Column | Gio Lippens wekt de koers met woorden weergaloos tot leven

Je weet pas wat je mist als hij er straks niet meer is, dacht ik deze week. De taferelen die hij schetst in een minuutje, enkel met woorden. Hij schildert sfeer met trefzekere zinnen, en voegt daar schijnbaar achteloos het scherpst van de snede van de koers aan toe. Als je je ogen dichtdoet, dan ben je zestig seconden waar hij is, en er is geen beeld nodig om te zien wat Gio Lippens ziet.

Mathieu van der Poel. Regenboogtrui. Dikke modderspetters op zijn gezicht en benen, nu al. Grote plassen, vette modder. Donkere wolken waaruit regen dreigt. Net na de start als eerste in het veld, toeschouwers joelen, want de concurrentie zit hem op de hielen. Nu nog wel.

Probeer maar eens te doen wat hij doet, gewoon, voor de grap. Vanuit het niets een minuutje vertellen wat er gebeurt. Mag met televisiebeelden erbij, op stil. Zonder te haperen, zonder te struikelen over je woorden, zonder stil te vallen. Met welke woorden begin je? Wat noem je, wat sla je over? Hoe neem je luisteraars mee zodat ze met hun ogen dicht zien wat jij ook ziet?

Ik ben opgegroeid met Gio Lippens op de radio bij de NOS. Zijn stem is er zolang ik me kan herinneren, en hoort te blijven, voor eeuwig en altijd. Voor eeuwig en altijd duurt nog een maand. Het WK veldrijden begin februari in Tabor is zijn laatste klus.

Meestal werkt Gio alleen. Alleen in een hokje met een televisie voor zich. Met woorden wekt hij de koers weergaloos tot leven. Heel soms zit er een co-commentator naast hem. Ik bijvoorbeeld, in 2012, toen Marianne Vos wereldkampioen werd in Valkenburg. En in 2016 nog eens, toen Anna van der Breggen olympisch kampioen werd in Rio de Janeiro.

Het was verzengend heet op de houten tribune aan de Copacabana. Met zelf gefabriceerde zonneschermen en een hoedje op tegen een zonnesteek, zagen we hoe Annemiek van Vleuten als eerste bovenkwam op de laatste klim. Solo ging ze richting eeuwige roem, tot ze viel, op die hoge stoeprand. We schreeuwden het uit, live op de radio. Ik kon daarna, door het beeld van Annemiek doodstil op die rand, geen woord meer zeggen. Gelukkig praatte Gio met al zijn ervaring verder, en was het niet stil op de radio. Tijdens de momenten waarop Hilversum het overnam, keken we elkaar aan, in een vacuüm van niet weten of het goed zou aflopen of niet. In Gio’s ogen zie ik dat hij hier ook aan denkt als onze paden kruisen.

Eigenlijk zouden ze een camera op hem moeten zetten, deze laatste weken. Dat wil hij zelf niet, dat weet ik heus. Hij houdt niet van spotlights. Hij doet niks bijzonders, hij doet gewoon zijn werk. Maar het is fantastisch Gio bezig te zien. Terwijl hij naar het scherm kijkt, verdwijnt hij helemaal ín de koers, met heel zijn lijf, met alles wat hij heeft. Hoe spannender het wordt, hoe meer hij meebeweegt. Hoe groter de uithalen met zijn stem, en hoe feller de schittering in zijn ogen. Alsof hij dit voor het eerst doet, elke keer weer voor het eerst de opwinding voelt van het moment.

Luister deze maand nog eens naar hem, met je ogen dicht. Zodat je echt weet wat je mist als Gio er niet meer is.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.