Kans op bezuinigingen bij hoge rente, Brussel waarschuwt Den Haag

Overheidsbegroting Brussel maant Nederland tot begrotingsdiscipline en minister Kaag geeft een ‘voorwaarschuwing’ voor 2023: oplopende uitgaven zijn niet gedekt.

2022-11-22 09:16:30 DEN HAAG - Sigrid Kaag, minister van Financien, tijdens de Algemene financiele beschouwingen Miljoenennota in de Eerste Kamer. ANP BART MAAT
2022-11-22 09:16:30 DEN HAAG – Sigrid Kaag, minister van Financien, tijdens de Algemene financiele beschouwingen Miljoenennota in de Eerste Kamer. ANP BART MAAT

Bart Maat

De druk op het kabinet om volgend jaar te snijden in de uitgaven of de lasten te verhogen, neemt toe. Dinsdag waarschuwde de Europese Commissie Nederland dat het kabinet in 2023 te veel geld wil uitgeven. En maandag gaf minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) een „voorwaarschuwing” over oplopende kosten, die nog gedekt moeten worden.

Volgens de Commissie is de Nederlandse overheidssteun aan burgers en ondernemers om de hoge energiekosten te ondervangen te weinig gericht op de meest kwetsbaren. Nederland koos, net als andere EU-landen overigens, voor een breed prijsplafond voor energie. Meer gerichte maatregelen bleken technisch moeilijk uitvoerbaar en politiek moeilijk vorm te geven. Het resultaat is wel dat Nederland een „expansief” begrotingsbeleid voert in tijden van inflatie, zo tekent Brussel aan. Het Nederlandse begrotingstekort loopt op van 0,9 procent in 2022 naar 3 procent in 2023. Als overheden hun begrotingstekort laten oplopen, komt er per saldo meer overheidsgeld in de economie. Dit versterkt de inflatie. Daarom had Brussel, samen met de raad van ministers van de lidstaten, aangedrongen op matiging van de nationale uitgaven volgend jaar.

Kritiek vanuit Brussel op de begroting ligt gevoelig in Den Haag, waar politici nogal eens andere lidstaten de les lezen over begrotingsdiscipline. Onduidelijk is echter of de energiekostensteun op korte termijn nog kan worden aangepast.

Los van de Brusselse kritiek begint het financieel te knellen in Den Haag. In de Najaarsnota die minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) maandag naar de Tweede Kamer stuurde, bereidde zij de coalitiepartijen alvast voor op moeilijker financiële tijden. De staat wordt op kosten gejaagd door de ruimhartige energiesteun en door de oplopende rente op staatsschuld.

Rentelasten voor de staat lopen op tot tussen 5,8 en 9,2 miljard per jaar in 2028

Al langer bekend was dat de compensatie van burgers en bedrijven voor de rap gestegen energiekosten vele miljarden zal kosten. De jongste inschattingen van het kabinet: het energieprijsplafond zal 11,2 miljard euro kosten. De tegemoetkoming in de energiekosten voor het mkb is geraamd op 1,65 miljard.

Rente doet pijn

De inflatie begint daarnaast op een andere manier financieel pijn te doen voor de schatkist. De rente die de Nederlandse overheid betaalt op leningen loopt op. Leende de staat begin dit jaar nog gratis – tegen nul procent – nu vragen beleggers 2,3 procent rentevergoeding op een Nederlandse staatslening met een looptijd van tien jaar. Die kapitaalmarktrente wordt omhoog geduwd door de Europese Centrale Bank, die de inflatie wil terugdringen. Hogere leenkosten ontmoedigen consumenten, bedrijven én overheden om uitgaven te doen. Dit moet ook de prijsstijgingen afremmen.

De ambtenaren van Kaag rekenden uit wat de stijgende rente voor Den Haag zal betekenen. Vanaf 2023 zullen de rentelasten voor de overheid elk jaar toenemen. Volgend jaar gaat het nog om een beperkt bedrag, van tussen de 500 miljoen en 1,1 miljard. Dit loopt daarna elk jaar op tot tussen de 5,8 en 9,2 miljard per jaar in 2028.

„Dekking” zal het sleutelwoord worden in de lastige gesprekken die Kaag in het voorjaar met haar collega’s in het kabinet zal voeren. Die dekking van de oplopende uitgaven is er nu nog niet – noch voor de energiekostencompensatie, evenmin voor de gestegen rentekosten.


Lees ook: Europa schippert met de begrotingsregels met dubbelzinnigheid tot gevolg

Gat bij energieregelingen

Het gat bij de energieregelingen bedraagt naar schatting 7,5 miljard euro. Bij verdere stijging van de energieprijzen kan dit bedrag verder oplopen. Omdat de energieregelingen in principe tijdelijk zijn, kunnen meevallers of tijdelijke heffingen het gat dichten. De tijdelijke heffingen die tot dusver werden afgesproken, leveren nog onvoldoende op. De ‘solidariteitsbijdrage’ over overwinsten in de fossiele sector in 2022 moet 3,2 miljard euro opleveren. De opbrengsten van een extra heffing voor producenten die elektriciteit opwekken met zon, wind en nucleaire techniek zijn nog onbekend.

Lastiger is het dichten van de gaten die ontstaan door de hogere rentelasten, want die zijn structureel van aard. Dat wil zeggen dat ze elk jaar terugkomen, want de rente op meerjarige leningen moet elk jaar worden opgehoest. Dat betekent dat de uitgaven structureel omlaag moeten, of de belastingen omhoog.


Lees ook: Wat moet de staat doen, en wat de markt?

Lees verder…….