Stoffel kan je nog wel honderd jaar gezelschap houden

Haal mij op deze zomer Het asiel zit ’s zomers nog voller dan normaal, ook met dieren die bijna niemand wil hebben. Of die niet iedereen zomaar mág hebben, zoals de landschildpad.


‘We hebben op dit moment een landschildpad in de opvang zitten”, zegt assistent beheerder Nicole Kouwen van Dierenasiel de Kuipershoek. Dat gebeurt maar eens per jaar, misschien niet eens, zegt ze. „Waterschildpadden, dáár hebben we er heel veel van gehad, maar landschildpadden zijn zeldzaam.”

De waterschildpad is een ingeburgerde exoot geworden, die zit gewoon in de slootjes. „We worden in de zomer wel veertig keer gebeld door iemand die een waterschildpad ergens heeft zien liggen.” Dan vragen de asielmedewerkers of er water in de buurt is en het schild heel. „Als dat het geval is zeggen we: lekker laten zitten.”

Maar een landschildpad kan niet in het wild overleven. Stoffel, zoals ze dit exemplaar hebben genoemd, zou het niet lang volhouden in de polder. „Daar hoort hij gewoon echt niet.” Niet dat hij in het asiel wel hoort, maar er ín is zeker in Stoffels geval makkelijker dan er uit. Dat komt doordat een landschildpad niet zomaar ter adoptie gegeven mag worden. „Alleen al om het te verplaatsen hebben we certificaten nodig”, zegt Kouwen.

Want Stoffel is een CITES-geregistreerd dier. De Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora is een overeenkomst om handel in bedreigde dier- en plantensoorten tegen te gaan. Elke keer als een CITES dier van eigenaar wisselt, wordt dat gezien als commerciële handeling, en iedere nieuwe eigenaar moet in het bezit zijn van een CITES-certificaat.

Het CITES-verdrag kent drie categorieën waarin een diersoort kan vallen. Stoffel valt in Appendix II, wat wil zeggen dat hij behoort tot een diersoort die, mede door internationale handel, met uitsterven bedreigd zou kunnen worden. Zelf merkt hij er niks van, maar het wil zeggen dat niet iedereen die hem leuk vindt hem ook zomaar kan adopteren.

„Hij gaat naar een specialistische opvang, of naar een particulier met een CITES-verklaring”, zegt Kouwen. Ze vinden vaak alsnog wel een goed huis. Zo hadden ze onlangs een grijze roodstaartpapegaai, die valt in Appendix I, waar nog strengere eisen aan verbonden zijn. Ook daar vonden ze een thuis voor, bij de dierenarts van een grote dierentuin.

Buiten de CITES-registratie hebben een grijze roodstaartpapegaai en een landschildpad niet heel veel met elkaar te maken. Hoewel, bij allebei is er een goede kans dat ze hun baasje overleven. De papegaai kan 60 worden, Stoffel wel 100. „Het is nog maar een kleintje, hij is nog geen jaar oud”, zegt Kouwen. Reken maar uit.

Stoffel staat, vanwege zijn moeilijke adoptieprocedure, nog niet op ikzoekbaas.nl; daar staan wel veel andere dieren waarvoor een thuis wordt gezocht.

Lees verder…….