Ontroerende verklanking van het moedergevoel in ‘Kloek’

Recensie Theater

Theater Wie bekend is met het universum van muziektheatergroep BOT, weet dat in alles een instrument schuilt. Bij het liefdevolle ‘Kloek’ kom je ogen en oren tekort.

Doan Hendriks en Job van Gorkum in de voorstelling ‘Kloek’.
Doan Hendriks en Job van Gorkum in de voorstelling ‘Kloek’. Foto Rene den Engelsman

De rustgevende cadans van rinkelend vaatwerk op de achtergrond: wie koestert er geen warme herinneringen aan? De soundtrack van het opgroeien bestaat in deze voorstelling uit tegen elkaar klingelende potten, pannen en springvormen, of het zachte gerommel van een tafel die steeds opnieuw gedekt wordt.

Muziektheatergroep BOT doet in Kloek een poging om het moedergevoel te verklanken. Het podium ademt een huiselijke sfeer: een rommelig interieur vol huishoudelijke apparaten, verweerd meubilair en een vrijwel voortdurend tikkende Friese staartklok.

Maar wie bekend is met het universum van BOT, weet dat in alles een muziekinstrument schuilt. Een strijkplank is hier voorzien van basgitaarsnaren en wordt bespeeld met een strijkstok én -bout, een föhn blaast zichzelf zoemend een weg door de ruimte, theelepeltjes tingelen vrolijk tegen het porseleinen servies.

Het gezelschap staat bekend om hun beeldende, associatieve theatertaal en als toeschouwer kom je ogen en oren tekort om alle details in beeld en geluid waar te nemen. De moeder wordt gedurende de voorstelling op verschillende manieren voorgesteld. Aanvankelijk is ze een haast goddelijke aanwezigheid, later een sterke, warme vrouw, uiteindelijk een fragiele dame.

Lees ook: BOT bespeelt staartklok, strijkplankbas en wasbak

Ontroerende beelden

In de prachtige samensmeltingen van muziek, taal en poëtische beelden, herken je de hand van regisseur Moniek Merkx. Het is jammer dat de voorstelling qua opbouw wel erg voorspelbaar is: keurig behandelen de makers het leven van geboorte (het moment waarop een vrouw moeder wordt) tot dood (waarop het kind wees wordt). Gelukkig wordt dat ruimschoots gecompenseerd door het inventieve, vaak uit sloopmateriaal ontsproten instrumentendecor, wat deze korte voorstelling (van een krap uurtje) zowel voor speler als toeschouwer tot een heuse ontdekkingstocht maakt.

Vaak levert dat ontroerende beelden op, bijvoorbeeld als de vier spelers beschutting zoeken onder de jurk van een Mariafiguur, zoals je als kind kon schuilen onder je moeders rok. „Hou mij in jouw armen”, zingen ze, en dat zingen wordt gaandeweg schreeuwen, brullen. Zo gaat dat: de moederfiguur blijft hetzelfde, maar het kind verandert, zet zich tegen haar af. Dan zijn haar goedbedoelde vragen ineens een ritmische katalysator voor toenemende irritatie: „Slaap je wel goed, doe je wel voorzichtig, kom je nog eens thuis?”

Mooi is het verstilde einde: het laatste beeld van de moeder is een rammelende rollator, die sputterend en schokkend over de inmiddels lege toneelvloer richting de coulissen rolt, totdat – toch altijd onverwacht – dat rammelen ineens stopt. De laatste verklanking van de moeder is een onvermijdelijke stilte.

TheaterDit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment

Lees verder…….