Internetondernemer Stijn Koster stopt op zijn 39e al bij het gamebedrijf dat hij zelf groot heeft gemaakt

Stijn Koster (39) wilde als directeur nog aanblijven tot zijn bedrijf de miljardste gamer had bediend, zo ergens in 2025. Daar was hij in april stellig over. Toch stapt de oprichter van hostingbedrijf i3D.net zes maanden later op.

„Op een gegeven moment is zo’n beslissing gemaakt, en dan ga je je afvragen: moet ik echt nog al die jaren blijven zitten?” zegt hij ontspannen vanuit een vergaderkamer in zijn kantoor in Capelle aan den IJssel. „Mijn opvolger, onze huidige coo Bart Kemps, zit vol energie. Ik wil niet dat mijn ego hem in de weg zit, dat ik op zo’n directeursstoel blijf zitten om een mijlpaal te kunnen claimen.”

Het pand van i3D.net oogt zakelijk. Pas als je beter kijkt, zie je de details waaraan je kunt merken dat dit een gamebedrijf is: de posters van Tom Clancy’s The Division en Rocket League op de muren, het grote scherm waarop nieuwsberichten van gamesites als IGN voorbij vliegen. Maar dat dit bedrijf ooit in de studentenkamer van een verwoede gamer geboren werd, is niet meer te zien. Na 21 jaar laat Koster i3D.net achter als wereldspeler, met 45 locaties wereldwijd, 210 werknemers en de grens van 100 miljoen euro omzet in zicht. Microsoft, Amazon en Google zijn nu zijn voornaamste directe concurrenten.

Het verhaal: tijdens zijn studie economie en informatica in Rotterdam speelde Koster veel Unreal Tournament, een populair schietspel. Om beter online te kunnen gamen bouwde hij zijn eigen servers, wat de aandacht trok van bevriende gamers. Door plek op zijn machines te huren, konden ze soepeler tegen elkaar spelen.

En nu, 21 jaar later, ben je nog jong en zeg je: ik stop.

„Weet je, toen ik kind was, dacht ik dat veertig jaar oud was. Nu weet ik wel beter, maar toch: het was een mooie eindstreep. Ik heb in mijn werk vaak meegemaakt dat we bedrijven voorbij streefden waar de ondernemer te lang was blijven zitten. Je ziet dan: als je zo met een bedrijf één bent, als je privé en je financiën er allemaal in zitten, dan gaat echt alles mis als het misgaat. Daarom trok ik die eindstreep, zodat ik mezelf de afgelopen jaren steeds meer los heb kunnen maken van het bedrijf. En zodat andere mensen kunnen groeien.

Laatst zei iemand: ‘Stijn, je hebt jezelf overbodig gemaakt.’ Ik zie dat als compliment. Want het betekent: zij zijn gewoon heel erg gegroeid.”

Inmiddels is i3D.net wereldspeler. Hoe kwam dat?

„Het begon te lopen dankzij de game Battlefield 2 (2005) van Electronic Arts (EA), een gigantische hit. Dat was de eerste keer dat een uitgever zei dat niet alle gamehostingbedrijven zomaar servers konden aanbieden aan gamers. In Nederland kozen ze eerst vier partijen, wij deden ongelofelijk veel moeite en werden de vijfde. Omdat we het enige land waren waar EA meer dan één hostingbedrijf had uitgezocht, was er veel prijsconcurrentie. De prijzen lagen 50 procent lager dan in het buitenland, en vanwege onze positie tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland was er weinig vertraging over de internetkabels.

Laatst zei iemand: ‘Stijn, je hebt jezelf overbodig gemaakt.’ Een compliment

We moesten natuurlijk wel even Duits gaan spreken en een website in het Frans vertalen. Maar als je twintig bent, dan spreek je alle talen, toch? Dat liep zo goed dat we daarna met andere grote game-uitgevers konden werken: Activision, THQ, Ubisoft. Steeds vaker op contractbasis, dat we diensten direct aan de bedrijven leverden, niet aan de gamers.”

Kwam dat door de gunstige prijzen?

