Oekraïne moet het rooien met houtje-touwtje materieel uit het Westen

„Geef ons vleugels om de vrijheid te beschermen”, stond op de Oekraïense pilotenhelm die president Volodymyr Zelensky vorig jaar in Londen cadeau deed aan de Britse premier Rishi Sunak. De lange discussies over het leveren van moderne tanks waren net voorbij, al moest de eerste Leopard nog in Oekraïne aankomen. Maar tankformaties kunnen moeilijk zonder luchtoverwicht en nu kwam Zelensky het Westen smeken om ook spoed te maken met de levering van gevechtsvliegtuigen.

Oekraïense piloten trainen nu in Roemenië met de F-16’s die Nederland en Denemarken uiteindelijk toezegden, maar ze zullen pas tegen de zomer boven Oekraïne actief zijn, lijkt het. Intussen verloopt de oorlog fors anders dan het Westen vorig jaar nog hoopte. Russische tankgrachten en mijnenvelden bleken een onoverkomelijk obstakel voor Oekraïne, dat nu zelf in de verdediging is. Van een ‘bewegingsoorlog’ is de strijd nu eerder een ‘positieoorlog’ met vastere stellingen geworden. Achteraf gezien waren slimme drones en apparatuur voor elektronische oorlogvoering en ontmijning voor Kyiv wellicht van meer waarde geweest dan tanks.

En het was ook te voorzien, concluderen drie Amerikaanse experts in een studie voor het Royal United Services Institute (RUSI), een Britse defensiedenktank. De storm doorstaan; westerse veiligheidshulp in het defensief, heet die veelzeggend. „Kern van het probleem is de tendens dat westerse steun een reflectie is van de oorlog die westerse beleidsmakers en planners zouden willen vechten, in plaats van de oorlog die de Oekraïense strijdkrachten aan het vechten zijn”, aldus de studie.

Het schrijnendste voorbeeld van wishful thinking was het langverwachte Oekraïense zomeroffensief, waarvoor duizenden Oekraïense soldaten in Engeland en Beieren waren getraind met westers materieel en volgens NAVO-methodes, waarbij het Westen „Kyiv onder druk zette om met de tientallen miljarden aan militaire hulp resultaat te boeken”. Iemand wegwijs maken met een nieuwe tank in het Beierse Grafenwöhr – het grootste oefenterrein van de Amerikaanse landmacht in Europa – is één ding. „Maar een geoliede operatie van een grote formatie tanks en pantserinfanterie in een oorlogssituatie, het [Westerse] combined arms-model waarin de Oekraïeners een stoomcursus ondergingen, is weer iets anders”, zegt brigadegeneraal Han Bouwmeester, voormalig stafofficier bij de NAVO en nu hoogleraar militair-operationele wetenschappen aan de Nederlandse Defensie Academie.

Amerikaanse generaals hadden liever gezien dat Oekraïne zijn offensief al in het voorjaar begon en op één punt concentreerde in plaats van later over een breed front aan te vallen, zo bleek eind vorig jaar al uit een reconstructie van The Washington Post. Het is de vraag of het verschil had gemaakt, denken de RUSI-onderzoekers. De Russen waren weliswaar slechter getraind en bewapend, maar „goed ingegraven”. Anders dan Oekraïne had Rusland genoeg aanvalsvliegtuigen en -helikopters. En, doorslaggevend, zoveel observatiedrones dat Oekraïne nooit onopgemerkt een aanval kon voorbereiden. Daardoor, schrijven de onderzoekers, „was het offensief vanaf het begin gedoemd te mislukken”.

Initiatief bij de Russen

Twee jaar na het begin van Ruslands ‘speciale militaire operatie’ kampt Oekraïne met ernstige munitietekorten en oorlogsmoeheid, en moet het met de bondgenoten toezien hoe de Russen deze winter het initiatief hebben genomen. Na de recente verovering van Avdiivka ziet Poetin geen reden om zijn troepen rust te geven; hij lijkt maximaal te willen profiteren van de verzwakte Oekraïense positie als gevolg van de haperende westerse wapenaanvoer. De Europese bondgenoten van Kyiv willen graag leveren, maar hebben de munitie (nog) niet; de VS wel, maar daar liggen Republikeinen dwars.

Maar wát Oekraïne aan militaire steun krijgt, is dus niet altijd wat het nodig heeft, concluderen de RUSI-experts na gesprekken met honderden militaire planners en bevelhebbers in Oekraïne en bondgenoten van Kyiv. Een Oekraïense kolonel noemde eind vorig jaar als voorbeeld dat zijn troepen met honderd kamikaze-drones van tweeduizend dollar per stuk beduidend meer schade kunnen aanrichten aan Russische tanks dan met één Javelin-antitankraket – die honderd keer duurder is dan één zo’n drone. De Javelins waren in het begin van de oorlog een wonderwapen, maar Russische tanks opereren nu omzichtiger; aanvalsdrones hebben het slagveld radicaal veranderd.

