Opinie | Het is vooral de vleessector die polariseert

Voedsel Met de campagne ‘Nederland Vleesland’ is het de vleessector die de tegenstellingen verscherpt, zegt . Uiteindelijk moet de vleesconsumptie omlaag.


Illustratie Hajo

Kun je depolariseren door te provoceren? Het antwoord lijkt evident: nee. Maar de partijen achter de campagne ‘Nederland Vleesland’ denken daar blijkbaar anders over.

Met een campagne die direct van allerlei kanten werd bekritiseerd wil de vleessector vleeseters „de bevestiging geven dat ze niet aan de verkeerde kant staan”, aldus de woordvoerder van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) in NRC. Als uitgangspunt van de campagne is dat al riskant, het lijkt uit te gaan van de veronderstelling van de tegenstander. En als het gevoel is dat je ten onrechte bekritiseerd wordt, is het misschien wel voor de hand liggend dat er een felle toon wordt gekozen. Ook al wordt gezegd dat het streven is te depolariseren.

Provocerend is deze campagne al vanwege de titel: alsof Nederland geheel gericht is op vlees. Door het land te claimen blijft er weinig ruimte over voor de ander, waar de vleesbedrijven naar eigen zeggen een dialoog mee willen aangaan.

In de Vleesland-campagne zit het idee dat er een doortrapte minderheid bestaat met een buitensporige invloed. Weet u wel dat er maar 5 procent van de Nederlanders vegetariërs of veganisten zijn, is een van de belangrijkste uitingen van de campagne. De suggestie is dat deze marginale groep een groot deel van het beleid bepaalt, een opmerking die ook wel bij de boerenprotesten is terug te vinden. De voorzitter van de COV ontkent zelfs dat de Tweede Kamer een goede afspiegeling is van de publieke opinie, omdat in een debat over slachthuizen de helft van de sprekers „overtuigd en uitgesproken vegetariër of veganist” waren. Zou dat de feiten over wat er in slachthuizen gebeurt anders maken? En hoeveel boerenzonen en -dochters waren er ook alweer ooit minister van Landbouw?

Duurzaamheid

Provocerend is de opstelling van Nederland Vleesland ook omdat het zegt de feiten te presenteren, terwijl het daaruit een zeer onvolledige selectie opdist. Zo is Nederland Vleesland er trots op dat 43 procent van de ingrediënten van het veevoeder bestaat uit reststromen die niet voor menselijke consumptie geschikt zijn.


Lees ook: Idee voor ‘vleesheffing’ is niet nieuw, maar wel omstreden

En de andere 57 procent? Allerlei issues zoals klimaat en stikstof worden niet of amper besproken, terwijl die toch in het middelpunt van de belangstelling staan. Ook de vergelijkingen zijn nogal willekeurig. Vleesland zegt dat de Nederlandse veesector een van de duurzaamste is ter wereld. Dat mag zo zijn, gefeliciteerd, maar de vraag is of die sector in deze omvang, in dit tijdsgewricht, in dit land, wel duurzaam genoeg is. Wie de discussies over stikstof een beetje gevolgd heeft, weet voldoende. Maar wat zegt de voorzitter van de COV? „Over de toekomst van de veehouderij in Nederland is op dit moment nog geen zinnige, onderbouwde uitspraak te doen, dus daar waag ik me niet aan.”

Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het niet eten van vlees ook een provocatie kan lijken. Zeker veganisten kunnen tamelijk kritisch, afstandelijk of zelfs agressief benaderd worden. Neem de aankondiging van een Maastrichts restaurant dat er met alle voorkeuren en allergieën rekening gehouden kan worden, om daar tussen haakjes aan toe te voegen: vegan is niet mogelijk.

Dierenwelzijn

In een samenleving waarin vlees eten de meest gebruikelijke optie is, kan het maken van een andere morele keuze confronterend overkomen. En dat leidt soms tot een grote mate van voorzichtigheid, omdat de vleeslobby gevreesd wordt. Dat was blijkbaar de reden dat toenmalig landbouwminister Carola Schouten (ChristenUnie) voor een klimaatcampagne het advies om minder vlees te eten „te negatief” vond en daaruit weerde.

Door in deze campagne een harde opstelling te kiezen, verscherpt de vleessector de tegenstellingen.

Is een debat over vlees mogelijk zonder te polariseren? Misschien niet. Daarvoor staat er aan verschillende kanten te veel op het spel. De ene kant ziet vlees eten als het summum van persoonlijke vrijheid en mannelijke kracht, de meest uitgesproken andere kant wijst het houden en zeker het doden van dieren voor menselijk nut principieel af.

Toch zijn er wel degelijk initiatieven mogelijk die meer het midden opzoeken dan deze borstklopperij van de vleessector. Een besef dat vleesconsumptie moet afnemen, met het oog op klimaat, gezondheid en ja, dierenwelzijn; een veel minder intensieve veehouderij; verbetering van de omstandigheden voor mens en dier in de slachtsector, aanpassingen in de omgang met dieren, door ze meer vrijheid en ruimte te geven en minder ingrepen te doen in hun lichamen. De slogan? ‘Minder vlees, m/v/x, je weet wel waarom’.

Lees verder…….