Stripboek over de burgeroorlog: ‘Dit onderwerp is enorm gepolitiseerd, zoals alles in Spanje’

Het is 14 september 1940: een groepje soldaten staat keurig te wachten bij een muur op het militaire kamp in Paterna, een gemeente in de Spaanse provincie Valencia. „Wat gaan we doen?”, vraagt de ene soldaat nieuwsgierig aan de ander. „Geen idee”, antwoordt zijn kameraad. „Misschien een schietoefening.”

Een militair voertuig stopt voor de groep. De commandant stapt uit en geeft de opdracht de wagen te ‘legen’. Vijftien republikeinse gevangen lopen in een ketting naar de muur. Het zweet breekt de nieuwsgierige soldaat uit. „En vuur!”, roept de commandant.

Het is een scène uit het stripboek El abismo del olvido (De afgrond van de vergetelheid), over de Spaanse burgeroorlog, van journalist Rodrigo Terrasa en striptekenaar Paco Roca. De burgeroorlog duurde van 1936 tot 1939 en eindigde in een jarenlange dictatuur onder Francisco Franco, die tot zijn dood in 1975 met harde hand regeerde.

De burgeroorlog kostte aan honderdduizenden Spanjaarden het leven, onder wie de vader van Pepica Celda. Tien jaar geleden schreef Terrasa een verhaal over Celda die haar vader José verloor tijdens de Spaanse burgeroorlog. José werd op 14 september 1940 in Paterna gefusilleerd door het leger van Franco, omdat hij links was en dat werd toen gezien als verraad.

Pepica kreeg een van de laatste subsidies van oud-premier Zapatero’s (Psoe) ‘Ley de Memoria Histórica’, een wet voor eerherstel van de slachtoffers en nabestaanden van de burgeroorlog. Pepica kon met de subsidie de resten van haar vader laten opgraven in Paterna, waar meer dan tweeduizend slachtoffers in massagraven liggen. Het was een belofte die ze haar moeder deed. Haar vader vinden en die naast haar begraven, zodat ze samen eeuwig konden rusten.

Race tegen de klok

Die zoektocht naar de overblijfselen werd een race tegen de klok omdat de linkse regering van Zapatero de verkiezingen had verloren en de nieuwe rechtse premier Mariano Rajoy (Partido Popular) alle subsidies die verband hielden met de burgeroorlog wilde stopzetten. „Geen enkele euro meer voor massagraven uit de burgeroorlog”, beloofde Rajoy.

„Het idee bij het maken van deze strip was om te proberen te begrijpen waarom het opgraven van botten zo belangrijk is voor gezinnen als die van Pepica”, legt Rodrigo Terrasa uit. Hij raakte na het interview in 2013 met Pepica gefascineerd en dook samen met Paco Roca de archieven in.

tekenaarPaco Roca Er zijn geen afbeeldingen van de executies of massagraven, dat maakt het voor mij lastig

„Voor mij was het documentatiegedeelte heel moeilijk”, vertelt Terrasa. „We zijn begonnen vanuit Pepica, maar het verhaal vergt ook context en dat moest heel nauwkeurig onderzocht worden. Vooral omdat het onderwerp erg gevoelig ligt.”

Door gebrekkige informatie duurde het ruim tien jaar om het boek te maken. Roca: „Er is geen verslag van wat er toen gebeurde, er is geen visueel geheugen, er zijn geen afbeeldingen van een massagraf, er zijn geen afbeeldingen van hoe een executie eruit zag. Dat maakt het voor mij als tekenaar lastig.”

Terrasa: „De nabestaanden vertellen over wat hun is verteld. Ze hebben het óf niet zelf meegemaakt óf ze waren heel jong. Dat maakt de informatie niet altijd betrouwbaar, maar dat was wel ons uitgangspunt.”

Waarom ligt dit onderwerp zo gevoelig?

Roca: „Dit onderwerp is enorm gepolitiseerd, zoals alles in Spanje. Voornamelijk rechtse en extreemrechtse partijen voelen nostalgie bij de dictatuur. Er zijn ook rechtse politici die vechten voor de democratie. Maar als de rechtse partijen PP en Vox een regering vormen – zowel landelijk, als regionaal – is het eerste wat je ziet dat ze bezuinigen op subsidies die nabestaanden van de oorlog kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld opgravingen.”

Terrasa: „In Spanje wordt vaak gezegd dat we het verleden moeten laten rusten. De wonden hoeven niet opnieuw open. In de strip laten we zien hoe de angst heerste onder de dictatuur. Die angst maakte later plaats voor stilte.”

Roca: „Niemand wil achterom kijken, sommigen uit angst dat de dictatuur zal terugkeren, anderen omdat het een manier is om door te gaan met het leven.”

journalistRodrigo Terrasa In de strip laten we zien hoe de angst heerste en hoe die later plaatsmaakte voor stilte

Terrasa: „En die politisering van het verhaal uit het verleden gaat vandaag de dag door, daarom concentreren we ons in dit verhaal op het menselijke deel, omdat het gemakkelijker is om empathie te krijgen. Het is moeilijk om iemand het op een waardige manier begraven van zijn doden te ontzeggen.”

„Als je het politieke los laat en voor een tachtigjarige vrouw zit die alleen maar de botten van haar vader wil terughalen, ze bij die van haar moeder wil begraven en daarna elke week bloemen naar het graf wil brengen, dan kijk je anders naar het verhaal. Het gaat ons om de humane kant van het verhaal waarbij er geen goedaardige of slechterik bestaat. Het enige wat telt zijn de mensenrechten.”

De titel luidt ‘De afgrond van de vergetelheid’. Dreigt Spanje zijn geschiedenis te vergeten?

Roca: „Wat het Franco-regime deed, was alle herinneringen aan de doden verwijderen. Geen begrafenissen, geen grafstenen, rouwen was verboden. De nabestaanden werden gedurende de veertigjarige dictatuur doodgezwegen en dat veranderde nauwelijks tijdens de democratie. Deze mensen en dat stukje geschiedenis raakten in de vergetelheid. En nu is het voor veel mensen te laat om hun familieleden op te graven.”

Terrasa volgde Pepica en andere vrouwen die de resten van hun familieleden wilden opgraven op de voet. Uiteindelijk slaagt Pepica erin om het stoffelijk overschot van haar vader uit het massagraf te halen. José Celda kon onder meer geïdentificeerd worden door een pluk haar dat Pepica al die jaren bij zich had en een briefje dat bij de botten lag. José Celda rust nu naast zijn vrouw Manuela, de moeder van Pepica. Voor veel andere nabestaanden wordt de kans familieleden een laatste waardige rustplaats te geven steeds kleiner.

Terrasa: „ Een archeoloog legde mij uit dat we ons niet kunnen voorstellen hoezeer Spanje de afgelopen decennia is gegroeid en hoe onder snelwegen en winkelcentra duizenden lichamen verborgen liggen die nooit zullen worden opgegraven. Het toont de abnormaliteit die in dit land voorkomt.”