„Nee, eigenlijk waren we snel duurder dan de rest. Maar gamebedrijven kregen door dat de kwaliteit van de verbinding belangrijker is dan de prijs. Standaard vroegen ze eerst dat de verbinding niet meer dan 0,1 procent van de tijd storing mocht hebben. Prima als je video’s [zoals van Netflix] host. Maar als je in een game een verstoring hebt, dan word je uit de game gegooid. Met 0,1 procent gebeurt dat tien keer op een avond. Dan ben je een derde van de gamers kwijt. Dat is ook voor onze omzet slecht: wij verhuren op capaciteit. Dus zijn we alles op alles gaan zetten om die verstoringen te minimaliseren en dat maakte het verschil met andere spelers op de markt.”

Het bedrijf verkocht u in 2018 voor 250 miljoen euro aan de Franse gamegigant Ubisoft. Kort daarna ging daar de beerput open over de giftige werksfeer. Schrok u?

„Dat was een gekke situatie, behoorlijk pittig. Ubisoft is een bedrijf van 22.000 werknemers, dus ik sluit echt niet m’n ogen voor de situatie. Maar voor mij is belangrijk hoe ze het hebben opgepakt. De sleutelfiguren zijn aangepakt, ontslagen, die stonden laatst zelfs voor de rechter.

We hebben er veel van geleerd. Zowel van hoe je omgaat met zo’n crisissituatie, als dat je pro-actief moet handelen. We hebben de drempel om melding te maken van kwalijk gedrag omlaag gebracht, via een externe partij. Je meldt dingen toch moeilijker aan een baas die je daarna in de ogen moet kijken. En we praten er jaarlijks over, ook als er niks gebeurd is.”

Hoeveel invloed heeft Ubisoft op i3D.net?

„Ik ben de enige die aan Ubisoft rapporteert. We hebben nog steeds klanten buiten Ubisoft-games. Dat is soms tricky – sommige grote gamebedrijven willen hun diensten niet onderbrengen bij de concurrent. Maar de scheiding is contractueel afgesproken. Je wilt niet dat Ubisoft bedrijfsgevoelige informatie van een concurrent van ons hoort. De overname is voor ons heel positief geweest. We zijn hard gegroeid, van vijftig naar 210 man. Ik heb meer ruimte gekregen voor de ontwikkeling van mijn team.”

Nederlandse gamebedrijven klagen soms dat grotere partijen niet teruginvesteren in Nederland. U doet dat wel. Waarom?

„Als je me vraagt hoeveel klanten ik in Nederland heb, dan zeg ik: heel weinig, we richten ons op internationale blockbustergames. We verwachten geen omzet uit Nederland. Maar wij voelen ons als groot techbedrijf verantwoordelijk voor de sector. Niet alleen in games, we investeren bijvoorbeeld ook in digitale infrastructuur. Binnen de game-industrie sponsoren en organiseren we veel evenementen, we treden op als matchmaker. Waarom? Omdat we dat kunnen.”

Ik hoor weleens: ‘i3D.net, dat zijn echte Rotterdammers’…

„Dat is grappig, want ik kom uit Zuid-Limburg en de twee werknemers van het eerste uur, Rick Sloot en Stefan Ideler, komen uit Twente en Eindhoven. We hebben hier tientallen nationaliteiten. Maar we hebben allemaal de Rotterdamse mentaliteit overgenomen: pragmatisch zijn, gewoon dingen aanpakken, en een horizontale overlegcultuur.”

Voelt u nog binding met Zuid-Limburg?

„Ik heb tot mijn achttiende in Kerkrade gewoond, ik ging vaak met mijn vader naar Roda J.C. Enkele jaren geleden stond de club op z’n dieptepunt. Ik zag een uitdaging, maar ook: hoe jammer het zou zijn als een club uit zo’n mooie regio zou verdwijnen. We hebben de club binnen een paar jaar weer toekomstbestendig gemaakt.

„In Rotterdam kun je grote successen behalen door toegang tot de goede infrastructuur, in Limburg is dat moeilijker. Maar er zit zoveel potentie. In Kerkrade zitten bijvoorbeeld grote medtechbedrijven. In de apotheek in de Verenigde Staten staat er gewoon ‘Kerkrade’ op de doosjes. Dat is toch indrukwekkend? Limburgers schreeuwen dat alleen niet van de daken.”

U gaat nog door als commissaris bij i3D.net. En verder?

„Nou ja, ik heb thuis varkens in het bos. Ik ga eerst een paar dagen zonder computer leven, denk ik. Daarna zoek ik naar een nieuwe uitdaging.”