NAVO-topmilitair Rob Bauer: ‘We moeten voor Oekraïne toe naar een soort oorlogseconomie’

Een nieuwe oorlogswinter daalt neer over Oekraïne, vorige week ingeleid met Russische drone-aanvallen, sneeuwval en een zware storm. Een belegerd land maakt zich op voor meer ontberingen onder Russisch vuur. Ja, ook luitenant-admiraal Rob Bauer (61), voorzitter van het Militaire Comité van de NAVO, vangt uit de westerse samenleving wel eens gevoelens van twijfel op over voortzetting van de militaire steun aan het Oekraïne. Zeker nadat het tegenoffensief niet de doorbraak bracht waarop was gehoopt en het inzicht indaalt dat de oorlog nog jaren kan duren. Maar onder de NAVO-bondgenoten voelt Bauer geen enkele aarzeling. „Iedereen zegt consistent dat ze doorgaan met het steunen van Oekraïne”, zegt Bauer via een internetverbinding vanuit Berlijn, waar hij deelneemt aan een conferentie over Europese veiligheid.

De NAVO-bondgenoten beseffen als geen ander wat er op het spel staat, verzekert hij. Dat gaat veel verder dan het voortbestaan van Oekraïne als soevereine staat. „Ik vraag me wel eens af of mensen die die vraag over voortzetting van de steun stellen écht begrijpen wat de consequenties zijn als de Russen winnen in Oekraïne.”

Als Iran en Noord-Korea je beste vrienden zijn, moet je je als serieus land afvragen hoe succesvol je bent

Bauer refereert aan een concept-verdrag dat Moskou op 21 december 2021 naar het NAVO-hoofdkwartier stuurde, twee maanden voordat Russische troepen Oekraïne massaal binnenvielen. „Ze schrijven daarin dat ze terug willen naar de grenzen van 1997. Dat betekent dat de landen die daarna lid van de NAVO zijn geworden in een soort bufferzone komen te liggen. Dát is wat Rusland echt wil. Als zij de oorlog in Oekraïne zouden winnen, is dat niet het einde van de instabiliteit. Je moet ervan uitgaan dat hun honger niet is gestild.”

Lees ook Hoe groot is de bereidheid van Oekraïners nog om te vechten, als successen uitblijven?

Een gewonde Oekraïense militair wordt behandeld bij een medische post in de omgeving van Bachmoet.

In Oekraïne hoor je vaak de vraag: wat is het doel van de NAVO-landen? Willen ze genoeg wapens leveren zodat Oekraïne niet verliest, of willen ze dat Oekraïne de oorlog wint?

„Ik weet dat iedereen Oekraïne maximaal wil steunen om ervoor te zorgen dat ze dit kunnen winnen. Wellicht zeggen mensen: Oekraïne is niet massaal aan het winnen, dus krijgen we het wel voor elkaar? Maar dat is nog steeds het doel. Dat Oekraïne het territorium terugkrijgt dat ze verloren hebben, inclusief de Krim en de Donbas. Het is een gotspe om te denken dat het eenvoudig zal zijn. Niet alleen vanwege de Russische verdedigingswerken, maar ook omdat er 350.000 Russische soldaten in dat veroverde deel zitten. Het is aan Oekraïne om uiteindelijk te bepalen wanneer ze naar de onderhandelingstafel zullen gaan. En onder welke voorwaarden ze dan met de Russen willen praten. Tot het moment dat zij besluiten dat het genoeg is, zullen wij ze blijven steunen.”

Rusland heeft zijn oorlogseconomie op volle toeren draaien, terwijl de wapenproductie in Europa veel trager verloopt. Hoe kijkt u naar 2024?

„Het klinkt soms alsof er alleen maar succes is aan Russische kant. We moeten niet uit het oog verliezen dat Rusland heel veel mensen heeft verloren. Ruim 300.000 doden en gewonden door de oorlog. Bovendien hebben zo’n 1,3 miljoen Russen het land verlaten, waaronder heel veel jonge, talentvolle mensen die ook nodig zijn voor de defensie-industrie. Ze hebben een probleem met mankracht; ze zetten niet voor niks mensen uit gevangenissen in aan het front. Daarbij lijdt Rusland als gevolg van de sancties wel degelijk economische schade, al zijn de sancties niet helemaal waterdicht. Ze zijn diplomatiek voor een deel geïsoleerd. Als Iran en Noord-Korea je beste vrienden zijn, moet je je als serieus land afvragen hoe succesvol je bent. Rusland heeft een grote bevolking en in potentie kunnen ze het heel lang volhouden. Maar ze hebben ook echt serieuze problemen.”

