Junta Myanmar verliest terrein aan de Chinese grens

De militaire junta in Myanmar is het gezag verloren over het strategisch belangrijke dorp Chinshehaw, in het noordoosten van het land. Chinshehaw ligt aan de grens met China, op een van de belangrijkste doorvoerroutes naar Myanmars voornaamste handelspartner. Volgens cijfers van de Myanmarese overheid zou ongeveer een kwart van de totale bilaterale handel via de grenspost in Chinshehaw lopen.

Het dorp viel, net als enkele andere plaatsen in het gebied, na dagenlange gevechten in handen van een alliantie van drie rebellengroepen. Deze rebellengroepen strijden in de staat Shan tegen de Tatmadaw, het Myanmarese leger dat in februari 2021 de macht greep nadat de National League for Democracy van Aung San Suu Kyi kort daarvoor met overmacht de verkiezingen had gewonnen. In Shan strijden rebellen, net als andere groeperingen elders in het land, al decennia tegen het centrale gezag en voor meer autonomie. De drie groeperingen zouden volgens schattingen samen zo’n twintigduizend strijders op de been hebben gebracht.

Lees ook In de jungle van Myanmar werken verzetsgroepen samen tegen de junta

<strong>In een ziekenhuis in de jungle van de Karen-staat</strong>, in het oosten van Myanmar, werken medici die zich na de staatsgreep van twee jaar geleden bij het verzet aansloten.

De samenwerking tussen verschillende rebellengroepen die in Myanmar strijden tegen het centrale gezag is, ondanks onderling wantrouwen, sinds de coup gegroeid. Mede daardoor heeft het regime buiten de grote steden nog maar beperkte controle over het land.

Toch is de val van Chinshehaw betekenisvol, zegt analist David Mathieson tegen het Franse persbureau AFP. „Het leger is sinds de staatsgreep niet eerder geconfronteerd met zulke hevige aanvallen. Dit is een grote nederlaag voor het leger en de inlichtingendiensten. Dit laat zien hoezeer het Myanmarese leger zijn grenzen bereikt.”

Communicatie met het geïsoleerde, met jungle begroeide gebied is moeilijk, waardoor betrouwbare cijfers over slachtoffers van de strijd ontbreken. VN-organisatie OCHA sprak op maandag van een niet nader geduid aantal burgerdoden, 6.200 intern ontheemden en „enkele honderden mensen” die de grens met China zouden zijn overgevlucht.

Staakt-het-vuren

China, dat nog altijd sterke banden onderhoudt met het internationaal geïsoleerd geraakte regime in Myanmar, riep donderdag op tot een staakt-het-vuren en „vreedzame oplossing van geschillen” in het grensgebied. In het gebied lopen, naast de handelsroute met China, belangrijke gas- en olieleidingen naar de Volksrepubliek.

Dinsdag had de Chinese veiligheidsminister Wang Xiaohong nog een ontmoeting met juntaleider Min Aung Hlain in de Myanmarese hoofdstad Naypyidaw, waarbij ze de „pogingen van opstandelingen om de vrede en stabiliteit aan te tasten” bespraken.

In een verklaring waaruit het aan de junta gelieerde medium NP News citeert, beschuldigde de Myanmarese legerwoordvoerder Zaw Min Tun „machtige landen” ervan door het geweld de band tussen Myanmar en China te willen beschadigen. Op drones en explosieven die het leger in het strijdgebied zou hebben gevonden, zouden Chinese teksten zijn geschreven met de bedoeling „misverstanden tussen China en Myanmar te creëren”.