Column | De enige

De manieren waarop het kon gebeuren, had ik me al vaak voorgesteld: na een operatie, door een slopende ziekte of een val (omdat ze de motoriek van een trekpop had), maar uiteindelijk koos ze voor de minst spectaculaire: in haar slaap. Zaterdagochtend vond ik P. in haar mandje. Na de eerste schok kwamen er meteen allerlei ongevraagde gedachten in me: dat ze qua leeftijd de Willem Drees van haar soort was, dat ze niet had geleden. Het veranderde allemaal niets aan het schuldgevoel dat ik er nog wel was, en zij niet meer.

Toen ik haar jaren geleden uit het asiel haalde, zei een kennis dat het dom is om een dier in huis te nemen, want je gaat je eraan hechten. Hoe meer je ervan houdt, hoe groter het verlies, dus beter doe je het niet, want dat bespaart je verdriet.

Waar hij niet aan wilde, is hoe draaglijk dieren het bestaan maken. P. kwam in mijn leven nadat ik een relatie had verbroken. Je kan stellen dat ik de wond die daardoor was ontstaan simpelweg verving door een toekomstige, maar je kan ook zeggen dat ik de ene ervaring liet volgen op een andere. Niet alleen hielp P. me door die eerste lege maanden heen, maar ze behoedde me ook nog eens voor talloze andere wonden: die van de eenzaamheid, die van de zinloosheid, die van de sleur. Wanneer ik weer eens somber was over de wereld waarin we ons nou eenmaal bevinden, het leed dat dagelijks van alle schermen spat en alle machteloosheid die daarmee gepaard gaat, waren daar altijd weer haar geluidjes, haar fratsen, haar knuffels, die troost boden.

Niet iedereen begrijpt dat verlies van een dier een soort verslagenheid met zich meebrengt

Ik legde een dekentje over haar en zette me schrap voor de twee zaken die ik de komende tijd zou moeten trotseren. Allereerst het gemis, en ten tweede het feit dat niet iedereen begrijpt dat het verlies van een dier een bepaald soort verslagenheid met zich meebrengt, die vaak toch een behoorlijke periode aanhoudt.

Maar voorlopig was er nu nog slechts de sterfdag. Waarin je nog duizelig van de klap door het huis loopt en maar wat praktische dingen gaat regelen. Met af en toe een steek in de borst, om het besef dat degene die je altijd het beste kon troosten, is verdwenen. Zo ga je door de uren heen, dwalend door een huis dat met elke stap afkoelt en krimpt, tot jij ten slotte de enige bent die nog resteert.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.