Brandweerlieden in het door Rusland bezette Donetsk nemen de schade op na een Oekraïense aanval.
Foto Valery Melnikov/Reuters

Bauer somt op wat de Oekraïense strijdkrachten hebben bereikt, de afgelopen maanden. Ze heroverden de helft van het grondgebied dat Rusland na de massale invasie innam; Oekraïense troepen vochten zich door de eerste Russische verdedigingslinie heen in Zaporizja, met zijn uitgestrekte mijnenvelden; Kyiv slaagde erin de Russische marine terug te dringen op de Zwarte Zee en graantransporten te hervatten. Bovendien, zegt hij: „We zitten in dag 644 van een driedaagse oorlog. En dat alleen al laat zien wat een ongelooflijke prestatie de Oekraïners hebben verricht, met een land dat veel kleiner is dan Rusland.” Maar Bauer erkent ook dat de „voortgang op land minder is dan iedereen had gewild”.

Veel militaire analisten die wij spreken stellen dat in Europa nog steeds een gevoel van echte urgentie ontbreekt over het gevaar van de Russische oorlog. Zoals te zien is bij de productie van 1 miljoen granaten voor de Oekraïense artillerie, die niet voor maart kan worden geleverd, zoals was beloofd.

„Nee, dat klopt. En de reden is dat iedereen zich heel lang focust op: ‘wij hebben een miljoen granaten besteld, wij hebben geld voor een miljoen granaten.’ Dat is leuk, maar als de productiecapaciteit niet omhoog gaat is de levertijd van die miljoen granaten aansluitend op die van eerdere bestellingen. Ga niet alleen meer bestellen, maar vergroot de productiecapaciteit. Ik verwacht wel dat we in de loop van 2024 de effecten hiervan gaan zien. Je merkt nu wel dat het besef dat er iets moet gebeuren zo langzamerhand zodanig is gegroeid dat er dingen in beweging komen.”

Lees ook Steun voor Oekraïne gaat niet snel genoeg: ‘Rusland is in 2024 in het voordeel’

Oekraïense militairen demonstreren een stuk luchtafweergeschut. Foto Oleg Petrasyuk/EPA

Het is bijna twee jaar na de invasie van 2022. Maakt u zich geen zorgen over de slagkracht van de NAVO als die bij de grootste landoorlog sinds de Tweede Wereldoorlog eerst twee jaar moet overleggen?

„Als wij zelf in oorlog zijn is er andere wetgeving. In tijden van oorlog mag de regering directief worden naar de private sector. Dan kunnen er voertuigen worden gevorderd en kun je grondstoffen prioriteren. Dat is allemaal wel geregeld in onze wetgeving. In vredestijd is dat lastiger. Dat geldt zeker voor de nieuwe lidstaten aan de oostflank, die uit de Sovjet-Unie zijn vertrokken. Die hebben hun grondwetten zo scherp geschreven dat militairen in vredestijd niet in staat zijn om de dingen te doen die ze in oorlogstijd mogen doen. Zij hebben bij wijze van spreken een formele oorlogsverklaring nodig. In West-Europa is er meer ruimte, maar daar is niet altijd de politieke bereidheid om door te duwen.”

Is het vanuit het NAVO-hoofdkwartier niet verbijsterend om te zien, dat de landen door hun eigen wetten worden tegengehouden, terwijl de vijand waarop je je decennia hebt voorbereid, een oorlog begint? Dit is de dreiging waarvoor de NAVO is opgericht.

„Dat is echt niet helemaal juist. We hebben twintig jaar lang geprobeerd partner te worden van de Russen. De gedachte dat de Russen een bedreiging vormden, is twintig jaar lang uit beeld geweest. Dat is een politieke keuze geweest. Vanaf de militaire kant van de NAVO zijn we na de annexatie van de Krim onze militaire strategie gaan herschrijven op basis van twee dreigingen: Rusland en de terroristische organisaties. Toen heeft het nog vier jaar geduurd voordat op het politieke dek Rusland voor het eerst in tien jaar formeel een dreiging werd genoemd. We hebben het juist twintig jaar lang genegeerd, niet willen geloven. We hebben willen geloven dat ze echt onze vrienden aan het worden waren.

