‘Soms denk ik bij een date: oh shit, ik ga weer over mijn eigen grens’

Joy Delima: „Ik ga er altijd vanuit dat mensen mij niet mogen.”

Foto Annabel Oosteweeghel

Interview

Wat Joy Delima beleefde met haar bedpartners vormt de basis voor haar openhartige verhalen over seks. „Ik sta op het punt van volwassen worden. Ik ga richting de dertig.”

Er is een heel specifiek moment waarop actrice en schrijfster Joy Delima (28) ontdekte dat het loont om je kwetsbaar te tonen. Vóór die gebeurtenis was ze ervan overtuigd dat zichtbare zwakheden vooral werelden voor je sluiten, in plaats van openen.

Tijdens een repetitie voor haar afstudeervoorstelling moesten de studenten hun diepste angsten met elkaar delen. In die tijd kon Delima niet klaarkomen, en dat hield haar bezig. Wat nou als het nooit gaat gebeuren? Inmiddels heeft ze er zoveel over geschreven en gepraat dat het onderwerp haar makkelijk af gaat, maar toen was het haar allergrootste geheim. Ze dacht dat ze „kapot” was. Dus toen iedereen heel openhartig onthullingen deed, deed zij dat ook.

De reacties waren hartverwarmend, herinnert ze zich. Het leidde nog tijdens die opleiding tot een monoloog over klaarkomen in een theatervoorstelling. In plaats van de gevreesde kritiek, kreeg ze van het publiek begrip en bijval. Dat bracht een kanteling in haar denken teweeg – kwetsbaar en eerlijk zijn is krachtig. Sindsdien is dat de rode draad in haar werk.

Het is heel jammer dat ze dat op de basisschool en de middelbare school nog niet wist. Toen werd ze – geen idee waarom – keihard gepest en dat deelde ze niet in haar toch heel warme gezin. „Ik wilde ze er niet mee lastigvallen, denk ik.”

Joy Delima (28) draagt een korte rood-oranje top die haar buik bloot laat, en daaroverheen een dikke witte pufferjas. Op haar laarzen met slangenprint loopt ze door het Erasmuspark in Amsterdam-West. Het is de eerste zonnige winterdag in weken. „Het voelt nu heel erg stilte-voor-de-stormerig”, zegt ze. Zal het boek aanslaan? Gaan mensen het überhaupt kopen? Komen mensen wel op mijn boekpresentatie?”

Dinsdag verschijnt Goed komen, haar eerste boek. Het is een bewerking van haar columns over seks die ze sinds twee jaar voor de Volkskrant schrijft. Haar ervaringen met bedpartners vormen de basis voor de meeste verhalen. Vaak gaat het over haar eigen onvermogen om dicht bij haar gevoel te blijven. Waarom ze bijvoorbeeld niet durft aan te geven waar ze wel of niet van houdt.

Tijdens de seks vulde, en vul, ik heel vaak de gedachte van de ander in

Tegelijkertijd kijkt ze als een soort socioloog naar het gedrag van anderen in haar bed. Ze behandelt de liefde van mannen voor de ‘spermadouche’, het verschijnsel waarbij zij hun zaad op een vrouw lozen. „Hoe bedoel je ‘waar zal ik komen?’”, schrijft ze er in haar column over. „Alsof het sowieso ergens op mijn lichaam thuishoort.” Het is allemaal extreem intiem. De verzamelde columns zijn een „queeste”, zegt ze.

Waar ben je naar op zoek?

„Plezier. Genot.”

Naar seksueel vrij zijn?

„Ja. Vrij van in mijn hoofd zitten, eigenlijk. Tijdens de seks vulde, en vul, ik heel vaak de gedachte van diegene in: die denkt nu vast dit op vast dat. Of: wat zou hij lekker vinden? Ik wil zelf duidelijker communiceren. Ik lach heel vaak als ik me ongemakkelijk voel. Ook als seks niet lekker loopt. Dat is raar, toch? Als ik dat niet allemaal had opgeschreven had ik dat nooit ontdekt, denk ik. Om vrij te kunnen zijn, moet ik zien wat er mis is gegaan en dat oplossen. Het is een proces.”

Door haar columns heeft ze soms een „helikopterview” op haar leven, zegt ze. Door te schrijven over de problemen die zij ziet en ervaart, beïnvloedt ze haar werkelijkheid. „Ik vind dat ik wel moet proberen om mezelf positief te veranderen. Soms denk ik tijdens een date: oh shit, ik ga weer over mijn eigen grens. Dat kan ik niet maken tegenover de lezer!”

Hoe zie je voor je dat het is, vrij zijn in bed?

„Ik zie dan zo’n erge yoga-energie voor me. Glowy people, weet je wel. Soms zie je iemand en denk je: jij hebt sowieso sicke orgasmes. Mensen die zich goed voelen in hun lichaam. Mensen die niet bezig zijn met wat anderen van ze vinden.”

