Knak in huizenprijzen: 5,8 procent lager dan vorig kwartaal

Kwartaalcijfers NVM Rap gestegen hypotheekrentes en inflatie leiden tot lagere huizenprijzen. De crisis rond Oekraïne doet de woningmarkt kantelen.

Woningaanbod bij een Amsterdams makelaarskantoor. Het aantal huizen dat te koop staat, neemt toe.
Woningaanbod bij een Amsterdams makelaarskantoor. Het aantal huizen dat te koop staat, neemt toe.

Foto Ramon van Flymen/ANP

Een flinke kentering op de woningmarkt: de verkoopprijzen lagen in het derde kwartaal gemiddeld 5,8 procent lager dan in de drie maanden ervoor. Dat is de grootste daling op kwartaalbasis ooit gemeten, aldus makelaarsvereniging NVM. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande koopwoning is nu 425.000 euro.

De NVM, die 70 procent van de makelaars vertegenwoordigt, gaf donderdag de jongste cijfers vrij.

Hoewel de prijzen in de meeste gebieden daalden, zijn de regionale verschillen groot. In Zuidoost-Friesland bijvoorbeeld steeg de prijs met 3 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal (tot 282.000 euro), in IJmond daalde die met 8,7 procent tot 436.000 euro. In de gemeente Amsterdam, waar de vierkantemeterprijs het hoogst is, daalde de gemiddelde verkoopprijs met 8,3 procent, tot 559.000 euro.

Op jaarbasis stegen de huizenprijzen nog wel: gemiddeld lagen ze 2 procent hoger dan een jaar eerder. Maar dat is een stuk minder dan de 20 procent stijging die de afgelopen jaren gebruikelijk was, en ook minder dan de 11 procent van vorig kwartaal. Waarnemend NVM-voorzitter Lana Gerssen zegt dat „de extreem verhitte markt van de afgelopen anderhalf jaar een keerpunt heeft bereikt”.

Meer woningen te koop

Ook andere NVM-gegevens laten dat zien. Zo staan er veel meer woningen te koop dan een jaar geleden: 30.000 huizen, dat is 80 procent méér. Het gemiddeld aantal bezichtigingen per huis daalt hard, van bijna tien vorig jaar naar bijna vijf in juli van dit jaar. Het duurt nu gemiddeld 27 dagen om een woning te verkopen, vier dagen langer dan vorig kwartaal. De kans om je huis binnen drie maanden te verkopen wordt kleiner.

Ook wordt de vraagprijs voor een huis steeds minder overboden. Overbiedingen liggen nu gemiddeld 3 procent boven de vraagprijs, waar dat eind vorig jaar nog 9,1 procent was. Van alle verkochte woningen werd afgelopen kwartaal 64 procent verkocht boven de vraagprijs, wat in het tweede kwartaal nog 82 procent was. Het aantal biedingen per woning was 2,2 in juli – in januari nog 3,2.

Opvallend is dat de vraagprijs van de te koop staande woningen nog wel stijgt. Dat komt volgens de NVM doordat de vraagprijzen de feitelijke verkoopprijzen met enige vertraging volgen. Gemiddeld was de vraagprijs afgelopen kwartaal 503.000 euro, 1,2 procent meer dan een kwartaal ervoor.

Dat de huizenprijzen op kwartaalbasis dalen, is niet verwonderlijk. Door de rap gestegen hypotheekrentes zijn de maandlasten voor consumenten fors toegenomen, terwijl ze minder kunnen lenen. Bovendien leiden energiecrisis en inflatie tot veel onzekerheid.


Lees ook dit achtergrondverhaal bij de cijfers: De koper krijgt weer wat te vertellen op de woningmarkt

Nieuwbouw

Dat is ook terug te zien in het verkoopcijfer van nieuwbouwwoningen. Dit kwam, samen met dat van bouwkavels, uit op 5.200, een derde minder dan een jaar eerder. Terwijl er wél 8.200 nieuwbouwwoningen te koop zijn gezet.

Volgens de NVM is er wel veel vraag naar nieuwbouw, maar zijn kopers terughoudend omdat ze onzeker zijn over de economische situatie op het moment dat de nieuwbouwwoning wordt opgeleverd. Dat is twee tot drie jaar na ondertekening van het koopcontract. Bovendien is nieuwbouw relatief duur: gemiddeld kost zo’n woning 496.000 euro; 8 procent meer dan vorig jaar.

Eind vorig jaar verkocht nieuwbouw nog relatief snel: 70 tot 80 procent van een project binnen een halfjaar. Dat is fors ingezakt. Mensen die de optie hebben een nieuwbouwwoning te kopen, zien er vaak toch van af. Pas de derde of vierde potentiële koper gaat tot koop over, aldus makelaars tegen de NVM.

Lees verder…….