Spelen of actief aanleren, wat is goed voor deze dreumes?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.

Illustratie Martien ter Veen

Vrijwilliger bij een welzijnsorganisatie: „Ik begeleid het gezin van een statushouder met een dreumes. De moeder is bezig met de naturalisatieprocedure om Nederlandse te worden, dus het is de bedoeling dat zij in Nederland blijven en het kind hier naar school gaat. De moeder spreekt nog geen Nederlands. Er lijkt daar geen speelgoed te zijn. Ik neem in overleg met de moeder puzzels, speelgoed en boekjes mee. Met het houten puzzeltje dat ik onlangs meebracht, ging het meisje enthousiast aan de slag. Het speelgoed dat ik eerder gaf zie ik niet meer liggen.

In de opvoeding die ik kreeg van mijn ouders en die ik mijn kinderen gaf, is stimuleren erg belangrijk. Het gaat dan om actief iets aanleren. Puzzels doen, voorlezen, knutselen. Tegenwoordig denk ik steeds vaker: laat kinderen gewoon lekker zelf spelen, en draag alleen iets aan als het echt nodig is. Laat ze hun eigen tempo bepalen. Dit meisje staat ook op de wachtlijst voor voorschoolse educatie of kinderopvang. Dat maakt het misschien minder noodzakelijk om ook thuis samen met educatief speelgoed aan de slag te gaan?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Vooral stimuleren

Paul Leseman: „Voor het idee dat kinderen zich vanzelf ontwikkelen als je ze maar vrijlaat, is geen enkel wetenschappelijk bewijs. Het is juist omgekeerd: hoe een kind zich ontwikkelt is een optelsom van de eigenschappen van het kind en vooral van wat de omgeving aanreikt.

„Dat geldt ook voor taalontwikkeling: dat is geen spontaan rijpingsproces maar hangt juist erg af van wat er aan taal aangeboden wordt. Natuurlijk moet je wat je aan boekjes, speelgoed en beweging aanbiedt afstemmen op wat een kind leuk vindt en waar het aan toe is, maar het is niet raadzaam het die stimulans te onthouden.

„Dat geldt zeker voor een jong kind met een andere thuistaal, in een gezin waarin taakgericht spelen niet vooropstaat. Als je dat dit kind niet aanbiedt, krijgt het minder kansen in de Nederlandse samenleving. Dan kun je wel voorschoolse opvang bieden, maar het eigen huis als leeromgeving is minstens zo belangrijk.

„Kortom: het is geweldig dat deze vrijwilliger wil helpen de kloof te overbruggen tussen een migrantengezin en de Nederlandse samenleving. Ga hier vooral mee door.”

Aansluiten bij kind

Stijn Sieckelinck: „Ik snap uw zorg: u wilt niet dat dit meisje meteen achterloopt op de Nederlandse samenleving, tegelijk beseft u terecht dat een kind ook ontspannen mag kunnen spelen. Niks hoeven is ook een recht, zeker in een thuissituatie waarin waarschijnlijk wat stress heerst. Dan kan spel enorm helpen om veilig in een eigen wereld te kruipen.

„Maar dat spel hoeft niet haaks te staan op leren. Uw educatieve doel doet niets af aan het plezier dat het meisje kan hebben. Zolang u maar aansluit bij wat ze zelf leuk vindt. Dat hoeft niet heel expliciet ontwikkelingsgericht speelgoed te zijn. dat kan de ene dag een puzzeltje zijn en de andere dag een paar autootjes. Kinderen leren het snelst als ze zich veilig voelen.

„Als u fantasiespel kunt stimuleren, en dialoogjes met haar voert, draagt u enorm bij aan haar ontwikkeling. Maar kijk vooral waar ze zelf naar neigt en bouw daarop voort.

„Ik zou toch op diplomatieke wijze bij moeder proberen te achterhalen waarom dat speelgoed is weggelegd, en het niet persoonlijk opvatten. Ook zou ik haar vragen of er misschien een speeltje of boekje uit het thuisland in huis is. Het is belangrijk dat de thuistaal en de cultuur van ouders niet worden weggepoetst.”

Paul Leseman is hoogleraar pedagogiek in diverse samenlevingen aan de Universiteit Utrecht Stijn Sieckelinck is opvoedfilosoof en lector jongerenwerk aan de Hogeschool van Amsterdam.

Lees verder…….