Jaren aan gewerkt, bijna rond. Maar plots staat de Europese Wet verantwoord ondernemen op losse schroeven

De kans wordt steeds kleiner dat er op korte termijn nog een Europese wet verantwoord ondernemen komt. Europese lidstaten bereikten woensdag niet de vereiste ruime meerderheid over de precieze uitwerking van die wet, waarover in de Europese Unie al jaren onderhandeld wordt.

Of het nog lukt eventuele nieuwe onderhandelingen op tijd af te ronden is erg onzeker. Het betekent dat de wetgeving, die ook in Nederland nauwgezet wordt gevolgd, waarschijnlijk niet meer binnen deze termijn van het Europees Parlement kan worden aangenomen, wat aanzienlijke vertraging oplevert.

De zogeheten ‘duurzameketenwetgeving’ werd begin 2022 in Brussel gepresenteerd en moest bedrijven gaan verplichten om misstanden in hun productieketen op te sporen en aan te pakken – bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen of milieuverontreiniging. Bedrijven die dit bewust nalaten, zouden forse boetes en wellicht rechtszaken tegemoet kunnen zien.

In december werd er een langverwacht politiek akkoord tussen het Europarlement en de EU-lidstaten over de wetgeving bereikt. Daarin werd onder meer vastgelegd dat die gaat gelden voor bedrijven met meer dan 500 werknemers en een omzet van 150 miljoen euro. Voor bedrijven in zogeheten risicosectoren zoals de textielindustrie, landbouw en grondstoffenhandel zou de grens op 250 werknemers komen te liggen. Met de wet zou de EU mondiaal een voortrekkersrol spelen in het afdwingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Er zijn politieke spelletjes gespeeld en gemaakte afspraken ondermijnd

De wetgeving was vanaf het begin omstreden en werd onderdeel van een felle lobby waarin bedrijven vooral bezwaar maakten tegen de grote regeldruk en het risico op juridische aanklachten. Steun voor Europese wetgeving was er ook – onder meer vanuit lidstaten als Duitsland en Frankrijk, die zelf al aan vergelijkbare wetten werkten en vreesden voor een lappendeken aan Europese regels.

Toch zijn het nu onder meer Duitsland en Frankrijk die een eindakkoord over de wetgeving niet ondersteunden. In Duitsland ligt de liberale coalitiepartij FDP dwars, die een te grote last voor bedrijven vreest. Op het laatste moment eiste deze week ook Frankrijk dat minder bedrijven door de nieuwe wetgeving geraakt zouden worden. Omdat daarnaast onder meer Italië de wet niet wilde goedkeuren, was er onvoldoende steun.

De wegsmeltende steun voor de ketenwetgeving is niet los te zien van een draaiende politieke wind in Brussel, waarin de belangen van het bedrijfsleven aan kracht hebben gewonnen ten koste van milieu- en sociale wetgeving. Afgelopen jaar riepen verschillende regeringsleiders op tot een pauze voor nieuwe groene wetgeving. Economische tegenwind in veel EU-landen heeft de roep om het ontzien van Europese bedrijven versterkt.

De consequentie is dat het eerder bereikte akkoord nu op losse schroeven staat. Daarmee is de kans klein dat het nog lukt de wetgeving af te ronden voor het Europees Parlement (EP) eind april met reces gaat, in aanloop naar verkiezingen begin juni. Voordat een wet door het EP definitief kan worden aangenomen, zijn maanden van juridische voorbereidingen vereist.

Zeldzaam

Het is zeldzaam dat een wet na een politiek akkoord nog vastloopt. Medio december presenteerde Lara Wolters, PvdA-Europarlementariër en hoofdonderhandelaar van het EP, tijdens een persconferentie in Straatsburg nog trots haar ‘anti-wegkijkwet’. Over de uitwerking van zo’n politiek akkoord in een wettekst moeten zowel het Europarlement als de lidstaten altijd nog een keer stemmen, maar dat geldt in Brussel normaal als formaliteit.

Lees ook Na onderhandelen tot het daglicht ligt er een Europese wet verantwoord ondernemen

Het liefst had <strong>Europarlementariër Lara Wolters</strong> (PvdA) topmensen direct verantwoordelijk gemaakt voor schade aan mens of natuur.

Hoe het nu verder moet met de wet is onzeker. Diplomaten benadrukten woensdag dat er onder het merendeel van de lidstaten nog altijd de wil is met een Europese wet te komen. Maar als daarvoor nieuwe onderhandelingen geopend moeten worden, is het de vraag of en wanneer dat succesvol afgerond kan worden.

Wolters haalde woensdag uit naar EU-lidstaten die „politieke spelletjes” spelen. „gemaakte afspraken ondermijnen” en „louter luisteren naar een minderheid van de extreme bedrijfslobby”. In een persconferentie benadrukte de Nederlandse dat de bal nu eerst bij de dwarsliggers ligt, om duidelijkheid te geven over waar de heikele punten zitten.

Daarmee hield ze de deur op een kier voor eventuele wijzigingen om kritische lidstaten tegemoet te komen. „Maar op dit moment heb ik nog geen concrete voorstellen gezien. Als we die krijgen zal het Europarlement daar zoals altijd serieus naar kijken.” Een woordvoerder van de Duitse regering zei woensdag tegelijk niet te verwachten dat een akkoord nog kan worden gevonden vóór de verkiezingen.

Ook in Nederland wordt al jaren gepraat over wetgeving voor verantwoord ondernemen. Sinds tien jaar bestaan er vrijwillige afspraken over dit thema tussen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, maar die bleken in de praktijk te vrijblijvend. In het regeerakkoord van 2021 werd afgesproken dat er ook nationale wetgeving zou komen om verantwoord ondernemen te verplichten. Later wilde de VVD toch eerst de Europese wetgeving afwachten. Nederland steunde de wet in Brussel woensdag wel.

Misstanden

Mocht de wet inderdaad afketsen, zou dat een bijzondere situatie opleveren, zegt Martijn Scheltema, die zich als hoogleraar privaatrecht aan de Erasmus Universiteit bezighoudt met verantwoord ondernemen. „De wet hangt samen met andere wetgeving die wél is aangenomen in Europa. Een nieuwe rapportageverplichting vraagt bijvoorbeeld bedrijven om te rapporteren over hun onderzoek naar misstanden in de keten. Daarbij wordt in de wettekst verwezen naar de nieuwe wet verantwoord ondernemen. Vanuit juridisch perspectief klopt dat dan niet meer.”

Scheltema wijst erop dat er weliswaar een flinke lobby was rond de wet, maar dat bedrijven ook gebaat zouden zijn bij nieuwe wetgeving. „De gedachte achter de wet is: we willen een gelijk speelveld creëren. Nu is er namelijk een lappendeken aan nationale wetgeving en internationale richtlijnen over verantwoord ondernemen. Voor grote bedrijven, die vaak in allerlei landen opereren, is het niet fijn dat ieder land wat anders doet. Als Europa het uitgangspunt heeft dat bedrijven niet moeten ondernemen ten koste van mensenrechten, of milieu, dan is het vervolgens heel logisch om een gelijk speelveld te creëren.”