Nuis sneller dan Krol in two-men-show op de 1.500 meter

1.500 meter schaatsen Kjeld Nuis (goud) en Thomas Krol (zilver) kunnen wat niemand anders kan: de eerste 700 meter van de metrische mijl op volle sprintsnelheid rijden.

Kjeld Nuis na de 1.500 meter, de afstand waarop hij zijn olympische titel prolongeerde.
Kjeld Nuis na de 1.500 meter, de afstand waarop hij zijn olympische titel prolongeerde.

Foto Vincent Jannink

Eigenlijk verklapte Kjeld Nuis het al voordat hij dinsdag in de Ice Ribbon van Beijing zijn olympische titel op de 1.500 meter prolongeerde. „Die hebben nog nooit 1.43 gereden in Thialf”, antwoordde hij in de aanloop naar zijn gouden race bij de NOS op de vraag of er buiten landgenoot Thomas Krol ook nog buitenlandse concurrentie was. De uitslag van de schaatsmijl bewees zijn gelijk: 1. Nuis 1.43,22; 2. Krol 1.43,55. Verder kwam niemand onder de 1.44, brons ging naar de Zuid-Koreaan Kim Min-seok (1.44,24).

„Vrij bewegen”, was volgens Nuis (32) het geheim geweest achter zijn gouden race, waarin hij met een snellere laatste ronde net onder de tijd dook van de in de rit voor hem gestarte Krol. De tweevoudig olympisch kampioen van vier jaar geleden, toen hij naast de 1.500 ook de 1.000 meter won, betrok na afloop zijn ploeg Reggeborgh in het succes. Van coach Gerard van Velde tot fysio Johan Methorst, van assistent Michel Mulder tot ‘roomie’ Ireen Wüst, een dag eerder winnares bij de vrouwen. Mooi was de omhelzing met trainingsmaat Hein Otterspeer – de twee troffen elkaar al als jochies op de Haagse Uithof onder trainer Wim den Elsen.

Intussen analyseerde nummer twee Krol (29) voor de tv-camera al nuchter zijn gevoelens. Ja, drie minuten lang had hij gedacht de nieuwe olympisch kampioen te zijn, tot Nuis hem net de baas bleek. „Kjeld reed fantastisch vandaag, daar kun je niks op afdingen. Ik kon echt niet beter. Ik ben heel blij met zilver.” Het verschil tussen de twee Nederlanders en de buitenlandse concurrentie, die in het voorseizoen meestal sterker was? „Kjeld en ik zijn vandaag in ere hersteld. We laten het zien op het moment dat het echt moet.”

Schenk-Verkerk

Het koningsnummer van het schaatsen was de laatste jaren vaak een two-men-show tussen Nuis en Krol. Beiden wonnen twee wereldtitels. Alleen pakte Nuis in 2018 olympisch goud, Krol zich toen niet te plaatsen voor de Spelen. Onvergetelijk was hun duel in de wereldbekerfinale van 2019 in Salt Lake City, toen Nuis in 1.40,17 het wereldrecord brak van de Rus Denis Joeskov en Krol in 1.40,54 de tweede tijd ooit reed. Een klassieker als in Davos 1971, toen Ard Schenk (1.58,7) en Kees Verkerk (1.58,9) als eersten ooit onder de twee minuten kwamen.

Uitgerekend in het olympisch seizoen leek het plotseling over met de dominantie van de twee beste milers. Bij de eerste wereldbekerwedstrijden zagen ze de Chinees Ning en Kim winnen. In Salt Lake City faalde Nuis en werd Krol derde, ver achter Joey Mantia die in 1.41,15 de snelste tijd van dit seizoen reed. „Ik ben niet bang om te zeggen dat ik wil winnen”, sprak de 36-jarige Amerikaan in Beijing vooraf. Maar hij kon de tijden van de voor hem gestarte Nederlanders nooit bedreigen en eindigde in 1.45,26 als zesde, twee honderdsten voor Ning.

Volle sprintsnelheid

Niemand kan op dit moment op de 1.500 meter wat Nuis en Krol kunnen: de eerste 700 meter rijden op volle sprintsnelheid, dan een rondje zo vlak mogelijk houden en in de slotronde technisch goed blijven schaatsen terwijl je ‘sterft’. Alleen wie dit durft, kan op laaglandbanen zoals zij een tijd in de 1.43 rijden.

Nuis komt met prolongatie van zijn olympische titel op de 1.500 meter op gelijke hoogte met de Fin Clas Thunberg (1920 en 1924), de Rus Jevgeni Grisjin (1956 en 1960) en de Noor Johann Olav Koss (1992 en 1994).

Krol krijgt volgende week een nieuwe kans op de 1.000 meter, waar Nuis zich niet voor wist te plaatsen. „Ik rijd het hele seizoen al goede 1.000 meters”, klonk het vol vertrouwen. „Vandaag is een bevestiging dat ik met de besten mee kan gaan strijden.”

Lees verder…….