‘Een geschikte aanvoerder heeft een hoog IQ én EQ’

Regenboogband De weigering van Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökcü om een regenboogband te dragen, roept de vraag op: wat kan en mag je van een captain verwachten?

Orkun Kökcü viert zondag in Alkmaar de overwinning op AZ (3-1) met de meegereisde supporters van Feyenoord.
Orkun Kökcü viert zondag in Alkmaar de overwinning op AZ (3-1) met de meegereisde supporters van Feyenoord.

Foto Olaf Kraak / ANP

Een week na de mislukte grap van de Spaanse oud-topkeeper Iker Casillas – hij kwam op Twitter zogenaamd uit de kast – ging het afgelopen weekend in het professionele voetbal opnieuw over homoacceptatie, en opnieuw in negatieve zin.

Ditmaal was de aanleiding de weigering van Orkun Kokcü, aanvoerder van Feyenoord, om een regenboogband te dragen in het teken van de nationale coming-outdag van vorige week dinsdag, vanwege „religieuze overwegingen” – Kokcü is moslim. Zijn club besloot daarop de band om de arm van reserve-captain Gernot Trauner te doen.

Feyenoord-coach Arne Slot toonde begrip voor zijn middenvelder, en zei hem komende week weer als eerste het veld op te sturen. „Orkun wil niet het uithangbord van deze actie zijn”, zei Slot tegen de NOS.

De woorden van Slot roepen de vraag op wat je precies van een aanvoerder kan en mag verwachten. Van een captain wordt tegenwoordig veel meer gevraagd dan alleen vooropgaan in de strijd op de grasmat. Is dat terecht en haalbaar? Elke voetbalclub zet zich maatschappelijk in, in hoeverre moeten aanvoerders daarin een rol spelen?

Evgeniy Levchenko

oud-voetballer en voorzitter van spelersvakbond VVCS

„Een geschikte aanvoerder is in mijn ogen een leider op alle vlakken, dus niet alleen iemand die de lijnen uitzet op het veld. Het is ook een breed georiënteerd mens, maatschappelijk bewogen. Iemand met een hoog IQ én EQ.

„Ik vind het te ver gaan om te zeggen dat Kökcü ongeschikt is als aanvoerder omdat hij niet aan dat plaatje voldoet – ik respecteer zijn besluit. Maar ik vind het wel heel teleurstellend dát hij weigerde. De boodschap van ‘One Love’ is dat iedereen erbij hoort, ongeacht ras, kleur, seksuele geaardheid of hoe dik of dun je bent. Zelfs als je moeite hebt met een van die partijen, is het een contradictie als je zegt dat je respect hebt terwijl je de band niet wil dragen. Kökcü realiseert zich niet dat hij zijn religie, die ook onder One Love valt, ook in een hoek duwt.

„Een paar jaar geleden heeft de voetbalwereld zich op grootse wijze uitgesproken tegen racisme. Iedereen was het erover eens: tegen racisme moeten we harder optreden. Nu het over homo-emancipatie gaat, zie ik vooral slappe knieën en ingewikkelde redeneringen.

„Het enige positieve aan deze nieuwe rel is dat er veel aandacht voor homo-emancipatie is en dat wij als maatschappij laten zien waar wij staan. Voorheen werd er ten onrechte vaak beweerd dat homofobie geen groot probleem is in Nederland. Maar het is niet voor niets dat homoseksuele voetballers in ons land niet uit de kast durven te komen. De term ‘onveilig klimaat’ is nog een understatement.”

Merel van Dongen

speelster van Atlético Madrid en het Nederlands elftal

„We leven in een vrije wereld waarin iedereen mag denken en zeggen wat hij wil. Toch ben ik nieuwsgierig. Ik heb zoveel vragen over wáárom Kökcü de One Love-band niet wil dragen. Met deze speciale band wil de KNVB uitdragen dat voetbal voor iedereen is. Het is een allesomvattende boodschap. Mijn vraag aan hem: welk deel van die boodschap past niet bij zijn overtuigingen? Waarom strookt zijn geloofsovertuiging niet met de boodschap dat voetbal voor iedereen is? Wat mij betreft gaat geloof over liefde en acceptatie. Hij zegt deze beslissingen vanwege geloofsovertuigingen te nemen, en daarmee is de kous af. Dat moet iedereen dan maar begrijpen. Maar ik begrijp het niet. Wat aan zijn geloofsovertuiging rijmt niet met de boodschap dat voetbal voor iederéén is? Ook ben ik heel benieuwd wat hij zou doen als er bij Feyenoord een homoseksuele voetballer uit de kast komt. Verhuizen van team? Je hoort het al, ik ga graag de dialoog aan.”

