Netwerkborrel op je werk? Dit zijn de beste tips

Ik heb lang getwijfeld of ik het nieuwe jaar meteen met een loodzwaar thema zou beginnen. Zeker in januari moet je de onderwerpen luchtig houden. Maar ik heb besloten het toch te doen omdat het me aan het hart gaat, en dat is dat de borrel op het werk aan het verdwijnen is.

De ‘vrijmibo’ was natuurlijk al sinds corona verdwenen – op vrijdag is er tegenwoordig echt niemand meer op kantoor. Maar vlak voor de feestdagen hoorde ik dat zelfs de kerstborrel onder druk staat, en nog erger: dat álle werkborrels uitsterven!

Mensen hebben tegenwoordig geen zin meer om „verplicht sociaal te moeten doen met collega’s”, ze moeten „de werk-privébalans bewaken”, ze willen liever „voor de file uit”, of met hun trein op zolder spelen, en zo gaat het saaie millennialgeklaag maar door. Dat lijkt mij een desastreuze ontwikkeling.

Want werkborrels zijn 1: een niet te onderschatten bron van strategische informatie, 2: de ideale gelegenheid om je leidinggevende te observeren in een ontspannen setting, en 3: een uitdagende proeftuin waar je met je collega’s kan experimenteren zonder dat daar meteen ontslag tegenover staat. Sterker nog: mijn eigen glanzende carrière heb ik volledig aan netwerkborrels te danken!

En dus leek het mij nuttig jullie eens wat borreltraining te geven. Volg de tips en word net zo’n door de wol geverfde borreltijger als ik!

1. Allereerst: de netwerkborrel gaat niet over alcohol, maar over strategische contacten leggen.

Sterker nog, je kan een prima borrel hebben zonder alcohol. Je wilt je bovendien graag herinneren wat je allemaal tegen de ceo hebt gezegd, niet dat je het maandagochtend op het intranet moet lezen.

En toch zou ik willen adviseren vóór elke borrel even een pannenkoek te eten – als bodem. Want wat doe je als je ineens oog in oog staat met de leuke jongen van sales en je per ongeluk vier glazen wijn achteroverslaat? Precies. Je kan maar beter voorbereid zijn.

2. Eten is sowieso je beste vriend op een borrel.

Staat er een buffet? Dat is helemaal perfect. Dan heb je namelijk altijd het excuus „even wat eten halen” als je van iemand af wil komen. Plus, het is moeilijk praten met een mond vol miniquiches. Een win-winsituatie.

3. Saaie collega’s afschudden – dat doe je zo.

Ik hoor voortdurend mensen klagen dat ze geen zin hebben om de verhalen van „Johan van ict over z’n caravan” te moeten aanhoren – onzin.

Als je van Johan af wil komen, zeg je gewoon dat je „uren met hem zou kunnen doorpraten, maar dat je nu weer even verder moet met je leven”, dat je naar het toilet moet, of stel je voor om samen wat te drinken te gaan halen om hem vervolgens – „wat jammer!” – kwijt te raken in de bruisende menigte – klaar is Kees.

4. Zorg ook daarom dat het druk is op een borrel.

Maar echt stervensdruk. Spreek dus af met leuke collega’s om te gaan. Net zoals zebra’s samen bewegen om roofdieren te verwarren, is een kolkende massa van gezelligheid de beste camouflage. Een ander voordeel van drukte is dat je slecht verstaanbaar bent. En je vaak alleen maar hoeft te lachen om een verpletterende indruk achter te laten.

5. Loop altijd op het hoogtepunt van een gesprekje bij iemand weg.

Daar doe je zoveel mensen een plezier mee!

6. Elke borrel heeft ‘een goed verhaal’ nodig.

Denk aan kotsen in de kantoorplant, valse karaokes, spontane vuistgevechten of zoenen bij het kopieerapparaat. Maar die plicht hoef jij niet elke keer op je te nemen. Spreek met collega’s af wie zich dit keer zal opofferen. Noem het ‘de anti-Bob’ en maak een schema.

7. Zorg voor een ‘powermomentje’.

Dat is een zichtbare ontmoeting met een leidinggevende, bij voorkeur de hoogste baas. Daarmee laat je zien dat je meetelt, en iemand bent om rekening mee te houden.

8. Praat op een borrel nóóit met je baas over werk.

Dus geen salarisverhogingen, inflatiecorrecties of andere werkgerelateerde frustraties waar je al LANGERE TIJD mee rondloopt – dat moet de arme schat al van iedereen aanhoren.

9. Doe in plaats daarvan research.

Naar hobby’s, huisdieren, kinderen en andere fetisjes van je baas – „hee Ingrid, wat hoorde ik nou, fok jij kanaries?” Of vertel over je ergste werkblunder. Lachen, en dan zit je de volgende keer een stuk comfortabeler als je een nog veel grotere misser hebt begaan.

10. En nee, het is niet eng om met je baas te praten.

Ze zal je niet vermoorden. En als dat wel gebeurt, heb je pas écht een goed verhaal (zie punt 6).

11. Ga vaker naar borrels!

Maar echt. Hoe meer je er doet, hoe beter je het in je vingers krijgt. Alsof je privéleven zo spannend is, ook. Op je eigen, saaie bank zitten kan altijd nog.

12. En dan nog een woordje voor de mensen die niet naar werkborrels gaan omdat ze ‘stomme collega’s hebben’.

Lieve mensen, als je stomme collega’s hebt, wordt het tijd voor een nieuwe baan. Ook in dat opzicht is de werkborrel onmisbaar: zeg mij hoe uw borrels verlopen en ik zeg u of u op het juiste carrièrepad zit.

Laat me nog even weten hoe het ging!