Op divers Mauritius mag iedereen zichzelf zijn, behalve lhbti’ers

In de haarspeldbochten van de beboste bergen van Mauritius doemen altaren op; christelijke en hindoeïstische, onder meer van de godin Kali. ‘Mauritius. Land van vele culturen, maar één volk’, staat op een bord bij de hindoeïstische mandir [tempel] bij het kratermeer Ganga Talao. Religie is hier nooit ver weg. In de dorpen en steden staan veelkleurige Tamil-tempels en moskeeën. Tuinmannen harken het gras voor de witte kerken aan. Zelfs voortuinen worden getransformeerd tot persoonlijke gedenkplaatsjes.

In andere landen leidt een verscheidenheid aan etnische groepen en religies niet zelden tot politieke instabiliteit en economische stagnatie. Maar niet op dit Afrikaanse eiland ten oosten van Madagaskar. Mauritius voert een beleid dat juist die verschillende culturele uitingen stimuleert, maar waar niemand domineert. Een aantal zetels in het parlement wordt standaard toegewezen aan de ‘beste verliezers’, waardoor alle grote etnische en religieuze groepen vertegenwoordigd zijn en, belangrijker nog, het voor één partij moeilijk is in zijn eentje de meerderheid te behalen.

Die stabiliteit werpt vruchten af. Het land is sinds de onafhankelijkheid een economisch succesverhaal. Het meest ontwikkelde land van Afrika zelfs, aldus de Human Development Index van VN. Maar het beleid werkt niet voor iedereen. Juist de cultureel diverse samenleving draagt bij aan de inperking van een andere vorm van diversiteit: die van seksuele oriëntatie en gender. De grote aanwezigheid van religie is een conservatieve kracht, die niet goed samengaat met lhbti-rechten, ziet Ryan Ah Seek (29), die zelf homoseksueel is.

Hij spande een rechtszaak aan voor het „decriminaliseren” van seks tussen personen van hetzelfde geslacht. Het gaat om een sectie uit het Wetboek van Strafrecht uit 1838 – toen Mauritius nog een Britse kolonie was. De Mauritiaanse staat noemde de aanklacht in zijn verweer een „zeer gevoelige kwestie” vanwege het „delicate sociaal-culturele en religieuze weefsel van de Mauritiaanse samenleving”. Een koloniale wet, stelde Ah Seek, en later ook de rechter. Afgelopen najaar won de 29-jarige na een proces van vijf jaar de rechtszaak. Volgens de rechter is de passage uit 1838 in strijd met de grondwet die Mauritius bij de onafhankelijkheid in 1968 opstelde, waarin staat dat discriminatie verboden is.

Zwaard van Damocles

Als klager in de zaak kreeg Ah Seek nationale en internationale bekendheid als homoactivist. Maar doordeweeks werkt hij in de bankensector. Met een rode keycard met ‘Pride’ om zijn nek komt hij aanlopen in een sjiek, vele verdiepingen tellend kantoorgebouw in de Mauritiaanse stad Quatre Bornes. Hij gaat zitten op een comfortabele grijze fauteuil. „Ik spande de zaak aan, omdat ik bang was dat de politie ineens voor de deur zou staan”, legt hij uit. Hij kent verhalen van mensen die door wraakzuchtige ex-partners en boze ouders werden aangegeven.

Ik zou mijn baan als bankier kunnen verliezen vanwege een strafbladRyan Ah Seek Lhbti-activist

„Ik zou mijn baan als bankier kunnen verliezen vanwege een strafblad”, zegt hij. Zijn opgerolde groene blouse legt een tatoeage met ‘No one except me can judge me’ op zijn onderarm bloot. Verwijzend naar een uitspraak van een Zuid-Afrikaanse rechter oordeelde de rechtbank van Mauritius dat alleen al de dreiging van arrestatie, vervolging en veroordeling „als een zwaard van Damocles boven de hoofden hangt” van homoseksuele personen.

Mauritius past in een rijtje van zuidelijk Afrikaanse landen, afgekort SADC, waar homoseksualiteit gedecriminaliseerd wordt. Een kleine meerderheid, negen van de zestien landen, verbiedt relaties tussen hetzelfde geslacht niet langer. In Namibië is nog een soortgelijke zaak bezig. Op de rest van het Afrikaanse continent nam een aantal landen onlangs juist extreem strenge wetten aan, zoals Ghana en Oeganda. De wetten moeten worden aangepast aan de tijd, vindt Ah Seek. „Het Verenigd Koninkrijk heeft deze wet in eigen land al in 1969 geschrapt, een jaar na Mauritius’ onafhankelijkheid.”

