Met extra hulp kon de voormalig dakloze Conrad toch kok worden

Arbeidsparticipatie Drie instanties in Breda bekijken hoe ze voormalig dak- en thuislozen aan het werk kunnen helpen. Maatwerk werpt vruchten af, maar het is kostbaar.

Conrad aan het werk in de keuken van Catalaans restaurant Gaudim in Breda.
Conrad aan het werk in de keuken van Catalaans restaurant Gaudim in Breda.

Foto David van Dam

Vanaf het moment dat Conrad (47) kon lopen, wist hij het zeker. Hij zou kok worden. Samen met zijn moeder maakte hij cakes en pastechi’s, Antilliaanse vleespasteitjes van deeg. Daar, aan het aanrecht in Curaçao, leerde hij de basis van het vak.

In 2002 vertrok Conrad naar Breda, maar een baan als kok vond hij niet. Hij werkte onder meer in een frisdrankfabriek en saneerde asbest. Intussen bouwde hij schulden op, waardoor hij uiteindelijk zijn huis verloor. Daarna sliep hij bij vrienden op de bank.

Via Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) Breda kwam hij in een traject voor dak- en thuislozen terecht. Want Conrad – zijn achternaam, bekend bij de redactie, noemt hij liever niet – wilde weer werken. Hij kreeg bijstand, SMO hielp zoeken naar een huis en hij ging vrijwilligerswerk doen. Zo maakte hij Antilliaanse gerechten in een buurtrestaurant en volgde een koksopleiding in Rotterdam. Maar voor het laatste stapje – een baan vinden – had hij hulp nodig.

Conrad is een van de zeventien deelnemers aan het proefproject ‘Werken naar vermogen’. De gemeente Breda, SMO Breda en loopbaanbureau De Linkerbaan proberen er voormalig dak- en thuislozen mee aan een baan te helpen. Dat is nodig, vinden ze, want de problemen waar deze mensen nog altijd mee kampen maken het lastig een werkplek te vinden.

Waar een dak- of thuisloze doorgaans eerst huisvesting vindt en dan met hulp van de gemeente op zoek gaat naar een geschikte vacature, hebben de deelnemers aan het proefproject meer ondersteuning nodig. De jobcoach van De Linkerbaan begeleidt de cliënt intensief op de werkplek en kan zo ontdekken met welke problemen hij of zij te maken krijgt, wat de ‘kandidaat’ wil en welke verwachtingen reëel zijn. Ook is er frequent contact met de SMO-mentor en de gemeente. Elke twee weken hebben ze een videovergadering waarin ze de progressie van alle kandidaten doornemen.

Steef Badenbroek, jobcoach van De Linkerbaan, ging eind 2021 aan de slag met Conrad. Hij en SMO Breda hielpen eerst diens financiën op orde te krijgen. Daarna gingen ze op zoek naar werk. Een koksbaan in een nonnenklooster nabij de stad ging uiteindelijk toch niet door, waarna Conrad wekenlang borden waste in een Bredaas restaurant – zonder uitzicht op een kokspositie.

Soms belde Conrad als hij erdoorheen zat. Badenbroek zorgde ervoor dat hij bereikbaar was. „Die jongen werkt overdag en gaat pas ’s avonds op de bank nadenken. Als hij dan in de stress raakt, neem ik op.” Hij deed dat ook om te voorkomen dat Conrad, het afwassen beu, zou terugvallen in oude, verkeerde patronen. Ze zochten verder.

Papieren daling

De aanpak van dakloosheid krijgt de laatste jaren nogal wat aandacht. Zo trok het kabinet twee jaar geleden eenmalig 200 miljoen euro uit voor regionale plannen tegen dakloosheid. Breda kwam met een ‘versterkingsplan tegen dak- en thuisloosheid’ waarvoor de gemeente zo’n 1,8 miljoen kreeg. Daarvoor zou ze onder meer extra woonplekken realiseren en de arbeidsparticipatie bevorderen – via ‘Werken naar vermogen’ bijvoorbeeld.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telde Nederland in 2020 zo’n 32.000 daklozen. Een jaar eerder waren dat er 4.000 meer. De groep precies in kaart brengen is lastig, erkent het CBS. Daklozen ouder dan 65 of jonger dan 18 tellen niet mee in de statistiek, en alle nieuwe aanmeldingen bij opvangorganisaties lijken de papieren daling soms te weerspreken.

Conrad aan het werk.
Foto David van Dam

De cijfers schetsen in ieder geval geen volledig beeld, vertelt Adriëtte van Dongen van SMO Breda. „Sommige mensen hebben wel een slaapplek, bij familie of vrienden op de bank, maar staan nergens ingeschreven. Dat zijn thuislozen.” Het straatteam van de organisatie treft regelmatig mensen die niet bekend zijn bij instanties.

Volgens Van Dongen is het voor mensen die dak- of thuisloos zijn geweest lastig een baan te vinden en te behouden. Wie de basis niet op orde heeft – woning, financiën, psychische stabiliteit – functioneert vaak ook moeilijk op de werkplek. „Mensen raken verstrikt in de problemen, komen daardoor een paar keer te laat en verliezen hun baan. Terwijl ze wel aangeven dat hun levensgeluk toeneemt door werken.”

