Kwetsbaar PSV wint in extremis van Sevilla en is zeker van de knock-outfase

In een wedstrijd met twee totaal verschillende gezichten zette PSV woensdagavond een grote stap op weg naar de knock-outfase van de Champions League. Een uur lang leek de ploeg van Peter Bosz bezig aan een kansloze missie tegen FC Sevilla. Maar na een rode kaart voor de Argentijn Lucas Ocampos kantelde de wedstrijd volledig en slaagde PSV er met hervonden energie in een achterstand van 2-0 om te buigen in een zege: 2-3.

PSV leefde met veel vertrouwen toe naar de wedstrijd tegen Sevilla. Met het gevoel vooral dat de club zich eindelijk, na acht jaar, weer eens ging plaatsen bij de laatste zestien van de Champions League. Toch dreigde het opnieuw mis te gaan in Sevilla. Vooral de manier waarop PSV een uur lang voetbalde in Zuid-Spanje, tegen een ploeg die met twee punten onderaan stond in de poule, zal Bosz ondanks het mooie resultaat zorgen baren.

PSV is ongenaakbaar in de Eredivisie, zonder puntverlies na dertien wedstrijden. Van defensieve kwetsbaarheid, voorheen vaak een manco van de aanvallende speelstijl van Bosz, is op de Nederlandse velden weinig te merken. Afgezien van de eerste helft in de thuiswedstrijd tegen Ajax, oogt PSV solide achterin.

In de Champions League is een ander PSV zichtbaar: 4-0 verloren bij Arsenal, ternauwernood 2-2 thuis tegen FC Sevilla. Door een zwaarbevochten zege op Lens (1-0), na een gelijkspel eerder in Frankrijk, had PSV na vier wedstrijden ineens tóch een riante uitgangspositie. Bij een overwinning in Sevilla was de ploeg van Bosz met een beetje mazzel zelfs al geplaatst voor de volgende achtste finales. En een zege in Sevilla, dat moest mogelijk zijn.

Het Sevilla dat PSV begin oktober trof, was al een ploeg die het moeilijk had. Zo moeilijk dat de Spaanse club snel na het gelijkspel in Eindhoven (2-2) besloot coach José Luis Mendilibar te vervangen door de in Europa onbekende Uruguayaan Diego Alonso.

Het directe vechtvoetbal dat Sevilla speelde in opdracht van Mendilibar is goeddeels verdwenen onder Alonso, die wél hecht aan balbezit en positiespel. Maar qua resultaten is het lood om oud ijzer gebleken: van de acht wedstrijden die Sevilla speelde sinds de komst van Alonso wist het alleen het bekerduel tegen een zesdeklasser te winnen.

Toch kwam PSV er ruim een uur lang niet aan te pas. De geroemde steunpilaren van de Eindhovense ploeg – middenvelders Jerdy Schouten en Joey Veerman, aanvallers Hirving Lozano, Luuk de Jong en Johan Bakayoko – ze liepen verloren over het veld.

Impuls van invallers

Sevilla probeerde vanaf de aftrap het spel te maken – en PSV gaf de tegenstander daar alle ruimte voor. Soms bewust, loerend op een foute pass van Sevilla die een gevaarlijke counter kon inleiden. Meestal per ongeluk, door slordigheden aan Eindhovense kant.

Bijvoorbeeld van keeper Walter Benítez, die na een minuut of tien zomaar buitenspeler Lucas Ocampos van Sevilla de bal in de voeten schoof. Die verprutste de mogelijkheid, zoals ook spits Youssef En-Nesyri een grote kans om zeep hielp. Even later was het alsnog raak, toen de 38-jarige Sergio Ramos een vrije trap ongehinderd kon binnenlopen.

PSV had veel geluk dat het met een kleine achterstand de rust haalde. Middenvelder Djibril Sow scoorde uit een snelle counter waarbij de PSV-defensie helemaal open lag, maar het doelpunt werd afgekeurd vanwege hands. Vervolgens kopte spits Youssef En-Nesyri de bal hard op de lat. Het was, kortom, achterin chaos bij PSV, zoals we die onder Bosz nog nauwelijks hebben gezien. PSV was alleen gevaarlijk via een schot van Hirving Lozano.

Wat Bosz in de rust ook heeft gezegd, orde bracht het niet in de organisatie. Binnen anderhalve minuut stond spits Youssef En-Nesyri na een snelle combinatie alleen voor keeper Benítez: 2-0.

En toen, toen was daar rood voor Sevilla-aanvaller Lucas Ocampos – door een tweede gele kaart vanwege een domme tackle op invaller Yorbe Vertessen. En was alles anders. PSV hervond het vertrouwen en begon aan een bestorming van het Sevilla-doel waar het daarvoor nog nauwelijks in de buurt was geweest.

Het waren de invallers die voorop gingen in de strijd en die Sevilla op knieën dwongen. Eerst middenvelder Ismael Saibari, die een voorzet van Vertessen schitterend tegendraads in de bovenhoek krulde. Vervolgens een eigen doelpunt na een kopbal van Vertessen. En in blessuretijd kopte de jonge Amerikaan Ricardo Pepi PSV, met zijn eerste doelpunt in de Champions League, naar extase.

Bosz zal blij zijn met de veerkracht van zijn ploeg, en vooral met de impuls die kwam van zijn invallers. Want de vaste elf van PSV oogden lange tijd machteloos en kwetsbaar tegen Sevilla. Dat zal Feyenoord-trainer Arne Slot ook hebben gezien. Zondag moet PSV op bezoek in de Kuip.

Dat is een zorg voor later. Door de overwinning van Arsenal op Lens (6-0) is PSV verzekerd van de achtste finale, de laatste wedstrijd thuis tegen de Engelse club is voor de statistieken.

Dit artikel is geactualiseerd na afloop van de complete vijfde speelronde in de groepsfase van de Champions League.