Ook tijdens de klimaattop gaat het over Oekraïne

Gevolgen oorlog De Russische invasie in Oekraïne heeft grote gevolgen voor het internationale klimaatbeleid. „De wereld kan zich geen enkel geweerschot meer veroorloven”, zei president Zelensky in een videoboodschap op de klimaattop in het Egyptische Sharm-el-Sheikh.

Een krater van een Russische bom in het Oekraïense stadje Siversk. Volgens recent onderzoek is tijdens de oorlog in Oekraïne evenveel CO2 uitgestoten als in Nederland in dezelfde periode.
Een krater van een Russische bom in het Oekraïense stadje Siversk. Volgens recent onderzoek is tijdens de oorlog in Oekraïne evenveel CO2 uitgestoten als in Nederland in dezelfde periode.

Foto Oleksandr Ratoesjnjak/Reuters

Zonder vrede geen klimaatbeleid. Dat was de boodschap van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky tijdens de eerste week van de klimaattop in de Egyptische badplaats Sharm-el-Sheikh, die nog tot vrijdag duurt. „Er zijn mensen die een agressieve oorlog beginnen, op een moment dat de planeet zich geen enkel geweerschot meer kan veroorloven omdat we wereldwijde actie nodig hebben”, zei de president via een videoverbinding vanuit Kiev.

Zelensky wees erop dat landen zich door de oorlog genoodzaakt voelen hun kolencentrales weer aan te zetten, die ze eerder juist van het elektriciteitsnetwerk hadden afgekoppeld om hun klimaatdoelen te halen. Bovendien, zei de president, heeft de Russische agressie een acute voedselcrisis veroorzaakt in landen die toch al in een benarde situatie verkeren door extreme droogte en overstromingen als gevolg van de opwarming van de aarde. Hij riep de wereldleiders in Sharm-el-Sheikh op om aan „degenen die de klimaatagenda niet serieus nemen uit te leggen dat ze een catastrofale vergissing begaan”. Ruslands „waanzinnige en illegale oorlog […] vernietigt het vermogen van de wereld om samen te werken aan een gemeenschappelijk doel”.

EU negeert Russische delegatie

De invloed van de oorlog in Oekraïne was tijdens de eerste week in Sharm-el-Sheikh goed voelbaar. Niet omdat Rusland gewoonlijk een belangrijke rol speelt tijdens klimaatconferenties. De Russen hebben de klimaatagenda nooit erg serieus genomen. President Poetin heeft in het verleden weleens gesuggereerd dat klimaatverandering gunstig zou uitpakken voor het koude Siberië. Dus dat hij niets van zich heeft laten horen in Sharm-el-Sheikh, maakt weinig uit. Er is een Russische delegatie, die gewoon zijn stem kan laten horen in de onderhandelingen. Al hebben Europese landen afgesproken daar zo min mogelijk naar te luisteren.

De oorlog speelt in het internationale klimaatbeleid vooral een rol door de afgeknepen Russische gastoevoer naar Europa. In de paniek daarover zijn het afgelopen half jaar besluiten genomen die indruisen tegen de plannen voor CO2-reductie. Kolencentrales zijn weer aangezet, en Europese landen, ook Nederland, begonnen op eigen houtje voor veel te hoge prijzen overal op de wereld LNG, vloeibaar gas, te kopen. Een groot deel daarvan zou anders naar landen zijn gegaan die het gebruiken als een wat schoner alternatief voor steenkool. Die landen konden onmogelijk opbieden tegen de Europese Unie en blijven langer afhankelijk van hun kolencentrales.

Het pleidooi van klimaatwetenschappers en het IEA om geen gas- en olievelden meer aan te boren, is in de wind geslagen

Oost-Europese landen, waar kolencentrales sowieso nog volop branden, zijn bezig hun plannen voor de energietransitie aan te passen. Sommige landen wilden kolencentrales vervangen door gasgestookte centrales als een tussenstap op weg naar zon, wind en kernenergie. Nu overwegen ze die tussenstap over te slaan, waardoor ze langer afhankelijk blijven van kolen.

‘Geen taboes’

Eurocommissaris Frans Timmermans (Klimaat) vond het allemaal goed. In het begin van de oorlog zei hij in een interview met de BBC dat „de geschiedenis een scherpe bocht heeft genomen” en dat er wat hem betreft „geen taboes” rustten op wat extra vervuiling om de leveringszekerheid van energie te garanderen. Zeker omdat de meeste Europese landen bezweren dat hun klimaatdoel niet in gevaar komt. Ook de Nederlandse klimaatminister Rob Jetten (D66) gaat nog steeds uit van een CO2-reductie van 55 procent in 2030 – al trekt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de haalbaarheid daarvan in twijfel – en klimaatneutraliteit in 2050.

