Opgewekt en ongebroken blijft Oleg Orlov strijden voor vrijheid in Rusland

‘Het doet pijn als er misdaden worden gepleegd, maar het doet nog veel meer pijn als die misdaden worden gepleegd uit naam van mijn vaderland’, zei de Russische mensenrechtenactivist Oleg Orlov vorig jaar in een indrukwekkend interview met journalist Katerina Gordejeva. Het gesprek was opgenomen in het ontruimde pand van Memorial, de mensenrechtenorganisatie die hij in 1988 mede oprichtte en die in 2021 in Rusland werd verboden. Welk cijfer hij zijn land zou geven? „Een mager tweetje, want ik ben een optimist”, was zijn antwoord.

Zou Oleg Orlov die vraag dezer dagen opnieuw worden gesteld, dan zou zijn cijfer over Rusland waarschijnlijk nog lager uitvallen. „Dit is een misdaad van het regime, ze hebben hem opzettelijk vermoord. Ik hoop met mijn hele hart dat de daders verantwoordelijk gehouden zullen worden”, zei hij in een reactie op de dood van de Russische oppositiepoliticus Aleksej Navalny, vorige week in een strafkamp aan de poolcirkel.

Op dat moment moest de 70-jarige activist zelf aantreden bij de zoveelste hoorzitting, in een sinds vorig jaar slepende rechtszaak tegen hem vanwege zijn protestacties tegen de Russische invasie van Oekraïne. „Zij wilden fascisme en hebben het gekregen”, schreef Orlov vorig jaar in een opinieartikel voor het Franse Médiapart. Hij kreeg een aanklacht wegens ‘discreditatie van het leger’ aan zijn broek en kreeg een boete opgelegd. Maar Orlov weigerde het vonnis te aanvaarden en ging in beroep, waarop de aanklager verzwarende omstandigheden aanvoerde: Orlov zou een problematisch karakter hebben en een gevaar vormen voor zijn omgeving. Voorts wordt hij beschuldigd van „vijandigheid tegen traditionele Russische spirituele, morele en patriottische waarden” en van „haat tegen het Russische leger.” Hij kan 3,5 jaar gevangenisstraf krijgen. Zelf blijft Orlov er nuchter onder, maar de in zijn eigen woorden “Kafkaëske rechtszaak” leidt binnen en buiten Rusland al maanden tot beroering. Op de tweede zittingsdag, eerder deze week, las Orlov in Het proces van Franz Kafka.

Oorlog in Afghanistan

Orlovs ironische nuchterheid verrast niet. De afgelopen 35 jaar zag de activist alle facetten van de menselijke wreedheid voorbijkomen in zijn werk. Hij werd geboren in het jaar van Stalins overlijden, studeerde biologie in Moskou en werd politiek wakker geschud door de wrede Sovjet-oorlog in Afghanistan. Op zijn 26ste begon hij politieke pamfletten te kopiëren, die hij op muren en ramen plakte. Maar zijn straatacties in Moskou haalden weinig uit. „Net als nu zweeg de samenleving ook toen over de oorlog”, zei hij in het interview met Gordejeva. Daarna begon hij zich te verdiepen in de mensenrechtenschendingen door het Sovjet-regime in de Kaukasus en Oost-Europa. Eind jaren 80 was hij betrokken bij de oprichting van Memorial. Orlov zou de mensenrechtentak van de organisatie jarenlang leiden als directeur.

Orlov staat onder collega’s bekend als een aanpakker. Tijdens de bloedige gijzeling van een ziekenhuis in het Noord-Ossetische Boedjonnovsk, in 1995 door Tsjetsjeense terroristen, trad Orlov op als onderhandelaar en bood hij zich aan als gijzelaar in een poging de levens te redden van de honderden gegijzelde vrouwen en kinderen. De extreem gewelddadige ontzetting van het gebouw door Russische troepen, maakte dat velen de gijzeling niet overleefden. In 2004 werd hij lid van de mensenrechtenraad van de president en ontmoette president Poetin in die tijd meermaals. In 2007, een jaar na de moord op de Russische journalist Anna Politkovskaja, werd Orlov samen met enkele journalisten in het Kaukasische Ingoesjetië ontvoerd door gemaskerde mannen. Ze werden in elkaar geslagen en gedreigd met executie, zoals twee jaar later zijn collega Natalia Estemirova zou overkomen. Voor zijn werk werd hij internationaal onderscheiden.

Ondanks de verschrikkingen blijft de immer kalme, opgewekte en vriendelijke Orlov ongebroken en blijft hij strijden voor zijn rechten en voor die van anderen. Hij peinsde er dan ook niet over om zijn land te verlaten, toen zijn collega’s in de afgelopen twee jaar een voor een werden opgepakt. „Iedereen maakt eigen afweging. Ik blijf [in Rusland] omdat ik hier mogelijkheid zie om te werken. Omdat mijn stem van hieruit beter hoorbaar is dan daar.”