Luid, grillig en emotioneel ‘Yara’s Wedding’ brengt identiteitspolitiek naar de menselijke maat

Recensie Theater

Muziektheater ‘Yara’s Wedding’ is zo’n voorstelling waar je met tuitende oren, een vol hart en een vering in je pas naar buiten loopt. Debatten over afkomst en privileges krijgen een menselijk gezicht, terwijl de muzikanten de gang erin houden.

‘Yara’s Wedding’ is een spetterend amalgaam van drama, komedie, dans, zang en muziek.
‘Yara’s Wedding’ is een spetterend amalgaam van drama, komedie, dans, zang en muziek. Foto Katrin Ribbe

Voor aanvang creëert een dj met harde beats een clubsfeertje in de foyer en na afloop eindigt de rode loper buiten bij een patatkraam. Deze versiering van de première-avond in de Groningse Stadsschouwburg zou het vermelden niet waard zijn, als hij niet zou helpen de vibe op het toneel te verklaren, met een dominante rol voor de muziek. Want Yara’s Wedding is zo’n voorstelling die evenement wordt en waar je met tuitende oren, een vol hart en een vering in je pas naar buiten loopt, verzoend met het soms zo stroeve genre theater.

Deze Nederlands-Duitse co-productie (van het Groningse NITE en het Duitse Schauspiel Hannover) vormt een spetterend amalgaam van drama, komedie, dans, zang en muziek. Die multidisciplinaire aanpak is het handelsmerk van regisseur Guy Weizman, maar hij lijkt per voorstelling een betere balans te vinden. Anders gezegd: de van huis uit choreograaf weet steeds beter ruimte te geven aan de tekst en dat komt de zeggingskracht ten goede.

Het Duits, Nederlands, Engels en Arabisch gesproken Yara’s Wedding is luid, grillig, overvol, met klaroenstoten emotie en paukenslagen drama, maar loopt nooit uit de rails. Aanvankelijk bonken de drums te opdringerig tegen de tekst van de acteurs aan, maar gaandeweg vlijt de beat zich onder de woorden en wordt hij de golfslag van de voorstelling. Het mooist is de klarinet, die scènes bestuift met melancholie en troost. In de cruciale scènes is het Weizman-zij-dank stil en krijgt het woord alle ruimte.

‘Verwarde asielzoeker’

Met de excellerende Sanne den Hartogh, Sarah Janneh en Bien de Moor heeft het ensemble acteurs in huis die weinig nodig hebben om een rol tot leven te brengen. Den Hartogh is Tony, de gangmaker van vijf bevriende tieners in het eerste deel, dat zich afspeelt in 2011. Bij een brand die Tony veroorzaakt, wordt een willekeurige zwarte toeschouwer door de politie tegen de grond gewerkt en in elkaar geslagen. De dag erna kopt de krant dat een ‘verwarde asielzoeker’ als brandstichter is opgepakt. De misdaad van de politie is schokkend, maar de kiem van het drama is dat Tony niet naar voren komt om schuld te bekennen. Terwijl de vernederde en onschuldige man de vader is van twee vrienden uit de groep, Sebastian en zijn zus.

Pas bijna twaalf jaar later, op de bruiloft van twee van de vijf, Yara en Sebastian, zien de voormalige vrienden elkaar weer. Een bruiloft blijkt de uitgelezen plek om bekentenissen te doen en elkaar de waarheid te zeggen.

De bravoure van tiener Tony is geheel verdampt. Hij is uitgegroeid tot een murw geslagen verschoppeling. Zijn gesprek met Sebastian (net als Yara niet-wit) is een sleutelscène, over de effecten van privileges en afkomst: het vinkjesdebat in een notendop.

Identiteitspolitiek

Sebastian, inmiddels succesvol kunstenaar, wijst Tony erop dat hij alle kansen in het leven had, terwijl Yara en hij nog altijd anders worden bekeken en hij, ondanks een flonkerende carrière, worstelt met zelfontkenning. Tony wijst erop dat afkomst geen garanties biedt en verdedigt zich: „Ik zit niet aan de knoppen, ik ga naar de knoppen.” De wereld verandert, concludeert Sebastian en het is aan Tony om daar aan te wennen.

Het is een eminente scène, waarin complexe identiteitspolitiek tot de menselijke maat wordt teruggebracht. Dezelfde vraagstukken over onrecht, schuld en schaamte worden knap door de andere personages op andere manieren belicht en weerkaatst. In de relatie tussen twee vrouwen spelen ze, want de een is wit, de ander zwart, en in de relatie tussen de witte moeder van Sebastian en haar zwarte, voormalige schoonzus.

Bien de Moor speelt die witte moeder verrukkelijk, als een hyperobsessieve wereldverbeteraar, die een ander gezicht toont als haar schoonzus haar voor de voeten werpt dat ze zich voor haar ex-man schaamt. In een sterke scène, die alleen wat laat in het stuk komt en iets te schreeuwerig wordt gespeeld, verweert ze zich met het argument dat huidskleur niet alles verklaart en dat haar man van rijkere komaf was dan zij. Maar zo werkt het niet met kansen, antwoordt de schoonzus. Hoe het anders kan? Dat weten ze beiden niet, geven ze uiteindelijk toe.

Dat gebrek aan antwoorden is ook een kracht van Yara’s Wedding: de kijker wordt uitgedaagd alle argumenten in dit maatschappelijke debat opnieuw te wegen. Wat wel klinkklaar spreekt uit de voorstelling is dat fundamenteel onrecht onvermoeibaar aandacht verdient. Door het met elkaar te blijven proberen, zegt Yara in haar slotmonoloog, alvorens zij (Karima El Fillali) uitbarst in een vervoerend Arabisch lied. Dat laatste zet de kroon op een weergaloze theateravond.

Lees ook: dit gesprek met Sarah Janneh, NRC-acteertalent 2023: ‘Op toneel weet ik precies wat ik moet doen en waarom ik dat doe’ TheaterDit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment

Lees verder…….