Aan het front voelen Oekraïense soldaten dagelijks het verschil tussen hun behoeften en wat zij krijgen aangereikt. Daar gaat het simpelweg om voldoende granaten voor hun houwitzers en mortieren. Niet om kruisraketten en geavanceerde luchtafweersystemen die Oekraïense steden – relatief verbluffend effectief – beschermen.

Lees ook Reportage achter het front bij Avdiivka

Treinstation verwoest door een Russische raket in Kostiantynivka.

Oekraïense fronteenheden zijn zelfs afhankelijk van vrijwilligers of non-gouvernementele organisaties. Onder meer via sociale media zamelen die geld in om SUV’s te kopen die overweg kunnen met de Oekraïense modder, energierepen, gevechtskleding, medicijnen, verbandmiddelen, nachtkijkers, drones of kaarsen voor in de loopgraven. „Wij doen wat de NAVO zou moeten doen”, zei Rima Ziuraitiene, directeur van de ngo Blue/Yellow Ukraine vorig jaar tegen platform War on the Rocks. Eén ngo, Come Back Alive, kocht zelfs mortiergranaten.

Air-Land Battle

Vanuit NAVO-optiek is het verschil tussen wat Oekraïne krijgt en wat het nodig heeft goed verklaarbaar, zegt brigadegeneraal Bouwmeester. „De Amerikanen hebben in de Koude Oorlog het Air-Land Battle-concept ontworpen, waarbij al hun wapensystemen op elkaar zijn afgestemd om een maximaal rendement te halen tegen de enorme conventionele troepenmacht die ze achter het IJzeren Gordijn zagen. Dat vraagt om een technologisch hoogwaardige krijgsmacht. In het Westen heb je die.”

Maar in Oekraïne nog lang niet. Weliswaar heeft het zijn strijdkrachten sinds de onafhankelijkheid steeds meer westers georganiseerd, maar het materieel is nog goeddeels van Sovjet-makelij. Sinds de invasie van de Krim (2014) schakelt Oekraïne versneld over. Maar sinds de inval van 24 februari 2022 kreeg het juist geen wapens die cruciaal zijn voor ‘NAVO-style’ operaties. Zoals raketten met groot bereik die de Russische oorlogsmachine ver achter de linies kunnen raken, of gevechtsvliegtuigen die Russische bommenwerpers kunnen neerhalen.

Het westers arsenaal waarover Kyiv wel beschikt, is bovendien van een onwerkelijk bonte samenstelling. Volgens Bouwmeester gaat het om wel zeshonderd verschillende systemen, van infanteriegevechtsvoertuigen, luchtafweer, tanks, geweren, artillerie, mortieren, elk met eigen munitie en uit verschillende landen. „Alles werkt anders en elk systeem heeft zijn eigen logistieke keten”, zegt Bouwmeester. „Ook de Leopard-tank; vrijwel elk land heeft een eigen versie.” Temidden van de oplopende munitietekorten hebben Oekraïense frontsoldaten en onderhoudstechnici er maar mee te dealen.

Daar komt bij, zeggen de RUSI-experts met gevoel voor understatement, dat veel westerse wapens niet uit het topsegment komen. Zoals de 31 Amerikaanse Abrams-tanks. Oekraïne kreeg een oudere en ‘uitgeklede’ variant, om te voorkomen dat moderne technologie in Russische handen kon vallen. De Bradley-infanteriegevechtsvoertuigen waren na aankomst nog lang niet startklaar. En van de geleverde houwitsers en machinegeweren hadden er vele vóór de export al afgekeurd moeten worden. Bouwmeester: „En dan ontbreekt het vaak ook aan reserveonderdelen. „Het herstellen van slagveldschade wordt dan houtje-touwtje.”

Het onderstreept bij elkaar wat Zelensky al langer zegt: het Westen levert genoeg om Oekraïne niet te laten verliezen, maar te weinig om het te laten winnen. Of zoals Gabrielius Landsbergis, de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken, deze week op X zei: „Wij vertellen hoever we zelf willen gaan, maar trekken geen rode lijn voor Rusland. We binden in het openbaar onze handen maar laten Poetin vrij om te verwoesten, plunderen en verkrachten. […] Tijd om koers te wijzigen.”

