‘Moet ik dan met een pistool op het strand gaan wachten op Chinese soldaten?’

Reportage

Taiwan Terwijl de onderlinge spanningen de afgelopen maanden zijn opgelopen, herdenken Taiwan en China maandag het einde van het Chineze keizerrijk. Hoe gaan Taiwanezen om met de oorlogsdreiging?

In een toespraak op de nationale feestdag 10 oktober noemde de Taiwanese president Tsai Ing-wen een gewapende confrontatie met China „absoluut geen optie”.
In een toespraak op de nationale feestdag 10 oktober noemde de Taiwanese president Tsai Ing-wen een gewapende confrontatie met China „absoluut geen optie”.

Foto Carlos Garcia Rawlins/Reuters

Zo ziet geopolitiek eruit, op tien kilometer hoogte. Vlucht CI74 van China Airlines vliegt met een bocht om China heen en nadert Taiwan vanuit het zuiden. China wil geen vliegverkeer boven de Straat van Taiwan om ‘ongelukken’ voorkomen.

Sinds Nancy Pelosi, voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, in augustus een omstreden bezoek aan Taiwan bracht, bevinden de verhoudingen tussen beide landen zich op een dieptepunt. Bij militaire oefeningen omcirkelde China het eiland vrijwel volledig.

De VS, die het economisch en strategisch belangrijke Taiwan tegen Beijing beloven te beschermen, bereiden een wet voor om de Taiwanese handelspost in Washington – de facto een ambassade – een meer officiële naam te geven. Dat is tegen het zere been van de Chinese leider Xi Jinping. China beschouwt het de facto onafhankelijke Taiwan als onderdeel van de Volksrepubliek en reageert furieus, telkens als Taiwan zinspeelt op formele onafhankelijkheid, of zelfstandig diplomatieke betrekkingen aangaat.

Inmiddels hebben de VS de naamsverandering van de handelspost afgezwakt, maar op het Taiwanese tv-nieuws spreken opgewonden commentatoren over oorlogsschepen, straaljagers en ander wapentuig. Op straat in Taipei is er niets van te merken dat dit geopolitieke kruitvat op ontploffen zou staan. Geen soldaten, geen tanks, geen paniek. Je hoort in de miljoenenstad amper sirenes. Taiwan is dan ook een van de veiligste landen ter wereld. Jon Yu, een Taiwanese dertiger met Amerikaans paspoort, omschrijft zijn land als „China’s Canada”. „Zo zien we onszelf, als de welgemanierde variant van China, sterk gericht op de Japanse cultuur en omgangsvormen.”

Taiwanenezen staan bekend als zeer vriendelijk en behulpzaam. Maar zijn ze ook bang? Om te begrijpen hoe Taiwanezen persoonlijk met de oorlogsdreiging omgaan sprak NRC afgelopen weken met zo’n twintig mensen in en uit Taiwan, met expats, overheidsmedewerkers, ondernemers en jongeren. Niet allemaal willen ze herkenbaar in de krant, hun namen zijn wel bij de redactie bekend.

Taiwan heeft Amerika nodig om China op afstand te houden, erkennen veel Taiwanezen. Maar ze willen niet dat de VS China nog verder uitdaagt: „Zo duwen ze ons richting een oorlog.”

Op straat in Taipei leunt Tsai Ping Han (27) tegen zijn scooter. Naast hem staat Chico Wang (38). Ze maken zich niet echt druk over de situatie. „Er is zo weinig wat je er zelf aan kunt veranderen.”

Tsai Ping Han moest als 18-jarige vier maanden in het Taiwanese leger – een korte dienstplicht. „Ons leger stelt niets voor. De wapens zijn verouderd. Wij moeten schieten met pistolen, de Chinezen hebben wapens die veel verder reiken.”

„Er zijn plannen om de dienstplicht weer te verlengen maar daar zie ik het nut niet van in. De Chinezen voeren oorlog met vliegtuigen en schepen. Moet ik soms met een pistool op het strand gaan wachten tot ze dichtbij genoeg zijn?”

Het Taiwanese leger mag dan paraat zijn, het is tien keer zo klein als het Chinese Volksbevrijdingsleger (twee miljoen soldaten) en het wapenarsenaal schiet tekort, reden waarom de VS voor 1,1 miljard dollar aan wapens naar Taiwan willen exporteren. Maar volgens Chico Wang heeft Taiwan niet meer wapens nodig. „De VS beloven ons te beschermen maar elke keer als er Amerikaanse politici komen wordt China boos. Ik heb geen hekel aan Chinezen, ze zijn hetzelfde als wij. Maar hun leider deugt niet. Hij is Big Brother, hij wil de controle over wat iedereen zegt en denkt.”

De knuffel van een beer

Na het bezoek van Pelosi hield president Tsai zich angstvallig stil om China niet verder te tergen. Met de bezoeken van politici daagt Amerika China onnodig uit, vinden veel Taiwanezen die NRC sprak. Een manager uit Taipei omschrijft het als een bear hug”, een knuffel die meer wegheeft van een wurggreep.

