Opinie | De professionele musicus speelt door tot het echt niet meer kan

En ineens zit je als orkestmusicus thuis met een blessure die maar niet voorbij wil gaan. Niet een of twee weken, maar twee of drie maanden. Een schema van arts- en vervolgbehandelingen vervangt de repetities. In plaats van op het podium beland je in een wachtkamer waar de gesprekken over lief en leed en zelden over muziek gaan. Door de medische molen lijk je uit je mentale balans te raken. Je vertelt over je muziekwereld en hoopt dat jouw lijf het nog kan: de weg terug vinden.

De gedwongen rust schuift het vertrouwde dagritme vol muziek naar de achtergrond, je mist je instrument, maar naar muziek luisteren helpt niet. Na langer dan dertig jaar in een toporkest spelen, weet je dat je iedere dag zonder studeren meer vaardigheid kwijtraakt. De blessure voelt als een valkuil waar je wilskracht met je lijf strijdt.

Maar muziek is toch helend? Weer hoor je diezelfde vraag in een andere wachtkamer. Gelukkig word je door de dokter geroepen, die je een paar minuten later over dystonie vertelt – een bij musici veel voorkomende aandoening die door een jarenlange eenzijdige belasting van gewrichten en spieren ontstaat. Dat maakt het herstel van de polsontsteking moeilijk, maar het komt goed als je geduldig met je lijf omgaat. Je knikt en voelt dat de discipline die jouw leven als musicus bepaalt, je nu in de weg gaat staan. Het volgende advies over loslaten staat ook haaks op je routines. Slechts pijn is een echte belemmering, zodra die minder wordt, ga je weer aan de slag.

Thuis zoek je op het internet naar alternatieve behandelmethoden. Een artikel van gewaardeerde collega Wenneke Savenije, die naast Nederlands ook altviool studeerde, lijkt je betrouwbaar. De titel – ‘De kwetsbare musicus’ – en de eerste zinnen trekken je aandacht: „Muziek is heilzaam voor planten, voor dieren, voor mensen. Voor alle mensen? Nee, helaas is er één groep mensen die lijdt onder muziek: de musici.” Alarmbellen in je hoofd, zweet op je voorhoofd en begrippen als overbelasting, gehoorbeschadiging, schouder- of polsblessure – die Savenije ‘beroepskwalen’ noemt, borrelen op. Maar dat waren altijd kwalen van de anderen, niet van jou!

Muziek is iets wat je met hart en ziel doet, hoe kan dit roofbouw op je lichaam plegen?

Mentale inspanning

Acceptatie laat op zich wachten. Pas na een paar dagen erken je dat het studeren de laatste tijd niet zo soepel ging als vroeger. Ook heb je meer tijd nodig om een stuk voor te bereiden, wat ten koste van je ontspanning gaat. Je zal het tegen niemand zeggen, maar intensieve programma’s in het orkest kosten je onverwacht meer mentale inspanning terwijl je juist verwachtte dat het na zo veel jaren makkelijker zou gaan. Muziek is iets wat je met hart en ziel doet, iets waarvoor je leeft, hoe kan dit roofbouw op je lichaam plegen? Je zoekt het artikel van Savenije weer op om de uitspraak van vioolkeizer Jascha Heifetz nog een keer te lezen: „Om het zenuwslopende bestaan van een vioolvirtuoos te kunnen leiden, dient men te beschikken over de zenuwen van een stierenvechter, de spijsvertering van een boer, de vitaliteit van een bordeelhoudster, de tact van een diplomaat en de concentratie van een Tibetaanse monnik.”

Genoeg gepiekerd, je kan het, op naar het concertleven, zo snel mogelijk weer presteren lijkt je de enige weg. Dit gesprek met jezelf werkt, je knapt wonderlijk snel op. Ook de arts zegt dat je mag beginnen met studeren. Blij let je niet op de opbouw van je krachten, maar gaat volop aan de slag. De pijn voel je wel, maar je speelt door. Weer één met je instrument lijkt alles makkelijker dan je dacht en je geneert je voor de sombere gedachten – goed dat je die met niemand gedeeld hebt! Je optimisme overwint alles en je kijkt naar het orkestrepetitieschema dat als een vrijbrief voelt om volgende week weer te mogen leven. ’s Nachts droom je over je werk als een stekende pijn in je schouder je wakker schudt. De klachten houden tot de ochtend de slaap bij je weg. Je belt het ziekenhuis, dankbaar dat de orthopeed je dezelfde ochtend nog wil zien. Een ontsteking in je schouder als gevolg van overbelasting duwt je acuut verder weg van het repetitieschema. Je begrijpt de wereld niet, sombere gedachten kruipen terug in je hoofd, maar nu machtiger.

Muziekpoli

Dit verhaal is een herkenbaar patroon voor veel musici in toporkesten. Helaas ook voor mij. Al jaren vecht ik als musicus met mijn lijf dat maar niet naar me wil luisteren, waardoor mijn klachten met enige regelmaat terugkomen. Na jaren specialistische behandelingen in handklinieken, meerdere cortisolinjecties en oneindig veel uren met fysiotherapeuten ben ik dit jaar op de Muziekpoli van Tergooi MC in Hilversum terechtgekomen. Dr. Laura Kok, orthopedisch chirurg en musicus, die als altvioliste het bachelor- en masterdiploma aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag behaalde,is na haar opleiding als chirurg gepromoveerd op het thema van geblesseerde musici. Zij zei me dat niets in je lijf gebeurt zonder mentale reden. Deze zin zette me aan het denken. Op zoek naar verbanden tussen de fysieke en mentale kant van een blessure ontdekte ik dat er in de muziek meer taboes zijn dan ik me eerder realiseerde. Toegegeven, als uitvoerende musicus zal ik niet snel vertellen dat me iets mankeert, maar speel ik door tot het echt niet meer kan, waardoor de fysieke klachten op mijn gemoedstoestand overslaan.

Lees ook Ik heb meer nodig dan een glas glühwein

<p>Illustratie Cyprian Koscielniak</p>

Preventief om hulp vragen heeft het imago van een nederlaag: je geeft toe je werk niet goed te kunnen doen. Terwijl ik in het boek Musiceren is een topsport, geschreven door Gert de Cuyper, Griet Baert en Linde Verjans, lees dat sporters zich juist tijdens hun mindere dagen met experts, begeleiders en coaches omringen om hun prestaties blijvend hoog te houden. Dat doet een musicus niet snel. Heeft dat te maken met zelfkennis of zelfvertrouwen? Ik ontdekte dat een gebrek aan alle twee bij mij voor herhaling van het ziektepatroon zorgen. Aarzelend en met gemengde gevoelens trok ik dit keer wel aan de bel.

Zo belandde ik in een werkgroep waar verschillende specialisten en experts samen met een Arbo-coördinator het probleem bij musici niet alleen herkennen, maar er ook samen aan willen werken. Voor mij was het een opluchting dat ik er niet alleen voor stond. Toen ik me durfde te uiten, kreeg ik te horen dat meer dan 50 procent van de musici met mentale klachten kampt als gevolg van fysieke blessures. Klachten die wij, musici, bespreekbaar moeten maken, alleen al om optimaal te kunnen presteren. Op conservatoria gebeurt het al, jonge mensen durven persoonlijke sores en/of psychische blokkades met hun coaches te delen. Nu wij nog, de volwassen meerderheid uit de toporkesten.