Spinvis sleept mee in zijn ‘tingeltangelhersenpan’ – een wondere wereld waarin grote dingen klein worden

Recensie

Het zevende album van Spinvis ontroert, zet tot denken, roept een glimlach op en voert mee in ‘Spinvissianismen’, zoals zijn realistisch-poëtische teksten nu wel genoemd mogen worden.

Spinvis

Muziek is een bron van troost, zei de grote Jan Rot (1957-2022) ooit over de zalvende werking die zijn held Roy Orbison op hem had. Zet die gedachte voort en je komt uit bij ‘Paradijs’, een verrassend funky nummer op het zevende Spinvis-album Be-Bop-A-Lula. In een woordenvloed die zo langzamerhand Spinvissiaans genoemd mag worden somt Erik de Jong op realistisch-poëtische wijze de dingen op die er allemaal mis kunnen gaan in de wereld van nu; de kleine en grote teleurstellingen waar een welwillend mens op stuit. „Je doet je best maar er is iets stuk”, zingt De Jong over de aarde die beeft en het water dat stijgt in het paradijs.

„Ze houdt van jou” is zijn troostrijke conclusie in dit sleutelnummer van een album dat losjes geënt is op de geboorteschreeuw van de rock-’n-roll, zoals Gene Vincent die in 1956 losliet met de schijnbare onzinkreet be-bop-a-lula. De coronacrisis had weinig vat op Spinvis’ werkwijze: opnemen in de studio onder zijn huis, gastrollen voor celliste Saartje van Camp en violiste Merel Junge, afmixen via „een zeldzaam speakertje uit 1950 dat precies de goede sound had.” Is het rock-’n-roll? De Jong weet het niet. „Je maakt iets en later zie je wel wat het eigenlijk is.”

Spinvis: Be-Bop-A-Lula Foto Excelsior

Uit een lofi-geluidscollage rijst het machineritme van openingsnummer ‘Tingeltangelhersenpan’ dat het credo “alles kan” lanceert voor een album dat ontroert, tot denken zet, een glimlach oproept en je meesleept in de wondere wereld van een zanger die kleine dingen groot, maar vooral grote dingen klein kan maken. De opgeruimde sfeer van het huppelnummer ‘Lente ’22’ is bedrieglijk. Op subtiele manier behandelt het de vergankelijkheid van vriendschap, idealen en het leven zelf. Geluk, of de onmogelijkheid daarvan is een terugkerend thema in songs over een gouden bruiloft, een verjaardag waar ‘Lang Zal Hij Leven’ wordt gezongen en het onvermijdelijke einde van al die feestelijkheden.

‘Icarus’ bezingt de kleine heimweezon, de stille afscheidszon en de beetje eenzaamzon, Spinvissianismen in optima forma tegen de achtergrond van een luchtbedblauwe hemelzee. Steelgitaar, kinderstemmen en een strijkje maken er onweerstaanbare zonneschijnpop van.

De melancholie van ‘Speel Dat Ik Leef’ en het Tom Waits-achtige hakketakritme van ‘Oogstlied’ dragen bij aan het verhaal dat Spinvis vertelt in twaalf kleurrijke popsongs en twee instrumentals, waaronder het spookachtige titelnummer dat met zijn bibberende violen zo ver van Gene Vincent afwijkt als maar mogelijk is. Be-Bop-A-Lula staat bij Spinvis voor een levensgevoel dat nooit helemaal af is. Uit de barsten groeit de schoonheid.

Het album Be-Bop-A-Lula is uit op Excelsior en te beluisteren via de streamingdiensten. Tour: zie Spinvis.nl

https://www.youtube.com/watch?v=zsWtK4o0aas

Lees verder…….