In zijn familie-appgroep levert dat verhitte discussies op over de ‘groenen’ (de democratische partij DPP die op verzelfstandiging aanstuurt) en de ‘blauwen’ (de Kuomintang, die vinden dat China en Taiwan bij elkaar horen). Zijn ouders ontvluchtten China in 1949. „Ze hebben heimwee naar het oude China en willen niet zien hoe de situatie nu is.”


Lees ook Taiwan is in gevaar, waarschuwt de vluchteling uit Hongkong

Hongkong is volgens hem het afschrikwekkende voorbeeld van wat Taiwan te wachten zou staan: een democratie die in enkele jaren volledig is afgebroken door het Chinese regime.

Taiwanezen koesteren hun democratie en persvrijheid – al is er kritiek op het verwijderen van enkele pro-Chinese tv-zenders. De Chengchi-universiteit houdt opiniepeilingen onder de Taiwanese bevolking over een mogelijke hereniging met China. Sinds de neergeslagen protesten in Hongkong willen meer Taiwanezen de status quo behouden (nu circa driekwart). De groep die hoopt op daadwerkelijke hereniging met China, kromp van 13 naar 5 procent.

God schudt

„Hebben jullie het ook gevoeld?” Als op zaterdagavond een aardbeving het zuidoosten van Taiwan treft, rammelt het serviesgoed bij dominee Nate Showalter in de kast. Op zondagochtend gaat hij voor in de Taipei International Church, voor een groep van vijftig gelovigen. „God schudt ons heen en weer, misschien probeert hij zo onze aandacht te krijgen.”

Hallelujah, I’m free” zingt de gemeente vanachter hun mondkapjes. Prompt schudt de aarde opnieuw – een naschok.

 Na de dienst schuift Mae Chang (69) aan, samen met ouderling Brad Challberg, een Amerikaan die veertig jaar in China en Taiwan werkte. De familie van de weduwe Chang vluchtte uit China in 1949, toen communistische rebellen de toenmalige Chinese regering naar het eiland Taiwan verjoegen. Vanaf dat moment noemden twee landen zichzelf China.

Mae Chang: „Ik was zeker in China gaan wonen als mijn naaste familie niet in Taiwan had gewoond. We zijn één land.” Echt communistisch is het vasteland van China niet, denkt ze. „De meeste mensen in China bemoeien zich niet met politiek. Het gaat ze erom rijk te worden.”

In de jaren vijftig, als meisje op de lagere school, leerde Mae dat de Taiwanezen het vasteland van China zouden heroveren. Die ambitie vervaagde. China werd een economische grootmacht met 1,4 miljard inwoners en een superieur leger. Maar het gevoel dat het vasteland van China en Taiwan bij elkaar horen, blijft. „Het zijn onze broeders en zusters.”

De Amerikanen willen ons gewoon wapens verkopen

Mae Chang kerkganger in Taipei

Veel Taiwanezen hebben contacten in China – via vrienden, familie en bedrijven. Ze hebben er een stuk grond of hun geld staat op Chinese banken. Met de Chinese overheid hebben ze niets op – de vrijheid van meningsuiting in Taiwan is een groot goed. Toch voelen veel Taiwanezen die NRC sprak, zich diep van binnen Chinees; mensen met dezelfde taal en dezelfde cultuur.

Zonder steun van de VS was Taiwan allang ingelijfd, zegt Brad Challberg. Al is hij Amerikaan, hij is niet blij met de nieuwe wet die het Congres voorbereidt om de relatie met Taiwan te verstevigen. „Dat is provocatie.”

„De Amerikanen willen ons gewoon meer wapens verkopen”, zegt Mae Chang. „Onze jongeren willen niet vechten. Niemand in Taiwan weet bovendien hoe ze die complexe wapens moeten bedienen. Ze schieten zichzelf nog eerder in hun voet.”

Brad knikt. „Xi Jinping hoeft geen oorlog te voeren om Taiwan in te lijven. Een blokkade is genoeg – hij hoeft geen enkele raket af te vuren.”

Economisch vervlochten

Dat denkt ook Chingyu Yao – een van de hoogste ambtenaren van de stad New Taipei City. „We hebben in augustus gezien wat ons mogelijk te wachten staat. Taiwan moet sterker worden op alle fronten – ook als het gaat om energie, handel en cultuur. Onze centrale overheid heeft nu geen goed energiebeleid: onder een blokkade houden we het een paar maanden vol met kolen en olie, met vloeibaar gas misschien een paar weken.”

New Taipei City is de grootste stad van het land (vier miljoen inwoners), met veel technologiebedrijven die economische banden met het Chinese vasteland hebben. Yao: „Ondanks de pandemie en de geopolitieke spanningen is er meer handel tussen China en Taiwan dan ooit.”