Op het moment dat Rusland binnenstapt op NAVO-grondgebied, zullen ze daar vrij snel heel veel spijt van krijgen

„De NAVO is een defensieve organisatie. Op het moment dat Rusland binnenstapt op NAVO-grondgebied, zullen ze daar vrij snel heel veel spijt van krijgen. En de NAVO is er heel lang vanuit gegaan dat het een korte oorlog zou zijn. Dat past ook bij het idee van niet al te hoge voorraden. Ik denk niet dat we eenzelfde lange oorlog zouden hebben als in Oekraïne. Wij hebben wel een luchtmacht, wij hebben wel wapensystemen die effectief zullen zijn. Het gevecht zal anders zijn. Wij zullen niet insteken op 20.000 granaten per dag. Wij willen één granaat afschieten en daarmee het doel raken en vernietigen. Precisie blijft voor de NAVO een uitgangspunt. En dan het liefst ook op grote afstand. Dat is iets anders dan de massa die Rusland nog steeds gebruikt.”

Leden van een Oekraïense luchtverdedigingseenheid vlakbij Kyiv.
Foto Gleb Garanich/Reuters

Na het binnenvallen van Oekraïne is Moskou snel overgeschakeld op een oorlogseconomie. Rusland produceert volop wapens en munitie. Daar hebben Oekraïne en zijn bondgenoten nu mee te maken.

„Als het gaat om voorraden hebben wij de afgelopen jaren in het Westen alleen gekeken naar efficiëntie. Zo weinig mogelijk geld uitgeven, just in time, just enough. Onze hele liberale economie is daarop gebaseerd. Dat betekent dat je je productiecapaciteit maximaal benut, en daarmee wordt het zo goedkoop mogelijk. Dat is prima voor mobiele telefoons en toiletpapier, maar het werkt niet in oorlogstijd voor militair materieel.

‘Just in time, just enough’ is prima voor mobiele telefoons en toiletpapier, maar het werkt in oorlogstijd niet voor militair materieel

„Wat wij moeten doen is onze economie in een soort oorlogseconomie brengen. Dat is wettelijk lastig. In sommige landen zijn regeringen eigenaar of deels eigenaar van de defensie-industrie. Daar kan de overheid directer druk zetten. In Nederland en Duitsland is het een discussie tussen overheid, industrie en financiers om te investeren in productiecapaciteit. En dat duurt allemaal veel te lang. Het is naïef om te denken dat dit alleen maar het probleem is van de Oekraïners. Het duurt te lang voordat dit op gang komt.”

Dat moet u zorgen baren.

„In de Tweede Wereldoorlog zijn er ook momenten geweest dat we als geallieerden dachten, gaan we het redden? En volhouden is uiteindelijk de enige optie. Wij zijn rijker en creatiever dan wie dan ook. Maar hoe gaan we dat mobiliseren? Daar gaan de discussies met secretaris-generaal Jens Stoltenberg in toenemende mate over. We hebben alles in huis om dit mogelijk te maken. Ik maak me er zorgen over dat we nog niet op het punt zijn aanbeland dat overheden, de industrie en geldschieters gezamenlijk aan de slag gaan. Wij moeten politici [in de NAVO-landen] overtuigen van de noodzaak tot hervorming. Deze oorlog vraagt om prioritering en vergroting van de producitecapaciteit van de defensie-industrie. Hoe zorgen we ervoor dat militaire hun werk kunnen doen? Dan praat ik inderdaad een beetje verder dan alleen die militaire verantwoordelijkheid.”

Houdt de NAVO rekening met een scenario waarbij Rusland in 2024 volop in de aanval gaat en Oekraïne kan instorten?

„Dat scenario is niet waarschijnlijk. Oekraïne zal ongetwijfeld met de inlichtingendiensten en andere landen een beeld proberen te krijgen van het vermogen van de Russen. Zij zouden hun mankrachtproblemen moeten oplossen, maar ook hun wapensystemen. Als wij nieuwe wapens als de F-16 en luchtverdedigingssystemen en andere krachtige wapens gaan leveren, dan zal het heel lastig zijn voor de Russen, want ook zij hebben geen luchtoverwicht in Oekraïne.”

Lees ook ‘We moeten meer doen voor onze eigen veiligheid. Afschrikking is onze beste verdediging’

<strong>Kajsa Ollongren</strong>: „In Oekraïne is de overtuiging om te winnen enorm, ook na twee jaar oorlog.” <strong>Boris Pistorius</strong>: „We kijken vooruit tot 2030. Tot die tijd zullen we circa 20 miljard euro aan munitie besteden.”