich voorbijgaan, op de uitnodiging voor een exhibitietoernooi in het Chinese Macau ging hij wel in. „Soms zijn dat aanbiedingen waar je geen ‘nee’ tegen kan zeggen.”

Krab je jezelf wel eens achter de oren , zo van: waar ben ik nu weer beland?

„Nou, het is wel zo dat als je naar zo’n plek als Macau gaat, je natuurlijk ook een speciale behandeling krijgt. Die mensen betalen veel geld voor je om te komen, dus je wordt in de watten gelegd: je wordt opgehaald van het vliegveld, de hotelkamers zijn mega, overal staat eten klaar. En het is het beste van het beste allemaal; als jij kaviaar en kreeft wil, is het mogelijk.”

Denk je dan: dit is de beloning voor al mijn harde werk?

„Zo kun je jezelf laten belonen ja. Ik denk dat iedereen daar anders mee om gaat.”

Jij doet het niet zo?

„Nee, ik ga er slecht op als mensen veranderen door succes of geld en hun levensstijl aanpassen. Ik vind dat je jezelf moet zijn. Uiteindelijk tennis ik om ervoor te zorgen dat ik na mijn carrière financieel veilig ben, daar werk ik hard voor en ik hoop zoveel mogelijk over te houden. Mijn carrière is niet klaar. Ik kan nu wel de slingers op gaan hangen, maar ik ben eigenlijk pas net begonnen.”

Kijk naar de ranking van Griekspoor door de jaren heen en je ziet een langzaam maar gestaag stijgende lijn. In 2021 brak hij door de magische barrière van de top-100 nadat hij als eerste tennisser ooit in een jaar tijd zeven toernooien op het een na hoogste niveau had gewonnen. Het jaar erop handhaafde hij zich bij de beste honderd tennissers, in 2023 nam hij de volgende horde en stond hij zelfs even 21ste van de wereld.

Natúúrlijk was hij liever al op zijn 21ste doorgebroken, zegt Griekspoor. „Maar weet je, iedereen heeft zijn eigen pad. En ik denk dat ik nu beter om kan gaan met alle verleidingen die op mijn pad komen dan toen ik 21 was.”

Is dat moeilijk?

„Nee, helemaal niet. Ik denk dat ik nu oud en wijs genoeg ben om te weten wat ik wel en niet moet doen. En ik heb de juiste mensen om me heen verzameld die me daarbij helpen.”

Tallon Griekspoor
Foto Lars van den Brink

Het neemt niet weg dat het leven van een toptennisser zwaar kan zijn, zegt Griekspoor. Hij vertelt over een seizoen waarin hij elf maanden in actie moest komen, wekelijks moest reizen, eigenlijk nauwelijks tijd had om successen te vieren. Na zijn toernooizege in Pune moesten zijn trainer en hij zich haasten om het vliegtuig naar Australië te halen, ze dronken er maar een glas champagne in het luchtruim op. Pas een paar weken later was er tijd voor een feestelijk dinertje. Zijn titel in Rosmalen en het behalen van de finale in Washington heeft hij helemaal niet gevierd.

Vind je het erg dat je de toernooizege op Rosmalen niet heb kunnen vieren?

„Nee hoor, absoluut niet. Ik heb mezelf beloond met een mooi horloge nadat ik daar gewonnen had. En ik ben er nog steeds trots op dat ik in eigen land een ATP-toernooi heb gewonnen. Het was de mooiste week uit mijn leven.

„Het tennis is een ontnuchterende wereld. Je wint op zondagavond Rosmalen, de volgende ochtend zit je in de auto naar Halle. Ook dát is het leven van een tennisser.”

Dat lijkt me doodvermoeiend.

„Ja, het is heel pittig. Ik ben er een groot voorstander van als de kalender naar negen in plaats van elf maanden zou gaan, dat we een winterstop zouden krijgen. Maar ik kan er helaas niks aan veranderen.

„Als tennisser sta je elke dag op de baan, dag en nacht onder spanning, zowel fysiek als mentaal. Als ik er met mijn kop niet bij ben, dan wordt het niks met een wedstrijd of een training. Dus er wordt altijd wat van je gevraagd. Ik kan daar in de meeste gevallen heel goed mee omgaan, maar er zijn ook dagen dat ik daar meer moeite mee heb.”

Hoe houd je dat vol?

„Tennis is voor mij het allermooiste wat er is. Het is mijn hobby.”

Hoe zorg je ervoor dat je hobby niet je werk wordt?

„Door het vooral niet te zien als werk. Ik weet dat tennis dat wel is, en dat er ook moeizame dagen tussen zullen zitten, maar ik doe het met veel plezier. Ik heb ook hele leuke mensen om me heen met wie ik veel lol heb, dat helpt.”

Dit jaar gaat Griekspoor zelf meer momenten van rust inbouwen, meer trainen en minder toernooien spelen. Dat kan hij zich inmiddels veroorloven, met bijna 3,2 miljoen dollar (2,9 miljoen euro) aan prijzengeld in zijn carrière. „Ik ben het stadium van spelen voor geld en zorgen voor eten en onderdak wel gepasseerd. Het gaat mij puur om het presteren.”

Griekspoor wil betere uitslagen op de grand slams en toernooien die daar net onder zitten. Zijn uitschakeling in de eerste ronde op Wimbledon noemt hij een van de grootste teleurstellingen van het afgelopen jaar. „Omdat ik geplaatst was, omdat ik het goed gedaan had op Rosmalen en Halle, waren de verwachtingen hoog. Maar het was misschien wel mijn minste wedstrijd van het jaar.”

Ook in de eerste ronde op de US Open ging het ondanks zijn geplaatste status mis, op het hardcourt waarop hij tot dan toe zijn grootste successen had geboekt. Griekspoor stond daar strak van de spanning, zegt hij. „Op de grote toernooien wil je het gewoon graag goed doen. Maar ik had die dag meer moeite met de druk dan anders.”

Hij is weliswaar een veel betere tennisser geworden dan een jaar geleden, zegt Griekspoor, met name zijn service is een belangrijk wapen geworden. Maar om nu de volgende stap te zetten, moet zijn ondergrens omhoog, moet hij elke week weer hetzelfde niveau kunnen halen en zijn beste spel kunnen laten zien op de grootste toernooien. Vandaar dat hij meer tijd heeft ingepland om te trainen en te rusten. „Alle topspelers gaan eerst een week trainen voordat ze aan een grand slam beginnen. Als ik de volgende stap wil maken naar de top-20 of top-15, dan is dát het grote aandachtspunt. Ik wil goed en fit zijn zodat ik daar kan pieken.”

Is dat nog spannend, dat je minder wedstrijden speelt om punten voor een goede ranking te behalen?

„Zo heb ik er nooit naar gekeken. Ik kijk niet waar ik punten moet verdedigen, maar alleen maar naar waar ik punten kan halen. Dat ik minder kan gaan spelen, zie ik vooral als een luxe en een voordeel van mijn nieuwe status.”