Nog veel vragen over aanslag in Istanbul

Aanslag Istanbul Het gemak waarmee Ankara de Koerdische terreurbeweging PKK verantwoordelijk stelde voor de eerste grote bomaanslag sinds jaren in Turkije, wekt bij critici veel argwaan.

In de stad Adana werden maandag Yusuf Meydan en zijn negenjarige dochter Ecrin begraven, die omkwamen bij de bomaanslag in Istanbul.
In de stad Adana werden maandag Yusuf Meydan en zijn negenjarige dochter Ecrin begraven, die omkwamen bij de bomaanslag in Istanbul.

Foto Can Erok/AFP

De aanslag in Istanbul was nog geen dag geleden en de Turkse autoriteiten hadden de daders al te pakken. Zondagnacht arresteerde de politie de vrouw die de bom zou hebben achtergelaten op een bankje in Istiklal, een drukke winkelstraat in het centrum van Istanbul. Tijdens haar verhoor heeft de Syrische Ahlam Al-Bashir bekend dat ze was getraind door de Koerdische terreurbeweging PKK en vanuit het noorden van Syrië illegaal de Turkse grens was overgestoken om een aanslag te plegen. Op basis van haar bekentenis werden dezelfde nacht nog 46 handlangers opgepakt.

Toen Turkije maandagochtend wakker werd, had minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Soylu zijn verhaal al klaar: het Syrische filiaal van de PKK was verantwoordelijk voor de aanslag, en daarmee indirect de Amerikaanse regering. Want die werkt met de groep samen in de strijd tegen de terreurbeweging Islamitische Staat (IS) in Noordoost-Syrië. Tijdens een persconferentie verklaarde Soylu dat Turkije de condoleances van de Amerikaanse ambassade in Ankara daarom niet kon accepteren. Hij vergeleek ze met „een moordenaar die als eerste arriveert op de plaats van de misdaad”.

Nadat de Turkse autoriteiten zondag een tijdelijk mediaverbod hadden afgekondigd, en de toegang tot sociale media hadden beperkt, overspoelden ze burgers maandag met details over de aanslag. De opdracht was gegeven in de Syrische grensstad Kobani. De dader was vier maanden geleden vanuit Afrin, een Koerdische regio in Noord-Syrië die in handen is van door Turkije gesteunde rebellen, de Turkse grens overgestoken. Ze had veertig minuten op het bankje in Istiklal gezeten, alvorens ze wegliep en de bom tot ontploffing bracht. Als ze niet was gearresteerd, zou ze naar Griekenland zijn gevlucht.

1.200 camera’s

Critici, zoals Midden-Oosten-kenner Seth Frantzman, vroegen zich af hoe vaak het gebeurt dat een terrorist binnen een paar uur na een aanslag wordt gepakt en dat elk detail bekend is. Maar dat vindt Ömer Özkizilcik, een onafhankelijke veiligheidsanalist en PKK-expert, niet verbazingwekkend. „Dit is het resultaat van de uitgebreide beveiligingsinfrastructuur in Istanbul, met name in Istiklal, waar 1.200 camera’s hangen. De beelden toonden hoe de dader de bom achterliet, wegvluchtte en de taxi pakte naar de wijk Esenler.”

Ook de details van de aanslag leidden tot scepsis, met name het profiel van de dader. De PKK zet vaker vrouwen in om aanslagen te plegen. Maar meestal zijn dat Turkse Koerden. Ahlam Al-Bashir zou een Syrische Arabier zijn. En meestal zijn die aanslagen gericht tegen de Turkse staat. Zo bliezen twee vrouwen zichzelf in september op bij een politiebureau in Mersin, waarbij een agent omkwam. Maar het is jaren geleden dat de PKK een aanslag pleegde op burgers in een grote stad. En die worden meestal uitgevoerd door haar mantelorganisatie TAK, zodat de PKK zelf betrokkenheid kan ontkennen.

De zelfmoordaanslag in Mersin werd opgeëist door de PKK, de bomaanslag in Istanbul niet. „We hebben niets te maken met dit incident en het is algemeen bekend dat we burgers niet rechtstreeks zouden aanvallen of acties tegen burgers zouden goedkeuren”, aldus een reactie van de PKK. „Wij zijn een beweging die een rechtvaardige en legitieme strijd voor vrijheid voert. Turkse functionarissen die Kobani als doelwit aanwijzen in verband met dit incident, onthullen het aspect van hun plan.”

Voorbijgangers hebben in Istanbul bloemen gelegd op de plek in de drukke winkelstraat Istiklal waar zondag zes mensen omkwamen door een bomaanslag.
Foto Khalil Hamra/AP

Maar een van de leiders van de PKK, had in april wel degelijk gedreigd met aanslagen in grote steden in reactie op een Turks offensief in de bergen van Noord-Irak, waar de PKK haar hoofdkwartier heeft. Dat de dader van de aanslag in Istanbul Syrisch is, verbaast Özkizilcik niet. „De afgelopen jaren heeft de PKK een gebrek aan Turkse rekruten”, zegt hij. „Daarom zien we dat de groep meer strijders moet werven in Iran, Irak en Syrië. We weten dat de Syrische tak van de PKK Arabieren en andere etnische groepen rekruteert. De dader heeft een tatoeage op haar handen die vrij gebruikelijk is bij yezidi’s uit de regio rond Kobani en Tal Rifaat. En ze is getraind in Kobani.”

‘Ideaal voorwendsel’

Hoewel de eerste bevindingen in de richting van de PKK wijzen, sluiten de autoriteiten niet uit dat IS achter de aanslag zit, zei een Turkse functionaris tegen persbureau Reuters. Had Soylu voor zijn beurt gesproken omdat het politiek goed uitkwam? Dat had hij na de aanslag in Mersin ook gedaan. Toen gaf hij – ten onrechte – een vrouw de schuld die tien jaar terug werd genoemd in een rapport van de seculiere oppositiepartij CHP over gedetineerde journalisten. De CHP was de volgende dag het belangrijkste nieuws in de regeringsgezinde pers, niet de aanslag zelf.

Nu lijkt het de Turkse regering erg goed uit te komen dat de opdracht voor de aanslag is gegeven in Kobani. Want Ankara heeft deze Koerdische stad al langer in het vizier. Het is niet alleen een symbool van Koerdisch verzet tegen IS, maar vormt ook het bruggenhoofd tussen twee gebieden in Noord-Syrië die al onder Turkse controle staan. Turkije dreigde in de zomer al met een offensief tegen Kobani, Manbij en Tal Rifaat, maar dit werd geblokkeerd door Rusland, Iran en Amerika. De aanslag is een ideaal voorwendsel. „We zullen wraak nemen op degenen die verantwoordelijk zijn”, verklaarde Soylu.

Waarom zou de PKK Turkije aanleiding geven voor een nieuw offensief in Noord-Syrië? Volgens Özkizilcik is de aanslag een reactie op het Turkse offensief in Noord-Irak, waar de PKK zwaar in de verdrukking zit. „Turkse drones zijn zeer effectief, veel commandanten zijn gedood. Het hoofdkwartier van de PKK in de Qandilbergen wordt nu zelfs bedreigd. Voor de leiders van de PKK is Qandil belangrijker dan het gebied in Noord-Syrië. Ze vinden dat Turkije het belangrijkste strijdtoneel moet blijven. Maar ze waren lange tijd niet in staat om grote acties uit te voeren in Turkije. Met deze aanslag grijpen ze terug op hun oude modus operandi.”

Lees verder…….