Over appels, peren en rode inkt



Foto Janneke Vreugdenhil

De Libanese film Caramel speelt zich af in en rondom een schoonheidssalon in Beiroet. Een van de vaste bezoekers is een met haar leeftijd worstelende actrice. Het kost Jamale steeds meer moeite nieuwe rollen te bemachtigen en het feit dat ze bij elke auditie in een wachtruimte vol zelfverzekerde jonge vrouwen zit, maakt het er niet beter op. Op een dag trekt ze een zwierige witte rok aan en maakt daar met rode inkt een vlek op. Haar reactie wanneer iemand haar erop wijst dat ze heeft ‘gelekt’ is schitterend. Quasi-geschrokken draait ze zich om en vraagt koket, uitdagend bijna, aan een wachtkamer vol concurrentes: „Heeft iemand maandverband bij zich?”

De hele film (Nadine Labaki, 2007) zit vol ontroerende scènes, maar deze is me altijd bijgebleven. Ik was een jaar of veertig toen ik hem zag, lichtjaren verwijderd van mijn eigen menopauze en ik had destijds nog geen idee van wat me te wachten stond. Zou ik me ook zo onzeker gaan voelen? Zou ik voor de spiegel de huid van mijn gezicht straktrekken in een poging een glimp op te vangen van de vrouw die ik was geweest?

Dat laatste is nog nooit gebeurd, eerlijk niet. Maar ik sta tegenwoordig wel stiekem voor de spiegel mijn buik in te houden. Aaf Brandt Corstius schreef ooit dat je vanaf je veertigste een vierkantje wordt. Wel, ik werd rond mijn vijftigste een rondje. Een rondje op pootjes, u weet wel, een poppetje zoals een kind dat tekent. In vaktermen heet zo’n lichaamstype een appeltje. Dit ter onderscheiding van het peertje. Zelfs vrouwen die voorheen een peertje waren, worden tijdens de overgang soms een appeltje, omdat vet zich meer rond hun middel afzet dan voorheen.

Het is ook heel normaal, zo las ik op vrouwenindeovergang.nl, dat je gewicht tijdens de overgang met vijf tot tien kilo toeneemt. Weer bingo. Bij mij zaten de eerste vijf er binnen een maand aan, en de tweede vijf in de drie maanden daarna. Nu valt mijn BMI nog steeds binnen de normen, dus neemt u mijn gemiep niet al te serieus. Maar tien kilo vraagt wel om een compleet nieuwe garderobe. Het maakt dat je je eigen weerspiegeling in een etalageruit ziet en denkt: hee, daar loopt m’n moeder.

Het punt is dat ik niet in diëten geloof. Diëten werken niet om de simpele reden dat het onmogelijk is om ze de rest van je leven vol te houden. (Ik hoorde in een winkel eens een vrouw in een beeldige, maar te krappe jurk tegen de verkoopster zeggen: „Ik begin volgende week weer met shakes, dan is er zo acht kilo af en past hij prima.” Nee, dacht ik, over een half jaar zitten die kilo’s er weer aan plus nog twee extra en dan kijkt die jurk je verwijtend aan vanuit de kast. Waar ik wél in geloof is in kleine, stapsgewijze aanpassingen van je eetpatroon. Vaker naar een zak worteltjes grijpen in plaats van naar chips, dat werk. En die nieuwe leefstijl dan voor 80 procent naleven. Word je strenger, gaat het gegarandeerd mis. Voilà, mijn persoonlijke anti-dieetadvies.

Trouwens, braaf worteltjes knagend probeer ik tegelijkertijd een andere, minstens zo belangrijke aanpak. Het gaat weliswaar met vallen en opstaan, maar ik kan het elke vrouw – jong, oud(er), dun, dik(ker), appeltje, peertje – van harte aanbevelen: ik probeer mijn nieuwe vorm te omarmen.

De titel van de film Caramel verwijst naar een traditionele Arabische wijze van ontharen: suikerwaxen. Daarvoor wordt suiker met water en citroensap tot karamel gekookt, waarna de karamel afkoelt tot een dikke harsachtige substantie die op de huid kan worden gesmeerd, om er vervolgens inclusief ongewenste beharing weer af te worden getrokken. Ik heb overwogen om u vandaag een recept voor zo’n suikerwax voor te zetten. Bij veel vrouwen neemt in de overgang de lichaams- en gezichtsbeharing toe, dus zo raar zou dat niet zijn. Maar nee, we gaan toch maar echt eten koken: een op de Libanese keuken geïnspireerd voorjaarsgerecht.

In Libanon heet dit gerecht hindbeh bi zeit (of b’zeit), waarbij hindbeh paardenbloemblad betekent en bi zeit ‘bereid in olijfolie’. Wie zin heeft om eropuit te trekken om zelf paardenbloemblad te plukken, moet dat zeker doen, maar dezelfde bereidingswijze wordt ook vaak toegepast op andere bladgroenten. Ik gebruikte een mix van snijbiet, wilde spinazie en boerenkool. Ik vind de groenten het lekkerst wanneer ze lauwwarm zijn en dat komt goed uit, want dan kunnen ze mooi een beetje afkoelen terwijl u op het laatste moment de uien krokant frituurt.

Lees verder…….