Leidt het EU-onderzoek naar Chinese staatssteun voor elektrische auto’s tot een handelsoorlog?

Elektrische auto’s uit China Brussel gaat de Chinese staatssteun aan elektrische auto’s onderzoeken, werd woensdag bekend. Frankrijk dringt hier al lang op aan, maar Duitse merken die veel wagens verkopen in China vrezen vergeldingsacties.

Bezoekers van een grote autobeurs in Shanghai bekijken een elektrische auto van het Chinese merk Xpeng.

Bezoekers van een grote autobeurs in Shanghai bekijken een elektrische auto van het Chinese merk Xpeng.

Foto Aly Song/Reuters

Na maanden van speculatie maakte voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen het woensdag definitief: Brussel begint een onderzoek naar Chinese staatssteun op elektrische auto’s. Die staatssteun is de oorzaak, aldus Von der Leyen, dat de prijs „kunstmatig laag” blijft en de markt wordt „overspoeld met goedkopere Chinese elektrische auto’s”.

Het onderzoek is pas een eerste stap, maar kan er uiteindelijk toe leiden dat Europa China nieuwe heffingen gaat opleggen – met mogelijk vergeldingsmaatregelen als gevolg. Zes vragen over de opvallende stap van Brussel.

1 Waarom komt Brussel nu met deze aankondiging?

Omdat de frustratie al langer is opgelopen en men door schade en schande wijs is geworden. Al maanden lobbyt met name Frankrijk in Brussel voor het aanpakken van veronderstelde oneerlijke concurrentie door Chinese autofabrikanten. De afgelopen jaren groeide het marktaandeel van die fabrikanten rap, ten koste van Europese automakers. En dat terwijl juist Europa traditioneel sterk is in het maken van auto’s én mondiaal het voortouw probeert te nemen in de groene transitie.

Dat de Europese Commissie nu ingaat op de Franse eis, is niet los te zien van de protectionistische wind die de laatste jaren sowieso door Brussel is gaan waaien. Door de toenemende concurrentie met China en in mindere mate de Verenigde Staten, gaan er ook in Europa steeds meer stemmen op om de traditioneel open economie beter te beschermen. Von der Leyen verwees zelf woensdag naar de manier waarop de Europese zonnepanelensector in het vorige decennium volledig werd weggespeeld door „oneerlijke handelspraktijken van China”.

Ten slotte is de aankondiging voor Von der Leyen ook een mooie manier om te laten zien hoe ferm zij de Europese economie wil beschermen. Dat komt niet slecht uit, in een Europees verkiezingsjaar, waarin zij vrijwel zeker opnieuw kandidaat wil zijn voor het voorzitterschap. Dat ze nu vast een handreiking doet aan Parijs, zal daar onthouden worden.

2 Wat gebeurt er op de automarkt?

In de Europese Unie zijn Chinese automerken als NIO, Xpeng en met name BYD bezig in hoog tempo marktaandeel te veroveren. Nog maar twee jaar geleden waren deze namen volstrekt onbekend in Europa, nu ligt hun marktaandeel voor elektrische auto’s volgens schattingen rond de 8 procent. Tussen januari en juli van dit jaar verkochten Chinese merken in Europa volgens schattingen van de Financial Times 433.000 elektrische auto’s. In Europese hoofdsteden als Amsterdam en Berlijn openen de merken op hoog tempo showrooms op prominente locaties.

De Europese Commissie vreest dat dit aandeel snel kan oplopen naar 15 procent. Dat komt vooral doordat Chinese elektrische auto’s over het algemeen stukken goedkoper zijn dan hun Europese tegenhangers. Tussen vergelijkbare modellen bestaat vaak een verschil van meerdere duizenden euro’s, terwijl de Chinese auto’s in kwaliteit lang niet altijd onderdoen voor de Europese merken. De Europese Commissie schat het gemiddelde prijsverschil op rond de 20 procent.

De ontwikkelingen in Europa passen in een bredere trend, waarbij China zich ontwikkelt tot grootste auto-exporteur ter wereld. Tot en met juli exporteerde het land 2,8 miljoen auto’s, waarmee het dit jaar vermoedelijk Japan als grootste wereldwijde exporteur voorbij zal streven. Intussen zien Europese merken hun marktaandeel in China juist dalen. Met name Duitse merken als BMW en Volkswagen, dat een handvol Chinese fabrieken heeft, zijn van oudsher populair in het land. Chinezen kiezen echter in toenemende mate voor elektrische auto’s van eigen bodem. In 2019 konden Duitse fabrikanten nog rekenen op een kwart van de Chinese totale automarkt van circa 25 miljoen auto’s per jaar; in 2022 was dat nog 20 procent. Dit percentage zal naar verwachting in 2023 nog scherp dalen.

