Giulia of de laatste lenteparty van het sterfhuis Alfa Romeo

Recensie Auto

Autotest Bij Alfa Romeo laten ze je trots schaamteloos nog één keer zien hoe je een echte auto bouwt, schrijft .

Foto Merlijn Doomernik

De Alfa Romeo Giulia faceliften is als een kolencentrale in de vaart houden: een maatschappelijk onaanvaardbare provocatie. Hij was al ecologisch dubieus toen hij in 2016 zonder enige vorm van hybridisering op de markt kwam, en intussen is hij met een handvol haatzaaiende suv’s en supercars een toxisch fuck you naar de energietransitie. Glimlachend lees ik wat zijn uitbaters namens de nieuwe eigenaar Stellantis hebben vertimmerd aan de laatste echte Alfa. Ze hebben Full-LED Adaptive Matrix-koplampen in zijn krijgerskop geplant. Hij kreeg een 12,3 inch TFT-scherm ‘dat toegang biedt tot alle voertuiginformatie en de parameters voor de technologie voor autonoom rijden’. Kolder: welke idioot laat een Alfa Romeo voor zich rijden?

Voortaan is er nog maar één benzinemotor, een tweeliter turbo met 280 pk. Nergens in het perscommuniqué lees ik ‘mild-hybride’, nergens ‘48 volt-accu’, nergens ‘verduurzaming’. Geen vloermatten van hergebruikte petflessen en het leer zet het nog net niet op een loeien, zo rund. Voor wie kwaad wil, hebben die malle Italianen zelfs een diesel in de aanbieding. Het enige, al even onverteerbare motief om in dit dubieuze narratief te stappen is mijn pertinente onwil om de nieuwe midsize suv van Alfa Romeo te testen, de Tonale. In zo’n hypocriet, onmeetbaar mild hybride accountmanagersding voor ex-Peugeotrijders ga ik mijn laatste Alfa-ronden echt niet maken. In gedachten stervend zie ik de kinderen van de bestuurders, met hippe kuifjes van verkeerde kappers, Peugeotplakplaatjes op de achterruiten plakken. Ik zie de vaders in hun stropdasloze pakken kansloos baden in de glans van ooit. Met alles wat nog dom cisgender in mij is denk ik dan toch: had een Giulia genomen, lafaards. Hadden Tijmen en Jade ook in gepast. Hij heeft een achterbank.

Ik worstel er ook wel een beetje mee hoor. Mijn testauto, de vierwielaangedreven Competizione, voert een E-milieulabel. Elke fabrikant zou zich de ogen uit het hoofd schamen. Bij Alfa Romeo laten ze je trots schaamteloos nog één keer zien hoe je een echte auto bouwt. Theoretisch vindt de koper een endemisch met de zwakken meelevende tijdgeest aan zijn zijde. Die zou hem de verzachtende omstandigheid van de verslaving moeten gunnen. De schuld is helemaal jouw schuld niet, zoals de crimineel ook maar product van zijn milieu is. De Alfist zit met zijn passie in hetzelfde schuitje. Het zou ook hem tot zegen mogen strekken dat de empathie zo in de lift zit. Vergeet het. Hij zal hangen.

Spel met de traditie

Vooral geen moeilijke vragen stellen. Waarom dooft de verlichting niet altijd nadat ik hem vergrendelde? Waarom reageert het touchscreenmenu soms niet of nauwelijks op aanrakingen? Waarom klikt de richtingaanwijzer zo onvoorspelbaar, stopt hij na aantippen de ene keer vanzelf en dan weer niet? Omdat het een Alfa is, dombo. Dat hoort erbij, opdat de interactie even spannend blijft als het rijden.

Bij deze testauto lijkt de labiliteit vooral een spel met de traditie. Na een paar dagen begin ik hem on-Italiaans ondubbelzinnig te vertrouwen. Dit is een behoorlijk afgewerkte, zeer snelle sedan met een verbluffende wegligging. Zit- en geluidscomfort zijn meer dan draaglijk. Wat het verbruik betreft: je kunt zeggen dat hij zuipt met 1 op 12. Maar op de misdaadladder is het kleine criminaliteit, en als verslavingskwestie force majeure.

Hij stuurt als een scheermes. In de Giulia besef je dat in het elektrotijdperk haast geen auto dat meer doet, omdat het rijden als zelfstandig genoegen naar ik vrees steeds minder automobilisten interesseert. Niemand snapt het meer, op de paar uitgekotste sukkels na voor wie de slingerende autoreis door berg en dal de bijna hoogste vorm van romantiek was. De Giulia is de laatste lenteparty van het sterfhuis Alfa Romeo. Waarom zou je er dan niet nog één keer van genieten? Dus heb je na aftrek van belasting net een erfenis van minstens 65.000 euro opgedaan: koop je laatste Giulia, geniet van elke kilometer, smeer de afschrijving over een jaar of vijftien uit en druk je schuldgevoelens ferm de kop in met het alibi van alle weerlozen; Het Was Een Drang. No worries mate! Ruim 17 mille vloeit als bpm naar de staat, die met jouw bloedgeld alles groen maakt. En beschouw de wegenbelasting maar gewoon als verduurzamingscontributie. Van die 470 euro per kwartaal voor de diesel, met zijn C-label nota bene de schoonste delinquent in dit stinkende roversnest, leg je een bos aan!

Lees verder…….