Lees ook Chinese analisten: Taiwan binnenvallen is te riskant voor Xi Jinping

Taiwan kan niet zonder de handel met China – 42 procent van het bruto nationaal product, drie keer zoveel als de handel met de VS – en China is sterk afhankelijk van Taiwanese chips. Zou China Taiwan annexeren, dan volgen sancties van Europa en de VS en storten de Taiwanese chipindustrie en de wereldeconomie in – inclusief China. Elke leider zou op basis van die logica van Taiwan afblijven – maar de angst is dat Xi irrationele beslissingen neemt.

En als China Taiwan toch aanvalt, dan is een blokkade – en een paar bommen op strategische doelen als vliegvelden – het scenario waar Taiwanezen in hun achterhoofd rekening mee houden. Een leidinggevende van een groot Taiwanees bedrijf zegt: „Als er een oorlog zou komen – met de nadruk op als – dan is die binnen een maand voorbij.”

Luke Lin, hoofdonderzoeker bij onderzoeksbureau Digitimes in Taipei, vlucht in geval van oorlog naar zijn geboorteplaats in Zuid-Taiwan. „En ik ben van plan extra voedsel en water in te slaan voor mijn gezin.”

Of hij bang is voor escalatie? „We hebben onze angst geïnternaliseerd, de risico’s opgenomen in ons dagelijks leven. Mijn leven moet doorgaan, mijn werk ook. Al schreeuwen ze elke dag dat ze Taiwan willen overnemen.”

In de jaren vijftig werd er nog letterlijk geschreeuwd: op de Taiwanese Kinmen-eilanden, pal voor de Chinese kust, richtten Taiwan en China hun luidsprekersinstallaties op elkaar om leuzen naar de andere kant te slingeren. De metershoge speakers zwijgen nu – ze zijn een toeristische attractie. China gebruikt liever sociale media en tv-zenders om de publieke opinie in Taiwan te beïnvloeden.

Straaljagers

Al zwijgen de luidsprekers nu, militaire dreiging uit China hoort sinds 1949 bij het dagelijks leven. Bijvoorbeeld op ‘double ten’: 10 oktober, de dag waarop zowel China als Taiwan het einde van het Chinese keizerrijk vieren. Dan zal China vast zijn macht weer willen demonstreren door straaljagers richting Taiwan te sturen, denkt Hiskia van der Ley. Zij is lerares op de Nederlandse school in Taipei. Elke zaterdagochtend krijgen hier 39 leerlingen –voornamelijk uit Taiwanees-Nederlandse gezinnen – les in een afdeling van de plaatselijke Rixin Elementary basisschool.

Rondom Taiwan worden grote windmolenparken gebouwd – veel Nederlanders die werken in de off shore-sector sturen hun kinderen naar juf Hiskia. Het schoolhoofd is op zoek naar nieuwe docenten, maar dat is moeilijk: „Sollicitanten uit Nederland haken af omdat ze de situatie te gevaarlijk vinden.” Zelf ervaart ze die angst niet. „De mensen hier gaan ervan uit dat het alleen dreigementen zijn – daar leven ze al zeventig jaar mee.”

„Taiwan is een bloeiende democratie die ideeën uit het Westen meeneemt in haar eigen maatschappelijke en politieke ontwikkeling – zoals de legalisering van het homohuwelijk”, zegt Koenraad Hulsker. Hij is getrouwd met een Taiwanese en doet onderzoek aan de National Taiwan University in de geschiedenis van de politieke filosofie. Veel van zijn collega’s studeerden in Canada, Australië en met name Amerika.

„Nederlanders zijn vaak kritisch over Amerika, dat was ik tien jaar geleden ook toen ik naar Taiwan kwam. Maar je moet niet vergeten dat China een totalitair regime is. Dat is niet alleen een direct gevaar voor Taiwan, maar ook voor de openheid van onze eigen maatschappij, door onze nauwe handelsbetrekkingen met China.”

De Amerikanen verzetten zich hardop tegen Chinese mensenrechtenschendingen, tegen diefstal van economische kennis en tegen de continue cyberaanvallen. De EU is een stuk terughoudender, constateert Hulsker: „Europa durft niks tegen China in te brengen omdat ze economisch afhankelijk zijn – en dat is precies wat China wil. Als Westerse landen niet in staat zijn om China een halt toe te roepen wanneer het de Taiwanese democratie omver wil werpen, is Taiwan verloren. Ik ben bang dat we al een eind op weg zijn naar die situatie. En zeg nou zelf, wanneer heb je Mark Rutte ooit écht iets horen zeggen over de misstanden in China?”

Met medewerking van Garrie van Pinxteren.

Correctie (11 oktober 2022): In een eerdere versie van dit artikel stond dat de VS de Taiwanese handelspost in Washington overweegt om te dopen in een ambassade. Het wetsvoorstel adviseert om de handelspost ‘Taiwan Representative Office’ te noemen. Dat is hierboven aangepast.

Lees verder…….