‘Melk’ is een frisse musical over alle facetten van (geen) moeder (willen) zijn

Telkens als er een kind ter wereld komt, wordt er ‘een moeder geboren’. Dat, zo schetst de musical Melk, is een gebeurtenis met impact, waar veel aan voorafgaat en evenveel uit voortkomt. Als een kleurrijk mozaïek van momenten zoomt de voorstelling in op het moederschap. In de ene scène wacht een stel op het resultaat van een zwangerschapstest; in een andere probeert een jonge moeder de zorg voor haar kindje te combineren met haar werk. Ook zijn er scènes over (on)gewilde kinderloosheid.

Melk is een opeenvolging van flitsen uit heel verschillende levens. Er is een gesprek tussen twee geliefden (acteurs Jonathan Demoor en Roben Mitchell) die een draagmoeder zoeken, en een lied waarin een vrouw (Mylène d’Anjou) het lege-nest-syndroom bezingt. Iedere scène staat op zichzelf, er zijn geen terugkerende personages en de acteurs spelen meerdere rollen.

Dat de musical toch als een eenheid voelt, komt – naast de gemeenschappelijke thematiek – door de staging van Pim Veulings. Een terugkerend element zijn witte lakens en doeken, die doen denken aan de periode rond een geboorte en waarvan de spelers zo een tafel, jurk of kindje op de arm maken. Twee halfronde banken worden over het toneel geschoven of op hun kant gelegd, om iedere scène een eigen setting te geven. Dit alles is prachtig uitgelicht met felle lichtbundels (waarmee zomaar een lift kan ontstaan) of met dreigend rood licht, als iemand woedend een opzwepend nummer over sterilisatie zingt.

Ruimte voor spel

Melk is één van de eerste musicals van Stichting Nanoek, een jonge producent die volgens de website „een nieuwe en duurzame impuls [wil] geven aan het genre.” Die vernieuwing zit ’m in de ontwikkeling van nieuwe Nederlandse producties in een theatrale stijl die afwijkt van veel andere musicals die nu te zien zijn: in Melk geeft regisseur Anouk Beugels, artistiek leider van Nanoek, opvallend veel ruimte aan spel. Het acteerwerk is ingetogen, waardoor intieme momenten ontstaan.

De prettige, subtiele tekstbehandeling valt op in een scène waarin een arts van een abortuskliniek (Charlotte Dommershausen) haar werk verdedigt tegenover een groep demonstranten die patiënten lastigvalt. De dokter houdt vast aan de wetenschap, somt feiten op, terwijl de betogers steeds luider hun ideeën over ‘hoop en hulp’ roepen. Dit gebeurt in een spoken word-achtige performance van de dokter, die tegenwicht biedt aan de protest-melodieën.

Dommershausen is, naast één van de spelers, de componist van de productie. Ze vat emoties en ideeën rond moederschap in nummers vol melodieuze samenzang én elektronische beats. De soundtrack knispert, zoals de hele productie een zekere frisheid ademt. Melk is wat fragmentarisch en niet iedere verhaallijn is even origineel, maar als geheel maakt de voorstelling benieuwd naar wat er nog meer uit de kraamkamer van Nanoek zal komen.