Je hebt een sociale angststoornis waar je ook weleens over schrijft. Hoe beïnvloedt die je leven?

„Binnenkort ga ik weer een nieuwe serie draaien, ik kan nog niet zeggen welke, wat inhoudt dat ik drie maanden met een groep ga werken die ik nog niet ken. Dat is voor mij heel spannend. Dan hoop ik dat ik erbij hoor. Het voelt alsof ik weer naar school ga, alsof ik weer gepest kan worden. Ik voel dat heel fysiek. Krijg last van stotteren, diarree, dat soort dingen.

„Ik ga er altijd vanuit dat mensen mij niet mogen. Ik krijg dan meteen een afstandelijke houding. Mensen denken daardoor juist vaak dat ik totaal niet angstig ben. Ze denken: Delima zit in een hoekje, die wil niet meedoen.

Ben je behalve naar seksuele vrijheid ook op zoek naar sociale vrijheid?

„Ik weet niet. Ik zal nooit iemand worden die heel amicaal is. Ik ga nooit iemand worden die meer dan dertien vrienden heeft, maar dat wil ik ook niet. Ik wil denk ik omarmen wie ik ben. Sociale contacten zullen voor mij nooit gemakkelijk voelen.

„Ik ben nu drie keer alleen op vakantie geweest. Dat was ook echt een drempel waar ik overheen moest. Naar Curaçao, waar mijn vader vandaan komt. De laatste keer kon ik veel gemakkelijker met mensen praten. Ik kwam veel gemakkelijker in contact. Eerder lukte dat niet. Dan maar gewoon boeken lezen en cocktails drinken. Maar de laatste keer dacht ik: ik ga nu aan de bar zitten en ‘open staan’. Dat hielp.”

Waarom deed je dat?

„Ik wilde leren om dat te doen. Ik wil ook wel gewoon een gesprekje met iemand voeren. Dan zie ik dat mensen met elkaar praten en denk ik: die doen dat wel. Je moet bij een heterostel eerst de vrouw aanspreken, anders wordt het een gek territoriaal ding. In die vakantie kreeg ik heel erg het gevoel dat ik alleen, in mijn eentje, gelukkig kan zijn.”

Je bent heel erg bezig met zelfontplooiing, en het leren kennen van jezelf.

„Ik sta op het punt van volwassen worden. Ouder worden. Ik ga richting de dertig. Het voelt als een nieuwe fase. Ik ontdek wat belangrijk is, en dat bepaalde dingen er niet toe doen.”

Dat klinkt prettig.

„Ja, ontzettend. Voorheen was ik heel veel bezig met wat ik dacht dat moest, zoals meer vrienden maken. Nu probeer ik te voelen wat me gelukkig maakt. Ik probeer niet te wachten totdat iemand anders mij gelukkig gaat maken. Afgelopen zomer ben ik best vaak alleen in dit park gaan picknicken en een boek gaan lezen. Dat had ik vroeger niet zo snel gedaan. Eerder bleef ik thuis als vrienden niet konden afspreken.”

„‘Jouw tijd komt nog wel’, zei mijn moeder vroeger altijd.” Delima lacht. „Ik denk dat die tijd nu gekomen is.” Haar moeder, die opgroeide in Suriname en tijdelijk stopte met werken nadat ze Joy kreeg, is een nieuwsgierige, ondervragende vrouw, zegt Delima. „Ze vindt niks gek of raar. Ik ontdek de laatste jaren, ook door die column, dat ik alles tegen haar kan zeggen.” Daarom overhandigt Delima het eerste exemplaar van het boek aan haar. Het stille en afwachtende dat Delima van zichzelf omschrijft, heeft ze van haar vader. Ze woont nu in Amsterdam, maar groeide op in Rotterdam. Daar ging ze al op haar achtste op toneelles. Het zat niet in de familie, maar het voelde logisch en natuurlijk.

Delima bewondert acteurs die heel goed kunnen transformeren; die een breed scala aan personages kunnen spelen. Haar eigen rollen blijven tot nu toe vrij dicht bij wie ze zelf is, zegt ze. In de NPO-serie Rampvlucht, over de Bijlmerramp, speelt ze een doortastende dierenarts. En in de wereldwijd uitgebrachte Netflix-productie Dirty Lines is ze een jonge en best brave vrouw die bij een sekslijn komt te werken. „Ik ben ook gecast om wie ik ben, en door mijn columns in de Volkskrant. Ik wil ook wel eens heel groot spelen. Ik speelde tijdens mijn opleiding bijvoorbeeld een keer een zelfverzekerde man en voelde me veel groter en stoerder dan normaal. Dat voelde heel goed. Ik kwam in mijn lijf. Het was een soort bevrijding.”