De One Love-band om de arm van Go Ahead-aanvoerder Bas Kuipers.
Foto Bart Stoutjesdijk / ANP

Houssin Bezzai

programmamanager racisme en discriminatie bij voetbalbond KNVB

„Je mag veel van aanvoerders verwachten. Ze zijn het boegbeeld van het team, een aanspreekpunt, een leider. Maar je kan aanvoerders niet verplichten een standpunt uit te dragen waar zij niet achter staan, vanwege hun geloofsovertuiging, normen of waarden.

„Veel voetballers denken dat de One Love-band staat voor de acceptatie van homo’s, maar het draait om álle groepen die zich buitengesloten voelen. De kleuren van de band symboliseren ras en afkomst (rood/zwart/groen) en alle gender identiteiten en seksuele geaardheden (roze/geel/blauw).

„Kökcü wil die band niet dragen vanwege zijn geloofsovertuiging, al zegt hij er ook bij dat hij respect heeft voor de lhbti-community. Voor sommigen is dat moeilijk te rijmen, dat begrijp ik, maar wij moeten zijn keuze respecteren.

„Ik vermoed dat veel aanvoerders afgelopen weekend dachten dat zij met het dragen van de band voetballers opriepen uit te kast te komen. Maar dat is een misverstand. Sowieso denk ik dat je niemand moet oproepen uit de kast te komen. Spelers moeten daar zelf toe besluiten en clubs en de bond moeten hun de veiligheid bieden om dat te doen, door de bewustwording te vergroten. Dag in, dag uit.”

Paul van Dorst

voorzitter van Roze Kameraden, de lhbti-supportersgroep van Feyenoord

„Een aanvoerder is niet alleen de leider van een elftal, maar hij vertegenwoordigt ook de club. Ik vind het heel jammer dat Kökçü dat nu niet kon doen. Wat mij betreft is het een goede keuze geweest om hem de aanvoerdersband af te nemen. Of één keer voldoende is, vind ik een moeilijke vraag. Dan wil ik eigenlijk nog meer weten van de achtergrond van dit besluit. En wat ik wil voorkomen is dat dit Kökçü versus de Roze Kameraden wordt. Het gaat ook niet alleen om hem: de aanvoerder van Excelsior heeft de band ook niet gedragen. En daarbij: er is nu een discussie op gang gekomen, dat is positief aan deze situatie, en die moeten we voeren zonder dat we mensen gaan afvallen. Polarisatie is er al genoeg.”

Mohammed Allach

technisch directeur van RKC en voormalig profvoetballer

„Als aanvoerder ben je het verlengstuk van de trainer, voetbaltechnisch gezien. Er wordt in eerste instantie sportief leiderschap van je verwacht op het veld en voor en na wedstrijden. Maar je bent natuurlijk ook deels verantwoordelijk voor wat een club wil uitdragen. Waar een club voor staat. Deze dingen worden je niet opgelegd. Je wordt gevráágd voor die rol, het is eervol.

„Ik denk dat clubs niet goed nadenken over wat er bij het aanvoerderschap komt kijken. De technische staf legt argumenten op tafel waarom iemand een goede aanvoerder zou zijn, maar ik geloof niet dat er een link wordt gelegd met maatschappelijke thema’s. Zo van: dit willen wij uitdragen, hoe denkt onze potentiële aanvoerder daarover? Het lijkt mij goed als dat aspect wel wordt meegenomen, zeker in deze ingewikkelde tijden.

„Dat er zoveel ophef is over de weigering van Kökcü, vind ik niet per se slecht. Als betaald voetbalorganisaties en de KNVB kiezen voor zo’n specifieke band, dan moeten ze er niet van opkijken als er ook onvrede opborrelt. Het geeft inzicht: de acceptatie van homoseksualiteit, want daar staat die band voor veel voetballers voor, is een thema dat langdurig aandacht behoeft.

„Ik ben al achttien jaar technisch directeur en daarvoor was ik betaald voetballer. Ik weet wat er in de kleedkamer besproken wordt. Alles: van religie tot afkomst en kleur. Maar homoseksualiteit is nog altijd een taboe. Spelers zijn bang dat openheid over hun geaardheid hun carrière schaadt. Dat zij het mikpunt worden van grapjes. Dat is erg, want dat betekent dat de KNVB en betaaldvoetbalorganisaties hun niet de veiligheid kunnen bieden om zichzelf te zijn. Het wordt tijd dat op dat vlak flinke stappen worden gezet.”

Lees verder…….