Lees ook dit stuk: In eigen land hebben de Chinese merken Volkswagen al ruim ingehaald

3 Welke aanwijzingen zijn er voor Chinese staatssteun?

Veel analisten zijn het, ondanks een gebrek aan duidelijke cijfers, erover eens dat de Chinese staat de afgelopen jaren het equivalent van tientallen miljarden euro’s in de autosector heeft gepompt om elektrische auto’s te ontwikkelen. Ook zijn er grote aanschafsubsidies van duizenden euro’s beschikbaar in China om zulke auto’s te kopen. De regering heeft er nooit een geheim van gemaakt dat de auto-industrie één van de pijlers van de toekomstige economie moet zijn.

Veel meer duidelijkheid is er niet. Maar binnen de autowereld gaan velen ervan uit dat er nog altijd financiële steun vanuit de overheid is om auto’s goedkoop te houden, gezien de lage prijzen waarvoor deze auto’s worden aangeboden. Daarbij gaat het ook om bijvoorbeeld lagere energiekosten voor fabrieken, of om voordelen bij het aankopen van accu’s en grondstoffen. China beheerst een groot deel van de keten van grondstoffen voor batterijtechnologie.

4 Hoe reageert de Europese auto-industrie?

Sigrid de Vries, voorzitter van de Europese brancheorganisatie voor autofabrikanten (ACEA), noemde het aangekondigde onderzoek een „positief signaal”. Volgens ACEA is het goed dat de Commissie de Chinese opkomst serieus neemt.

In de praktijk bestaan er binnen de auto-industrie verschillende visies op hoe om te gaan met de Chinese toetreders. Dat werd woensdagmiddag ook duidelijk uit een verklaring van de Duitse branchevereniging VDA. „Er moet aandacht zijn voor mogelijke vergeldingsmaatregelen vanuit China”, klonk het.

De Duitse auto-industrie is, ondanks het krimpende marktaandeel, op grote schaal aanwezig in China en zeer afhankelijk van het land. Het levert Volkswagen enkele miljarden euro’s per jaar op, ongeveer de helft van de winst. Voor deze fabrikanten is een goede relatie met de Chinese regering cruciaal.

Voor Franse fabrikanten speelt dit veel minder: zij hebben een marktaandeel van amper 0,4 procent in China. Carlos Tavares, topman van Stellantis (van Peugeot en Citroën), liet zich al herhaaldelijk kritisch uit over het gebrek aan actie van de EU. „We rollen de rode loper uit voor deze merken”, zei hij in juli nog over de Chinese auto’s. In die zin is het zeker geen toeval dat juist Frankrijk binnen de Europese Unie al langer op actie aandrong, hoewel de Duitse minister van Economische Zaken Robert Habeck zich woensdag ook achter het onderzoek schaarde.

5 Hoe reageert China?

„Zeer bezorgd en hoogst ontevreden”, aldus een verklaring van het Chinese ministerie van Handel donderdag. In een felle veroordeling spreekt de Chinese staat over een „puur protectionistische daad” die niet alleen de autoindustrie zal „ontwrichten” maar ook een „negatief effect [zal] hebben op de economische en handelsbetrekkingen tussen China en de EU”.

Voor Europeanen die bij voorbaat al vreesden voor vergeldingsmaatregelen is het geen geruststellende boodschap. Over anderhalve week staat de reis van Eurocommissaris voor Handel Valdis Dombrovskis naar Beijing gepland, waar de kwestie zonder twijfel besproken wordt. In Brussel wordt niettemin gevreesd dat het bezoek weleens zou kunnen worden afgezegd.

6 Is dit het begin van een handelsoorlog?

Daarvoor is het nog wat vroeg. Maar het is wel een zeer duidelijk signaal dat Europa bereid is deze stap te zetten en daarmee de verhouding met China onder druk durft te zetten. Een onderzoek duurt normaal gesproken circa een jaar, waardoor pas volgend jaar duidelijk wordt of Brussel maatregelen wil nemen en zo ja, welke.

Duidelijk is bovendien dat Europa ook niet vies is van staatssteun en die ook in toenemende mate inzet om de groene industrie te stimuleren. In reactie op een staatssteungolf in de VS verruimde de Europese Commissie de Europese staatssteunregels eerder dit jaar ook fors. Die steun gaat niet direct naar de autoindustrie, maar wel bijvoorbeeld naar de productie van batterijen.

De Franse president Emmanuel Macron kondigde een paar maanden geleden bovendien aan dat aankoopsubsidies voor elektrische auto’s worden verhoogd, maar alleen zullen gelden voor voertuigen die relatief schoon zijn geproduceerd – bijvoorbeeld in fabrieken met groene stroom. In de praktijk komt dit erop neer dat louter nog elektrische auto’s die in Europa geproduceerd zijn ervoor in aanmerking komen.

Lees verder…….