N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
McKinsey-affaire De Franse regering heeft de afgelopen jaren bijzonder veel duur advies van consultancykantoren ingekocht. Macrons tegenstanders ruiken vriendjespolitiek.
De Franse president Emmanuel Macron leek zonder al te veel problemen richting een tweede termijn te bewegen, maar een dikke week voor de presidentsverkiezingen is hij in het nauw gekomen door wat in Frankrijk de McKinsey-affaire wordt genoemd. En die weet hij voorlopig niet af te schudden.
De kwestie begon half maart toen uit een senaatsonderzoek bleek dat de Franse regering de afgelopen vijf jaar bijzonder veel gebruik maakte van het (dure) advies van consultancykantoren, zoals het Amerikaanse McKinsey. Zo gaf de regering in 2021 meer dan 1 miljard euro uit; twee keer zoveel als drie jaar eerder. De kantoren werden geconsulteerd voor „complexe missies”, zoals de coronavaccinatiestrategie, maar ook voor simpelere overheidstaken.
Volgens de senaatscommissie is een „afhankelijkheidsrelatie” ontstaan. Voorzitter van de commissie Éliane Assassi stelde dat de regering de „reflex” heeft gekregen om consultancykantoren in te zetten, „terwijl de staat ook over interne competenties beschikt” – verwijzend naar het gekwalificeerde ambtenaarsapparaat. Extra pijnlijk was dat McKinsey volgens de senaatscommissie jarenlang geen belasting heeft betaald in Frankrijk (dit ontkent het kantoor).
Lees ook: Vijf jaar Macron: Président des riches vocht zich door crisis na crisis
Zemmour in de aanval
De affaire is ongemakkelijk voor Macron, die al jaren bekritiseerd wordt een president voor de rijken te zijn. Zijn politieke tegenstanders doen dan ook hun best de affaire onder de aandacht te brengen en te houden.
Vooral de radicaal-rechtse presidentskandidaat Éric Zemmour probeert het beeld neer te zetten van een president die McKinsey steeds weer aannam omdat hij bevriend zou zijn met hooggeplaatste werknemers van het bedrijf. De afgelopen tijd gingen op sociale media screenshots rond van LinkedIn-pagina’s van McKinsey-medewerkers die ook een rol in Macrons partij hebben, en deden de wildste theorieën de ronde over de relatie tussen Macron en McKinsey. En helemaal onwaar is de kritiek niet: een aantal werknemers van McKinsey werkte in 2017 gratis voor Macrons verkiezingscampagne en kreeg na zijn verkiezing een plekje in het staatsapparaat. Ook heeft het Élysée McKinsey eens uitgenodigd om op vrijwillige basis tech-toppen te organiseren.
Macron probeerde in eerste instantie geen lucht te geven aan de kritiek in de hoop dat deze vooral in radicaal-rechtse hoek en op sociale media zou blijven, maar ziet zich nu toch genoodzaakt te reageren. In een interview met France 3 ontkende hij enkele dagen geleden dat er sprake is van vriendjespolitiek, en zei hij dat de regels van de vrije markt altijd zijn gevolgd bij de uitbesteding van opdrachten aan consultancykantoren. Woensdag gaven twee ministers een persconferentie waarin ze benadrukten „niets te verbergen” te hebben.
De reactie toont dat het schandaal serieus wordt genomen door team-Macron, en dat is niet onterecht. Op zondag 10 april vindt de eerste ronde van de presidentsverkiezingen plaats. Hoewel de president de peilingen nog steeds aanvoert, komt zijn de nationalistisch-populistische tegenstander Marine Le Pen de afgelopen dagen wel erg dichtbij. Volgens de laatste peiling kan zij in de tweede ronde (waarin Macron en Le Pen het vermoedelijk tegen elkaar zullen opnemen) op 46 procent van de stemmen rekenen, waarmee ze nog maar enkele procentpunten van Macron en het presidentschap verwijderd is.