Deze pilot wil een oplossing bieden, zegt Van Dongen. „We kijken naar wat mensen willen, wat ze kunnen. We geven sollicitatietrainingen en kijken mee naar huisvesting en financiën. Het hangt allemaal samen.”

Stigma

Soms aarzelen werkgevers een voormalige thuisloze aan te nemen. Zo iemand draagt een stigma, weet Van Dongen van SMO – maar het gaat lang niet altijd om mensen die niets meer willen of kunnen. „Het kan ook iemand zijn die door het faillissement van een eigen bedrijf dakloos is geraakt. Na een kennismaking verdwijnen vooroordelen.”

Rianne Römkens, mentor bij SMO Breda, zag dat ook tijdens de pilot. Ze begeleidde een vrouw die in een restaurant ging werken. De vrouw kwam tijdens de sollicitatie sterk over, maar viel toch uit. „Door haar geschiedenis kon ze niet goed voor zichzelf opkomen. Daardoor werkte ze in de pauzes door en raakte snel uitgeput.” Dat ze daarachter kwamen, is de verdienste van de pilot, vertelt Römkens. „De jobcoach en de mentor hadden een vertrouwensband opgebouwd met de vrouw. Daardoor wilde ze erover praten.”

De gemeente Breda brengt bij het proefproject zijn contacten met werkgevers in. De gemeente heeft een groot netwerk onder lokale werkgevers, vertelt Jac Daamen, ‘matcher banenafspraak’ bij de gemeente. Hij werkte eerder in de sociale werkvoorziening en begeleidt nu mensen vanuit de bijstand naar werk. Vroeger, zegt hij, was er voor mensen met een ‘achterstand op de arbeidsmarkt’ alleen werk in de groenvoorziening, schoonmaak en productiebedrijven. „Nu zijn er banen in de horeca, administratie, zorg – ook op hbo- en zelfs universitair niveau.”


Lees ook: Man, verpleegkundige geweest, leeft nu op straat. Plannen zijn er wel, maar de woningnood zit in de weg

De gemeente maakt inmiddels ook afspraken met dit soort werkgevers om moeilijker plaatsbare werkzoekenden aan een baan te helpen. Zo heeft Daamen al cliënten bij een bierbrouwer gezien en als gids op een rondvaartboot in de stad. De werkgever krijgt een vergoeding of betaalt slechts een deel van het salaris, tot de cliënt volledig kan werken.

Daamen is tevreden over de pilot, „al gingen we in het begin té snel. We wilden mensen meteen aan een baan helpen, maar veel van hen vielen toch uit. Het is niet van: ‘hier zijn drie vacatures, schrijf maar.’ Iemand naar werk begeleiden is een vak apart.”

Koude gerechten

Of de intensieve begeleiding na de pilot een vervolg krijgt, is nog een open vraag. Een evaluatie, eind dit jaar, zal daar uitsluitsel over moeten geven. Van de zeventien deelnemers hebben er inmiddels elf werk gevonden of zijn op weg daarnaartoe. De andere zes zijn gestopt, al dan niet tijdelijk.

Baanmatcher Daamen: „Het blijft wel maatwerk – en daardoor kostbaar. Dak- en thuislozen vormen een subgroep; in Breda alleen al zijn zo’n 4.200 huishoudens met een uitkering. Die zouden we een soortgelijke aanpak kunnen bieden, maar dat is theorie.” Want onbetaalbaar.

Jobcoach Steef Badenbroek van De Linkerbaan plaatst daar een kanttekening bij. „Het is misschien beter iets meer tijd en geld in een cliënt te steken. Als iemand opnieuw in de bijstand belandt, is de gemeente duurder uit.”

De tijd die in Conrad is geïnvesteerd, lijkt in ieder geval lonend. Hij vond samen met zijn jobcoach een baan als kok bij het Catalaanse restaurant Gaudim in Breda. Daar maakt hij nu al zo’n drie maanden de koude gerechten. Binnenkort mag Conrad ook warme gerechten voorbereiden. Hij kijkt vooral uit naar de paella, en hij droomt van een eigen restaurant. „Conrad’s Kitchen: Antilliaans streetfood, maar dan van hoge kwaliteit.”

Hij heeft door het werk weinig stress meer. „De dagen gaan zó snel. Vroeger verveelde ik mij. Ik kon niets, had geen geld.” Dat is anders na zijn eerste loonstrookje. „Nu kan ik weer leuke dingen doen: nieuwe schoenen kopen of met mijn vriendin uit eten gaan.”

In november, zo heeft Conrad uitgerekend, heeft hij genoeg geld om naar Curaçao te vliegen. Hij kijkt ernaar uit om zijn ouders weer te zien. „Ik videobel elke dag met ze, maar het is twintig jaar geleden dat ik ze voor het laatst heb vastgehouden.”

Foto David van Dam

Lees verder…….