Lees ook Achter de anti-homowetten in Afrika zitten conservatief christelijke krachten uit de VS en Europa

De rechten van lhbti’ers staat in landen als Ghana steeds verder onder druk. Met de fotoserie <em>The Promotion of Proper Human Sexual Rights and Familiy Values</em> wil de Senegalees-Canadeze fotograaf Clara Watt in protest op de strengere anti-homowetgeving in het land de lhbti-gemeenschap in Ghana een gezicht geven. Op de foto staat een 27-jarige homoseksuele man. „De lhbti-gemeenschap is waar ik mijn gekozen familie en de liefde vond. Hier besefte ik dat ik niet alleen ben in de wereld.”

Pride-optocht

Nathalie Germain (54), biseksueel, zit in de vrolijk gekleurde vergaderzaal van het kantoor van de eerste lhbti-organisatie van Mauritius, Collectif Arc-en-Ciel (CAEC), die zij in 2005 opzette. Op de muur achter haar staat een schildering van de bekende Stonewall-opstand van lhbti’ers in New York in 1969, een donatie van de Amerikaanse ambassade. Een psycholoog, werkzaam voor de organisatie, komt even de ruimte in. Elke zaterdag biedt zij gratis psychologische sessies aan. De verslaggever mag er niet bijzitten, „dat zijn vaak gevoelige gesprekken”. Ook heeft de organisatie een behandelkamer voor hiv-testen. „Mensen voelen zich gestigmatiseerd als ze naar het ziekenhuis gaan en komen liever naar ons”, legt ze uit.

Germain organiseerde de eerste Pride-optocht van Mauritius. Daar was ook Dimitry Ah-Yu (36) aanwezig, nu is hij mede-voorzitter van de organisatie. „Vóór Collectif Arc-en-Ciel dacht ik dat ik de enige homoseksuele man van Mauritius was”, zegt Ah-Yu. Hij draagt een kruisje om zijn nek. Ook hij ziet dat de discriminatie afkomstig is van conservatieve religieuze groepen, van alle geloofsovertuigingen. „In 2018 werd onze Pride-optocht tegengehouden door moslimextremisten die ons bedreigden. Sindsdien is er meer politie bij de mars dan activisten”, vertelt hij.

Dat doet de regering niet uit steun voor de groep, nuanceert Ah-Yu, maar met economische motieven. Toerisme is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van het land en als een lhbti’er iets overkomt is dat „slechte publiciteit”. Mauritius zet nu zelfs in op het aantrekken van westerse lhbti-toeristen.

Homofobe scheldwoorden

Maar binnenlandse lhbti’ers kampen nog altijd met discriminatie. Zo werd Ah Seek belaagd door een groep van „honderd mannen” toen hij bij de viering van de Mauritiaanse Onafhankelijkheidsdag met vriendinnen in de hoofdstad Port Louis liep. Een van de belagers begon tegen zijn vriendin, een trans vrouw, te schreeuwen en de groep belachelijk te maken. „Een jongen probeerde een paraplu in mijn achterwerk te stoppen”, zegt hij. Ook kreeg hij voordat hij op zichzelf ging wonen dagelijks homofobe scheldwoorden van zijn vader naar zijn hoofd.

In tegenstelling tot dat van andere landen die het „multiculturalisme hebben omarmd”, is het Mauritiaanse beleid niet „inclusief”, concludeerde professor Shabneez Bhankaraully in een onderzoek naar discriminatie op Mauritius. Er wordt niet actief ingezet op het wegnemen van barrières voor gemarginaliseerde groepen, zoals lhbti’ers, zoals uitsluiting en pesten op het werk. Veel Mauritianen noemen de regeringspartij, de Militant Socialist Party, autoritair. Activisme wordt over het algemeen niet geduld. Behalve dus als het meer toeristen trekt, zegt Ah-Yu cynisch.

Ah Seek is dolblij dat de criminalisering van relaties van hetzelfde geslacht na de jarenlange strijd is afgeschaft, maar zal dat ook iets veranderen aan de opvattingen van de bevolking? Germain ziet gelukkig wel „andere problemen” dan toen zij opgroeide. „Toen we begonnen moesten we twee meisjes verstoppen, omdat hun familie hen wilde kidnappen vanwege hun geaardheid. Nu helpen we met counseling of bij discriminatie op het werk.”