Toch was er hoop dat Oekraïne ook zonder luchtoverwicht op zijn minst op één plek door de Russische linies zou breken. „Ze hebben het geprobeerd”, zegt Bouwmeester. „Maar ze kwamen er al vrij snel achter dat ze met dat allegaartje aan middelen niet het type gevecht konden voeren dat de Amerikanen hadden gewild.”

Russische robot

Het leger van Poetin staat bekend als een log apparaat dat het moet hebben van massa – vuurkracht en fysieke uitputting van de tegenstander, ongeacht eigen verliezen. Maar de oorlog in Oekraïne heeft laten zien dat de Russen zich wel degelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden. Zo kopieerden zij razendsnel de slimme Oekraïense drones die inlichtingen verzamelen en explosieven afwerpen. Inmiddels produceren de Russen vermoedelijk meer drones dan Oekraïne. Daaronder zijn ook ‘land-drones’ die wapens en munitie vervoeren én kunnen schieten.

Ook in de elektronische oorlogvoering, vanouds een specialiteit, zet Rusland grote stappen. Op die manier kan het Oekraïense communicatie beter storen en – zo bleek vorig jaar – ‘slimme’ gps-geleide artilleriegranaten wegleiden van hun doelwit. Het liet de afgelopen maanden ook talloze Oekraïense drones onbestuurbaar ter aarde storten door de verbinding met de operator te blokkeren. Volgens een eerdere RUSI-studie zouden de Russen soms de besturing van Oekraïense drones kunnen overnemen.

In januari van dit jaar ontdekten Oekraïense troepen een andere Russische uitvinding: een gloednieuw commando- en controlesysteem dat via AI uit zichzelf vijandelijke radars en radiosignalen opspoort en blokkeert, in potentie over honderden kilometers afstand. Dat werd overigens vernietigd.

Ingraven

Ook het Westen moet zich aan het veranderende krachtenveld aanpassen, schrijft RUSI. Voor een deel komt dat neer op wat Rusland eerder deed: zich ingraven achter mijnenvelden. En zich wapenen tegen drones. Zoals de toenmalige commandant van de Oekraïense strijdkrachten, generaal Valeri Zaloezjny, vorig jaar al betoogde in The Economist: innovatie van drones en verbetering van elektronische oorlogvoering zijn voor het westen een voorwaarde om een doorbraak te forceren. De Amerikaanse experts rekenen voor dat Oekraïne „wekelijks zo’n tienduizend drones zal moeten inzetten”. Dan gaat het om drones die – dankzij AI – autonoom kunnen opereren, die onkwetsbaar zijn voor elektronische stoorzenders, en die voldoende vuurkracht bezitten om vijandelijke linies te slechten – al bestaan drones van deze laatste soort vermoedelijk nog niet.

Bouwmeester denkt dat Oekraïnes bondgenoten zulke innovaties – gezien de gevoeligheid van de technologie en de behoudende opstelling tot nu toe – niet zullen leveren. „De know-how op het gebied van AI staat nog in zijn kinderschoenen. De Amerikanen zijn al bang dat een tank in Russische handen valt, waarna die helemaal uit elkaar wordt geschroefd. Dat is een van de redenen dat Oekraïne overal de basisconfiguratie van krijgt, niet met de volledige boordcomputers en communicatiesystemen. Dat zul je ook gaan zien met AI en nieuwe drones.”

Oekraïne zal het vooral moeten hebben van het eigen, bewezen innovatief vermogen en de eigen efficiency, die volgens de Britse defensiespecialist Phillips O’Brien drie keer hoger ligt dan die van de Russen. Oekraïne weet met beperkte middelen een groot effect te sorteren; het grote aantal tot zinken gebrachte Russische marineschepen op de Zwarte Zee getuigt ervan. Evenals de recente piek in het aantal neergestorte Russische gevechts- en andere vliegtuigen die – hoewel een sluitende verklaring nog ontbreekt – niet alleen het gevolg van friendly fire kan zijn, zoals Russische militaire bloggers volhouden.

Waar het Westen Oekraïne nu vooral mee kan helpen, is volgens de RUSI-onderzoekers een snelle aanpassing van de „gedateerde westerse manier van trainen” volgens de onhaalbare combined arms-methode waarin alle onderdelen naadloos moeten samenwerken „Dat betekent dat westerse trainers en adviseurs hun instructieprogramma’s doorlopend moeten actualiseren met het oog op de werkelijke oorlogssituatie waarin Oekraïense soldaten terechtkomen. […] De huidige westerse pogingen om de Oekraïense strijdkrachten op te leiden zijn ontoereikend, en komen te laat”, aldus de experts.

Lees ook Westers materieel in Oekraïens klimaat

<strong>Monteurs van de 44ste brigade</strong> sleutelen aan een legervrachtwagen uit de Sovjet-tijd.