Kom niet aan mijn bal gehakt

Marike Stellinga

Weinig in het klimaatbeleid is politiek gezien zó controversieel als morrelen aan dat lekkere stukje vlees op het bord. Ik maak zelf wel uit wat ik eet. Deze week kondigde minister Henk Staghouwer (CU) slechts een onderzoek aan naar een heffing op vlees, en direct volgde er een lange rij met afwijzingen van zo’n vleestaks. Ook van Kamerleden uit zijn eigen coalitie, van VVD en CDA. Je kan denken: een nederlaag voor Staghouwer. Maar er zijn deskundigen die zeggen: goed zo. Want nu is aan een groot publiek weer eens duidelijk gemaakt dat veel vlees eten slecht is voor je gezondheid én voor de opwarming van de aarde.

De vleestaks is een intrigerende kwestie waar ik nog niet helemaal uit ben, eerlijk gezegd. Het valt niet te ontkennen dat vlees eten, vooral rundvlees, slecht is voor het klimaat. Minder rund en varken eten is ook gezonder, want de gemiddelde Westerling eet er meer van dan goed is. Je kan hier natuurlijk eindeloze culturele discussies over voeren, en ja, burgers mogen lekker ongezond zijn als ze daar zin in hebben, maar een interessantere vraag lijkt me: werkt zo’n vleestaks?

Dat blijkt geen eenvoudige vraag. Economisch gezien is het simpel: maak wat goed is goedkoop (groente en fruit) en slecht is duur (vlees). Vlees veroorzaakt kosten (voor gezondheid, natuur en klimaat) die nu niet in de prijs zitten maar die we wèl betalen. Reden om vlees extra te belasten.

Dat blijkt ook uit de evaluatie die Staghouwer deze week naar de Tweede Kamer stuurde. Heel mooi al die verleidingstactieken om mensen meer groenten te laten eten, stond daarin, maar effectiever is het om ook harder beleid te voeren zoals normeren en beprijzen. Wie echt wat wil veranderen aan ons eetpatroon, en dat wil het kabinet, moet met grover geschut komen. Een accijns op ongezond gedrag bestaat al op roken en alcohol.

Maar dan komen er een miljoen vervolgvragen en wordt de kwestie allengs ingewikkelder. Moet de belasting bij boeren vallen of bij consumenten? Komt de taks op al het vlees, of maken we onderscheid? Kip is minder slecht voor het klimaat dan rundvlees. De taks is een potentiële bureaucratische nachtmerrie. Komt de belasting op het gewicht van het eindproduct, of op het vlees in het eindproduct: denk aan een salamipizza. Dezelfde vragen spelen bij het btw-tarief van nul procent dat het kabinet op groente en fruit wil invoeren: is appelmoes fruit? En als je daar uit bent, is de vraag wat de effecten zijn.

Wat is eigenlijk het doel? Nederlanders minder vlees laten eten, of klimaatvriendelijkere landbouw? Wageningen Universiteit schreef er een rapport over voor het kabinet. Conclusie: een simpele vleestaks werkt niet als je beide wil: minder vlees eten én duurzamere landbouw. Een taks waarvan de opbrengsten naar duurzame boeren gaan, werkt misschien wel.

Ook ambtenaren van financiën bekeken in 2020 allerhande vleesbelastingen: een slachttaks, een belasting op ‘productiedieren’, een consumententaks. In dat rapport was geen onverdeeld enthousiasme te vinden, integendeel. Vlees is een wereldmarkt, we exporteren veel en dat maakt het effect van heffen ingewikkeld. Het kan boeren ook aanzetten tot nóg grootschaliger (en minder duurzaam) produceren. Het kan productie naar het buitenland duwen. Dus ja: wat nu? De landbouw moet verduurzamen. En een ander eetpatroon zou veel milieuwinst opleveren, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving. Daarbij kunnen prijzen zeker helpen, denk ik. Ik denk ook dat klimaatvriendelijk beleid vlees onvermijdelijk duurder gaat maken. Maar of een vleestaks nou het ei van Columbus is?

Marike Stellinga is econoom en politiek verslaggever. Ze schrijft elke week op deze plek over politiek en economie.

Lees verder…….