Mascha Halberstad: ‘Pas als ik zelf moet lachen, zit het goed’

Nog voor de première in Berlijn was de nieuwe animatiefilm van Mascha Halberstad al aan vijftig landen verkocht. Vos en Haas redden het bos spreekt, net als de vorige film van de Nederlandse regisseur, een breed en internationaal publiek aan. Een van de krachten van Halberstads films is dat niet alleen kinderen zitten te giechelen en gillen in de bioscoopzaal, maar dat ook hun ouders gniffelend meekijken.

Lees ook het cultuurdagboek van Mascha Halberstad vanuit Berlijn: ‘Het is weer aan het ontploffen’

Mascha Halberstad bij de première van haar film ‘Vos en Haas redden het Bos’ op het Filmfestival Berlijn.

Vos en Haas redden het bos gaat over een bos dat onder water loopt omdat de kwaadaardige Bever een dam heeft gebouwd. Bewoners Vos, Haas, maar ook het zwijn Ever en personages als Meermin, moeten in actie komen omdat hun vriendje Uil plots is verdwenen. Het verhaal is gebaseerd op het kinderboek van Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing, maar kreeg een fikse scheut ‘Mascha-saus’, zoals Halberstads producent Janneke van der Kerkhof het noemt. Waaruit bestaat ‘die saus’ of humor die Halberstads jeugdfilms zo geliefd maakt? De regisseur licht vier ingrediënten toe.

Screenshot

1 Een scala aan accenten

„Voor mij zijn de stemmen het allerbelangrijkste in een animatiefilm, daar zit de humor. Althans bij dialooggedreven films zoals ik ze maak. Bij veel animatiefilms worden de voice-overs los van elkaar ingesproken. Zelf breng ik stemacteurs graag samen en laat hen improviseren op basis van het scenario. Begin ik te lachen of ben ik ontroerd door een scène, dan weet ik dat het goed zit.

„Zo experimenteerde ik met acteur Rob Rackstraw met de stem van Ever, een zwijn in een iets te strak leren pak. De dialogen waren simpelweg niet grappig tot ik Rob vroeg het met een Duits accent uit te spreken. Toen viel alles op zijn plek.

„Ik houd sowieso enorm van accenten. In veel landen ligt het gebruik daarvan in jeugdfilms nu ingewikkeld, in Vlaanderen en Frankrijk bijvoorbeeld wegens opvoedkundige redenen. Dat vind ik jammer: die accenten maken het rijk, alle personages komen uit andere delen van de wereld, dan is het mooi om een rijkheid aan geluiden te hebben. De ratten, de handlangers van Bever, hebben in de Britse versie bijvoorbeeld een heel zwaar Brits, Peaky Blinders-achtig accent.

„Dat stemmen zo belangrijk voor mij zijn, zorgt er wel voor dat ik het dubben van mijn films best ingewikkeld vind. Eigenlijk ga je iedere keer als je stemmen opneemt een nieuw creatief proces in, waarbij moet worden gekeken of accenten en grapjes nog werken. Je moet maar hopen dat dat in andere talen goed wordt aangepakt.”

2 Uitvergroten

„Ik werd gevraagd voor deze verfilming omdat ik eerder al de tv-serie op basis van Vanden Heedes boeken heb gemaakt. Zelf houd ik van Roahl Dahl-achtige humor met kwaadaardige personages. Vos en Haas redden het bos is een vrij conventioneel kinderverhaal naar mijn smaak, daarom heb ik het wat naar mijn hand gezet. Ik heb de karakters wat uitvergroot en een ‘randje’ gegeven. Zo heeft Bever, de bad guy in het boek, een ‘burchtje’. Ik wilde dat dat in de film een gigantische burcht werd. Toen merkte storyboarder Gijs van der Lelij op dat bevers waterdieren zijn en we daar iets mee moesten doen, zoals glijbanen toevoegen aan de burcht. Waarop ik dacht: ‘Te gek’ en scenarist Fabie Hulsebos het in het scenario verwerkte.

Ik heb de karakters wat uitvergroot en een ‘randje’ gegeven

„Veel visuele grappen in de film ontstaan door dit soort interacties. Fabie verzint bijvoorbeeld dat personage Meermin telkens een interactie met een goudvis heeft. Zelf vind ik dat net te weinig, dus reageer ik met: ‘Dat moet een kogelvis zijn, die blazen zichzelf soms op.’ Waarop Gijs bedenkt dat je Meermin aan het einde van de film die vis in haar handtasje ziet stoppen. Een geniale grap denk ik dan.”

3 Volwassen intermezzo’s

„Kinderen reageren heel erg op actie in jeugdfilms – ik merk dat ze het in deze film bijvoorbeeld enorm grappig vinden als de ratten Vos en Haas meesleuren in een badkuip. Je ziet ook dat veel commerciële kinderfilms en -series volledig inzetten op actie, met veel gegil en schreeuwerige stemmen. Maar toen ik vroeger met mijn zoon naar de bioscoop ging, had ik vaak iets van ‘Hallo ik wil het ook leuk hebben’.

„Ik voeg dus ook momenten toe die ikzelf en volwassenen grappig vinden, maar die voor het verhaal eigenlijk ‘overbodig’ zijn. Zoals de scène wanneer Ever in z’n eentje een beetje een rare bult staat te graven om het water tegen te houden en een absurde conversatie heeft met de ratten. Het is een van mijn favoriete momenten in de film, maar kinderen snappen natuurlijk totaal niet waarom het erin zit.

„Ik streef trouwens ook altijd naar de juiste balans tussen humor en ontroering. Bever vond ik zelf bijvoorbeeld een moeilijk personage, hij moest narcistisch en egoïstisch zijn, maar tegelijkertijd ook charmeren, want anders ga je niet met hem mee. Als je hem helemaal aan het begin van de film alleen op zijn dam ziet staan, die hij met zo veel moeite heeft gebouwd maar met niemand kan delen, hoop ik dat je ook wat ontroering voelt.”

4 Niet te cartoonesk

„De dieren hadden al menselijke trekken in de boeken, mede door de prachtige tekeningen van Thé Tjong-Khing. We wilden dat de animaties in de film niet te cartoonesk waren, maar subtiel en menselijk. Bij het maken van mijn vorige film Knor heb ik geleerd dat het dan helpt als animatoren als referentie filmpjes hebben waarin echte mensen de scènes spelen. Bij Vos en Haas heeft Jasper Kuipers, die de animatieregie deed, alle scènes op voorhand gespeeld, opgenomen met zijn telefoon en aan de animatoren gegeven. Als je Uil bijvoorbeeld met een cocktail in de hand ziet relaxen in de Beverburcht, voelt dat als iets heel gewoons, maar dat is het natuurlijk niet.

„Iemand, in dit geval Jasper, heeft nagedacht over hoe je zoiets er natuurlijk kunt laten uitzien. Net als de echte ‘spelscènes’, wanneer Vos aan Bever uitlegt dat hij terug wil naar zijn vrienden. Dit soort momenten worden snel flauw of pathetisch. Dat dit dan niet gebeurt, komt door het spel van Jasper en natuurlijk ook weer door de eerder opgenomen voice-overs, want daardoor krijgt Jasper ideeën over hoe hij iets kan spelen. Het is een soort sneeuwbaleffect.”

Lees ook Veel grappige en fraaie animaties in de meivakantie

‘Vlindervrienden en het grote avontuur’