De tijdelijke terugkeer naar steenkool is slecht voor het klimaatbeleid, maar riskanter is de hernieuwde jacht op Europees gas. Zo hebben Nederland en Duitsland toestemming gegeven voor de bouw van een boorplatform in de Noordzee, ten noorden van Schiermonnikoog. Ook elders op de Noordzee wordt geaasd op nieuwe gasvelden. Daarnaast wordt in verschillende Europese havens gewerkt aan de bouw van LNG-terminals. Hierbij gaat het niet om de energievoorziening op de korte termijn: de aanleg van dit soort infrastructuur duurt jaren. Maar het zal landen wel langer afhankelijk houden van gas, want bedrijven willen hun miljardeninvesteringen terugverdienen – en dat kan decennia duren.

Zo wordt het pleidooi van klimaatwetenschappers en het Internationaal Energieagentschap (IEA) om geen nieuwe gas- en olievelden meer aan te boren, in de wind geslagen. Volgens het IEA is het noodzakelijk om het grootste deel van de voorraden aan fossiele brandstoffen onaangeroerd te laten om de gemiddelde stijging van de temperatuur op aarde te beperken tot anderhalf à twee graden Celsius.

Geloofwaardigheid

De Europese gasinvesteringen gaan ook ten koste van de overtuigingskracht van de Europese Unie in de klimaatonderhandelingen. Afrikaanse landen waren woedend toen een groep landen vorig jaar op de klimaattop in Glasgow aankondigde hun investeringen in buitenlandse ‘fossiele’ projecten te staken. „Hiermee stapelt zich een groot economisch onrecht op het klimaatonrecht waar Afrika al meer dan ieder ander continent onder lijdt”, zei de Senegalese president Macky Sall daar onlangs over. Senegal hoopt geld te verdienen met gaswinning voor de kust, en net nu proberen rijke landen dat te voorkomen. Hoe geloofwaardig is Europa als het zelf op zoek gaat naar nieuw gas, maar ontwikkelingslanden vraagt daarvan af te zien?

Toch voorspelde het IEA onlangs in zijn jaarlijkse World Energy Outlook een spoedige piek in het gebruik van fossiele brandstoffen, gevolgd door een afname ervan. De oorlog maakt volgens het agentschap pijnlijk zichtbaar wat er kan gebeuren in een wereld die zo afhankelijk is van gas. Fatih Birol, hoofd van het IEA, gelooft dat een cruciaal punt is bereikt. „Na een snelle groei in het gebruik van gas in de afgelopen tien jaar, verwachten we dat aan de gouden eeuw voor gas een einde komt”, aldus Birol. „Met de daling van het gebruik van kolen en olie die we al voorspelden, zien we nu rond 2030 een piek voor alle fossiele brandstoffen.”

Investeren in duurzaam

Het IEA verwacht een snelle groei van investeringen in duurzame energie, tot zo’n 2.000 miljard dollar per jaar aan het einde van dit decennium, het dubbele van wat er nu jaarlijks wordt geïnvesteerd in fossiele brandstoffen. Dat is volgens het IEA overigens nog steeds onvoldoende om rond het midden van de eeuw klimaatneutraliteit te bereiken, zoals de bedoeling is. Daarvoor zou rond 2030 nog eens 2.000 miljard dollar per jaar extra nodig zijn.

Schaarste en torenhoge prijzen hebben er wel toe geleid dat het energieverbruik het afgelopen halfjaar pijlsnel is gedaald, zowel bij bedrijven als bij huishoudens. Tot nu toe komt dat vooral doordat mensen thuis de verwarming lager zetten en bedrijven hun productie verminderen. Dat tijdelijke effect zal wellicht verdwijnen als energie weer goedkoper wordt. Maar het kan bedrijven er ook toe aanzetten hun productiewijze sneller te vergroenen en burgers om hun huis te isoleren.


Lees ook:Tuvalu, Vanuatu, Kiribati: wat gebeurt met de inwoners van een land dat in zee verdwijnt?

De oorlog heeft niet alleen invloed op het internationale klimaatbeleid, maar ook op het klimaat zelf. In het rapport Climate Damage caused by Russia’s war in Ukraine is voor het eerst geprobeerd te kwantificeren wat het gebruik van olie, het maken en afschieten van munitie, het bestoken van wapen- en brandstofdepots en het ontstaan van natuurbranden na een granaatinslag betekent voor de uitstoot van broeikasgassen. Ook het herstel van de infrastructuur na de oorlog, de beschadiging van gaspijpleidingen Nord Stream 1 en 2 en het vluchten van grote groepen mensen is daarin meegenomen.

De onderzoekers concluderen dat er in de eerste zeven maanden van de oorlog ten minste 100 miljoen ton CO2 is uitgestoten tijdens oorlogshandelingen en hun gevolgen, vergelijkbaar met de uitstoot van heel Nederland in dezelfde periode. Met één belangrijk verschil: deze uitstoot komt niet in de klimaatboekhouding van een land terecht.

Lees verder…….