Met een nieuwe fabriek in Delfzijl moet biochemiebedrijf Avantium zich gaan bewijzen

Deze rubriek belicht iedere week ontwikkelingen op de beurs. Ditmaal: chemiebedrijf Avantium.

Minister-president Mark Rutte tijdens een werkbezoek aan Avantium in 2019.
Minister-president Mark Rutte tijdens een werkbezoek aan Avantium in 2019.

Foto Siese Veenstra/ANP

Eindelijk was het dan zover. In het voorjaar ging de eerste paal van Avantiums ‘flagship plantde grond in op het chemiepark van Delfzijl. Met deze fabriek moet het chemiebedrijf zich gaan bewijzen. Lukt het om hun FDCA, een grondstof voor bioplastic, op grote schaal te produceren?

Het geduld van beleggers is behoorlijk op de proef gesteld, maar de belofte is groot. FDCA is de belangrijkste grondstof voor PEF, een bio-based en dus milieuvriendelijk alternatief voor PET – bekend als het materiaal van frisdrankflessen.

Avantium kende tegenslag sinds de beursgang in 2017. De Duitse partner BASF, waarmee de bioplasticfabriek zou worden gerealiseerd, stapte uit de samenwerking. Dat kostte Avantium tijd en beleggersvertrouwen. En natuurlijk geld. „Avantium moest op zoek naar nieuwe financiering”, zegt Paul de Froment die het aandeel volgt voor investeringsbank Bryan, Garnier & Co. „Dat is gelukt, en dat maakt het bedrijf echt interessant.”

Zo haalde Avantium dit voorjaar 45 miljoen euro op door het uitgeven van nieuwe aandelen en wist het eerder een lening af te sluiten van 90 miljoen euro. Daarmee hoopt het bedrijf minstens drie jaar vooruit te kunnen. De planning is dat de fabriek begin 2024 operationeel is.

Afgelopen week presenteerde Avantium de resultaten van het eerste halfjaar. Maar in de omzet- en winstcijfers hebben beleggers eigenlijk niet zoveel interesse. Belangrijker zijn de nieuwe contracten die Avantium de afgelopen maanden heeft gesloten met afnemers. Daar zitten grote namen tussen: het Braziliaanse AmBev, onderdeel van brouwerijconcern AB InBev, de Deense brouwerij Carlsberg, maar ook ’s werelds grootste conglomeraat voor luxeproducten Louis Vuitton Moët Hennessy (LVMH). „Deze contracten laten zien dat er daadwerkelijk een grote vraag is naar FCDA en vertrouwen in Avantium als producent”, zegt De Froment.

Reg Watson, analist voor ING, wijst op nog een interessante ontwikkeling: een van de partijen die een contract tekende met Avantium gaat FDCA gebruiken voor een andere toepassing dan het vervaardigen van PEF-verpakkingen. Meer wil deze partij niet bekendmaken, maar, zegt Watson: „Kennelijk zijn er nu al nieuwe, innovatieve toepassingen voor FDCA gevonden.” Dat wijst er volgens hem op dat het product van Avantium nog veel meer potentie heeft.

Als het om FCDA-productie gaat, heeft Avantium wereldwijd nauwelijks concurrenten, zeggen beide analisten. Avantium maakt ook nog andere stoffen, onder meer het zogeheten bio-MEG, een milieuvriendelijk alternatief voor polyester. Daar heeft het bedrijf een voorsprong op de concurrentie. De Froment: „Avantium heeft het aantal stappen in het productieproces van bio-MEG teruggebracht van vier naar één.”

Waar veel bedrijven nu kampen met tekorten en leveringsproblemen heeft Avantium daar geen last van. Hun grondstof is suiker en dat is er „in overvloed”, aldus Watson. En suikerbieten groeien ook nog eens gewoon in Nederland.

De enige externe factor die volgens Watson voor „hoofdpijn” kan zorgen bij Avantium is de krapte op de arbeidsmarkt. „Stel dat de overheid besluit het Groninger gasveld toch weer te openen, dan zou er nog meer concurrentie zijn in die regio voor het aantrekken van deskundig personeel.”

In feite zien de analisten weinig risico’s voor de toekomst van Avantium. Waarom blijft de aandeelwaarde dan toch rond de 3 euro steken? „We zijn nog wel anderhalf jaar verwijderd van een operationele fabriek en het moment dat Avantium licenties kan verkopen aan andere fabrieken”, zegt Watson. „Beleggers kijken vaak niet zover vooruit.”

Op de beurs is het dus – opnieuw – een kwestie van geduld.

Lees verder…….