Ze zet een paar passen met haar benen ver uit elkaar, om te laten zien hoe breed ze werd. „The Joker spelen, zoiets zo geweldig zijn. Eng, gevaarlijk en grillig. Die rollen zijn er voor vrouwen niet zo veel. Je hebt Medea natuurlijk, maar ik ben heel erg van de nieuwe verhalen vertellen.”

Foto Annabel Oosteweeghel

Ben je wel eens bang dat die gevaarlijke, grillige rollen er niet voor jou komen?

„Nee. Ik vind ook dat je daar zelf naar kunt handelen. Je kunt tegen een castingbureau zeggen waar je naar op zoek bent. Ik ben niet bang voor de toekomst. Ik kan acteren, zingen, schrijven. Ik kan ook mijn eigen werk genereren. Ik wil heel graag een serie maken die gebaseerd is op mijn boek. In de stijl van Fleabag van Phoebe Waller-Bridge en I May Destroy You van Michaela Coel.”

Allebei series waarin vrouwen lelijke kanten van hun karakters laten zien.

„Die vrouwen maken zelf, spelen zelf. Er zit humor en pijn in. Alles.”

Je had tot vorig jaar een contract bij het Internationaal Theater Amsterdam. Een prestigieuze baan, maar je was er nog maar net begonnen toen je stopte. Waarom?

„Ik dacht: ik ga gewoon kijken wat ik ervan vind. En als ik het leuk vind blijf ik. Maar toen mijn contract afliep ben ik uit eigen beweging weggegaan.”

Gewaagd.

Breed lachend: „Ja, met een vast contract had ik misschien zelfs een huis kunnen kopen. Voor mij is geluk en met plezier naar je werk gaan het belangrijkst. Ik wil doen waar ik zin in heb, merkte ik daar. Als je in een ensemble zit, zegt iemand tegen jou: dit jaar ga je dit spelen. En dan kan het dus gebeuren dat je in een productie staat waarvan je de noodzaak niet voelt. En toen ontdekte ik dat het voor mij dan niet hoeft.”

Soms zie je iemand en denk je: jij hebt sowieso sicke orgasmes

Bij haar voorstelling Stamboom monologen, die ze schreef tijdens haar studie aan de ArtEZ en waarmee ze tot 2020 door het land reisde, had ze een heel sterk gevoel van urgentie. Het is een persoonlijke zoektocht naar haar achtergrond, en hoe die haar vormt.

Ze kreeg het idee voor de voorstelling, waarin ze allerlei vormen van racisme aankaart, toen ze erachter kwam dat ze pas de tweede zwarte actrice was die afstudeerde aan haar opleiding. „Op die voorstelling ben ik echt trots. Het is helemaal van mij. Ik heb het zelf geschreven, stond er alleen mee op het podium. Ik reisde met de trein het hele land door. Ik voelde noodzaak voor mezelf.”

Voelde je ook een maatschappelijke noodzaak?

„Ja, maar wel een maatschappelijke noodzaak die ontstond vanuit mezelf. Anders wordt het alleen maar vorm zonder inhoud. In Stamboom monologen gebruik ik veel zelfspot en humor, het kwam eruit voort dat ik op een hele witte school zat. En dat ik me afvroeg of er wel ruimte voor mij is in dit werkveld.

Die ruimte is er steeds meer, denkt ze, maar soms is het nog beperkt. Recentelijk kaartte ze op haar Instagram-pagina de kledingkeuze en de visagie in de filmwereld aan. Ze staat op de foto met een ‘huidkleurige’ bh, die zalmroze is en voor haar was klaargelegd. Delima vertelt dat ze vaak haar eigen haar en make-up moet doen, omdat de visagist het niet kan. „Dat is toch raar?” Een paar jaar geleden durfde ze daar nog niets van te zeggen, maar nu wel.

Als het om seks gaat, is er nog steeds veel dat ze niet zegt, of niet durft te zeggen. „Ik ben op dat vlak nog niet waar ik wil zijn. Maar ik weet wel wat ik moet doen om daar te komen.”

Communiceren, bijvoorbeeld, en uitvoerig blijven onderzoeken wat ze wel en niet wil.

„Ik ben op mijn zeventiende aangerand en dat trauma achtervolgt mij. Ik reageer vaak hetzelfde als toen, als ik iets onprettig vind: me van de situatie afsluiten, er een ongemakkelijke lach uit persen. Ik denk dat ik daarvoor in therapie moet. Laatst had ik bedacht dat iemand met wie ik aan het daten was, bij alles wat die wilde toestemming aan mij moest vragen. Ik had op die manier de macht over mijn eigen lijf. Het was geweldig.”

Joy Delima, Goed komen. Een seksuele queeste. De Arbeiderspers, 208 p’s, €22,50

Lees verder…….