Op weg naar de topdertig speelt Botic van de Zandschulp met de tijd

Tennis De verwachtingen rond Botic van de Zandschulp worden steeds groter. Ook bij de beste tennisser van Nederland zelf.

Botic van de Zandschulp dinsdag tijdens zijn eersterondepartij bij het ATP-toernooi van Rotterdam.
Botic van de Zandschulp dinsdag tijdens zijn eersterondepartij bij het ATP-toernooi van Rotterdam.

Foto Sander Koning/ANP

Kijken naar het tennis van Botic van de Zandschulp (26) heeft iets rustgevends. Hij lijkt met de tijd te spelen, is in balans. Als de bal dinsdagavond in een leeg en spookachtig Ahoy – na tien uur ’s avonds mag er geen publiek bij zijn – hard op en neer gaat over het net, lijkt de tennisbal bij de snaren van het racket van de Nederlander altijd even stil te hangen in de lucht.

Zijn gespierde benen staan als een huis, de arm is los. De beste tennisser van Nederland bezit daardoor in Rotterdam in de rally ogenschijnlijk de gave van extra tijd, wat een luxe is in een sport die erom draait vooral de tijd bij elkaar weg te nemen.

Het suggereert ook dat hij nog wel een stuk beter kan dan de 51ste plaats die hij nu inneemt op de wereldranglijst. Tegen de Spanjaard Bernabe Zapata Miralles – de nummer 129 van de wereld – laat de Nederlander met een overwinning (6-1 en 6-2) in de eerste ronde van het ABN AMRO World Tennis Tournament de gave zien die niet alle tennissers is gegeven.

Die extra tijd is een combinatie van talent, handoogcoördinatie, een verfijnde manier van bewegen en perfecte controle over de stand van het racketblad. „Misschien lijkt het dat ik tijd over heb”, zegt Van de Zandschulp zelf over zijn spel. Om vervolgens, na een korte pauze, te concluderen: „Misschien is dat ook wel het geval.”

Zijn coach Peter Lucassen (33) vindt die uitstekende balans op de baan ook Botics grote kwaliteit. „Die rust is een beetje zijn identiteit, en daar werken we ook aan. Als Botic goed speelt heeft hij veel overzicht en is hij niet snel uit balans te krijgen. Hij heeft ook een heel snelle eerste pas. Dat geeft rust”, zegt hij.

Timing en losheid

In de statistieken van de Australian Open van afgelopen jaar stond de Nederlander derde in de toptien van spelers die gemiddeld de hardste forehand sloegen bij het grandslamtoernooi in Melbourne. Het verbaast Lucassen niet. „Ik heb met erg veel goede spelers mogen overslaan, maar Botic geeft de meeste druk met zijn bal. De impact van zijn forehand is zo enorm groot. Ik denk dat hij dat zelf niet eens zo beseft. Botic staat zó sterk op zijn benen. Daar haalt hij veel kracht uit. Het is een combinatie van timing en de losheid waarmee hij ballen raakt. ”

Van de Zandschulp wisselt dinsdag tegen Zapata Miralles harde ballen af met dropshots, de kortere ballen. Hij dolt hem af en toe. Het geeft aan hoeveel beter de Nederlander is geworden. Drie jaar geleden verloor hij nog van de Spanjaard.

Van de Zandschulp speelt intuïtief, zegt hij. Zo oogt zijn spel ook. Niet geforceerd, naturel. Hij staat op de baseline en weet dat hij snel genoeg is om veel ballen te halen en zelf ook heel erg kan uitdelen. Dat maakt hem voor elke tegenstander heel gevaarlijk.

„Ik heb altijd een bepaald speelplan van tevoren. Maar dat wil niet zeggen dat het leidend is. Dat is intuïtie. Als ik lekker speel, hoef ik niet na te denken en zit ik een soort flow.”

Voor iemand die te boek staat als laatbloeier – hij haalde op z’n 25ste pas de tophonderd van de wereld – heeft Van de Zandschulp veel overmacht op de tennisbaan. Zijn overwinning op Zapata Miralles oogt als routine, maar was pas zijn eerste zege ooit bij het ATP-toernooi in Rotterdam.

De Veenendaler stond jarenlang in het circuit bekend om zijn mokerslagen, maar kon af en toe in zijn hoofd onrustig worden. Hij steeg van plek 535 op de wereldranglijst in 2019 naar plek 156 – in twee jaar tijd. Het afgelopen jaar maakte hij de sprong naar de tophonderd. Van de Zandschulp werd elk jaar gedisciplineerder. Daardoor kon hij die grote stap zetten.

„Tennis is heel fysiek. Dat wordt steeds belangrijker. Je moet ontzettend goed kunnen bewegen. Ik ben elke dag zo’n twee uur bezig met fysieke arbeid”, zegt Van de Zandschulp. „Ik train niet veel met gewichten, maar doe veel schouder en core [romp], dat is het voornaamste. Ik deed dat vroeger ook, maar ik ben me er nu bewuster van dat het verschil maakt.”

Perfectionistisch mens

Het lijkt alsof de jaren in de luwte de Nederlander langzaam hebben klaargestoomd voor iets moois. Lucassen schetst zijn pupil als een perfectionistisch mens, die altijd beter wil. Niet de makkelijkste voor zichzelf. Van de Zandschulp wil graag elke dag een „tien plus ” scoren. Dat maakt hem snel ontevreden over zijn eigen prestaties, maar stuwt hem ook naar grote hoogten.

Het bereiken van de kwartfinale bij de US Open, begin september vorig jaar, is geen run van een eendagsvlieg. Met zijn goede spel kan Van de Zandschulp de eerste Nederlander worden sinds Sjeng Schalken in 2004, die de mondiale topdertig haalt.

„Hoe hoger de intensiteit van de wedstrijd en hoe meer spanning, hoe meer hij zijn adrenaline omhoog brengt en hoe beter hij speelt. Het doel is dit jaar zoveel mogelijk van dat soort grote wedstrijden spelen”, zegt Lucassen. „De topdertig is ons eerste doel. Dat is een mooi doel. Het is zeker reëel.”

Donderdag is qualifier Jiri Lehecka in Rotterdam de volgende tegenstander. De Tsjech won verrassend van de Canadese publiekstrekker Denis Shapovalov.

De laatste Nederlandse winnaar van het altijd sterk bezette toernooi in Rotterdam was Jan Siemerink, in 1998. Naar dat soort statistieken gaan de gedachten wie de rust ziet in de slagen van Botic Van de Zandschulp.

Lees verder…….