Ondanks kritiek van Europese leiders wil Lagarde de inflatie blijven ‘bevechten’

Monetair beleid Voor de derde keer verhoogt de Europese Centrale Bank fors de rente. ECB-chef Lagarde wijst kritiek vanuit de politiek van de hand.

Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, tijdens de persconferentie donderdag waar de ECB een nieuwe renteverhoging aankondigde.
Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, tijdens de persconferentie donderdag waar de ECB een nieuwe renteverhoging aankondigde.

Foto Wolfgang Rattay / Reuters

De Franse president Emmanuel Macron, de Italiaanse premier Giorgia Meloni en de Finse premier Sanna Marin deden de afgelopen weken alle drie iets dat geldt als een beetje ongepast: ze bekritiseerden de Europese Centrale Bank, die formeel onafhankelijk is van de politiek.

De teneur van hun kritiek was dezelfde: door de rente snel te verhogen zou de ECB de economie – die in de eurozone op de rand staat van een recessie – te hard beschadigen.

Macron had het deze maand in een kranteninterview over „Europese monetaire beleidsmakers” die de vraag van consumenten naar producten en diensten „kapot” willen maken. Meloni sprak afgelopen week in het Italiaanse parlement over „gezinnen en bedrijven” die lijden onder de hogere rentes en Marin twitterde deze maand over centrale banken die „economieën in recessies duwen”.

Christine Lagarde, de president van de ECB, is van die kritiek niet onder de indruk, zo bleek donderdag na een ECB-bestuursvergadering in Frankfurt. Voor de derde keer in korte tijd verhoogde de centrale bank donderdag de rente fors. De depositorente voor banken – momenteel het belangrijkste tarief – gaat van 0,75 naar 1,5 procent. Ook de andere rentetarieven van de ECB gaan 0,75 procentpunt omhoog.

Het besluit, dat volgt op renteverhogingen in juli en in september, heeft tot doel de piekende inflatie terug te dringen. De inflatie in de eurozone bedroeg in september bijna 10 procent op jaarbasis, in Nederland was dit cijfer ruim 17 procent. De ECB streeft naar een inflatie van 2 procent op de middellange termijn, een periode van zo’n twee jaar.

Renteverhogingen vormen het geijkte middel voor centrale banken om de inflatie te beteugelen. Een hogere rente maakt lenen voor consumenten en bedrijven duurder. Dit ontmoedigt de consumptie en de investeringen, waardoor uiteindelijk ook de prijsstijgingen moeten afvlakken.

Kwetsbare burgers

„Wij moeten doen wat wij moeten doen”, zei Lagarde, toen haar tijdens de persconferentie gevraagd werd naar de kritiek van Europese politici. „Ons mandaat is prijsstabiliteit.” Ze kaatste de bal terug naar de drie Europese leiders. Burgers, zo hield ze hen voor, zijn niet alleen kwetsbaar voor een recessie, maar óók, en nu vooral, voor de inflatie. „Als wij de inflatie bevechten, denken we aan ons mandaat, maar ook aan de mensen die het meest lijden onder inflatie.”


Lees ook dit interview met ECB-bestuurslid Villeroy: ‘We moeten en zullen de inflatie terugdringen’

Het 25-koppige ECB-bestuur stelde verdere renteverhogingen in het vooruitzicht. „De inflatie is nog steeds veel te hoog”, zei Lagarde.

Tot hoe ver de rente nog zal stijgen, blijft onduidelijk. ECB-bestuursleden mikken voorlopig op de ‘neutrale rente’, een renteniveau dat de economie noch afremt, noch aanjaagt. Het Franse ECB-bestuurslid François Villeroy de Galhau zei laatst in een interview met NRC dat deze neutrale rente naar zijn inschatting „onder of dicht bij 2 procent” ligt. Zo ver is de ECB, met een depositorente van 1,5 procent, nog niet, maar bij één extra renteverhoging, bij de eerstvolgende vergadering in december, is dit niveau al wel bereikt. Lagarde sprak van „renteverhogingen” in meervoud, maar of het hele bestuur voor (veel) verhogingen in het nieuwe jaar te porren is, valt nog te bezien. Een eerste, klein teken van onenigheid was er donderdag al. Drie bestuursleden, onder wie twee uit Italië, wilden naar verluidt een kleinere renteverhoging (0,5 in plaats van 0,75 procentpunt).

De ECB nam donderdag meer belangrijke beslissingen. Lagarde kondigde aan dat het bestuur in december gaat praten over een heikel punt: het afbouwen van de enorme berg aan staats- en bedrijfsobligaties die de centrale bank de voorbije jaren in meerdere programma’s heeft opgekocht, ter waarde van in totaal bijna 6.000 miljard euro. Met de opkoop van staats- en bedrijfsobligaties, drukte de ECB lange tijd de langetermijnrente op de kapitaalmarkten, nu moet die rente juist omhoog.

In juni stopte de ECB al met het opkopen van éxtra obligaties. Voorlopig worden reeds opgekochte leningen die aflopen echter nog vervangen, waardoor de totale berg leningen op de ECB-balans gelijk blijft. Andere centrale banken, zoals de Amerikaanse Federal Reserve, vervangen aflopende leningen niet meer, waardoor hun balansen al krimpen.

Riskante operatie

Het laten krimpen van de balans van de ECB is een riskante operatie, omdat dit de rentes op staatsleningen van kwetsbare eurolanden verder de hoogte in kan drijven. Die rentes voor alle eurolanden zijn al flink opgelopen. De rente voor Nederlandse tienjarige staatsleningen stond begin dit jaar op nul, nu op rond de 2,3 procent. Die van Italië steeg in die tijd van 1,2 naar ruim 4 procent. De schuldbeladen Italiaanse overheid kan bij nóg hogere rentes in de problemen komen.

De ECB is zich van dit risico bewust en blijft om deze reden een categorie staatsleningen uit het ‘pandemie-opkoopprogramma’ sowieso wél nog ruim twee jaar vervangen. Binnen dit programma kan de ECB naar verhouding extra Italiaanse staatsleningen opkopen. Ook heeft de ECB een programma ontwikkeld om, in noodsituaties, gericht de staatsschuld van wankele eurolanden als Italië te kunnen opkopen.

Het ECB-bestuur besloot donderdag ook banken die flink profiteren van de recente renteverhogingen scherper aan te pakken. Veel banken maakten tijdens de pandemie gebruik van ultragunstige langetermijnleningen van de ECB, vaak tegen negatieve rentes. Dit geleende geld zetten ze de laatste maanden bij dezelfde ECB op deposito’s, waarop de rente nu pósitief staat. Via dit renteverschil verdienen ze aan het monetair beleid. Daardoor hebben ze ook meer ruimte voor kredietverlening – precies wat nu níét helpt om de inflatie te temmen. Deze route wordt nu aan banden gelegd. De rente op de langetermijnleningen gaat vanaf eind november omhoog en banken krijgen de gelegenheid de leningen eerder terug te betalen. Mogelijke rechtszaken van banken die deze renteverhoging oneerlijk vinden, neemt de ECB op de koop toe.

Lees verder…….