Inmiddels meer de Backstreet Men

Backstreet Boys in 1996
Backstreet Boys in 1996

Foto Getty Images

Het zijn eigenlijk meer de Backstreet Men, tegenwoordig, maar zondag 9 oktober spelen de Backstreet Boys in de Ziggo Dome in Amsterdam. Ze zijn nog altijd de meest succesvolle boyband ooit als het om albumverkoop gaat – en ook het concert in Amsterdam is gewoon weer uitverkocht.

Harde dansnummers, glibbergladde ballads, de dansjes, de intense baardjes, het is allemaal voorbedacht en weinig origineel – maar kennelijk werkt het. Hun populariteit eind jaren negentig, het gouden tijdperk voor de boybands, is moeilijk te overschatten: meer dan 130 miljoen albums verkochten Brian (nu 47), Kevin (nu 51), Nick (nu 42), Howie (nu 49) en AJ (nu 44) aan een trouw fanleger.

De Backstreet Boys waren niet de eerste boyband, ook niet de laatste. Boybands zijn niet spontaan ontstaan maar door anderen samengesteld of van buitenaf bedacht. Ze zingen en dansen, hebben legers enthousiaste fans en meestal halen ze de tien jaar niet, om vervolgens zo rond hun midlifecrisis weer bij elkaar te komen (zie ook: Take That, Westlife en Boyzone) voor een tour en soms een album. En het zijn dus boys. Wat is toch het geheim van deze groepen, die nog steeds grote arena’s uitverkopen?

Het begon met een eerste golfje boybands in de jaren zestig, met The Monkees, The Jackson 5 en – als reactie op de Jacksons – The Osmonds. Die laatste twee waren Amerikaanse gezinsgroepen van broers en zussen die, gestuurd door oudere familieleden, commercieel succes zochten. Het eveneens Amerikaanse The Monkees werd in 1966 opgericht rond een televisieserie, als commerciële tegenhanger van de toen razend populaire The Beatles (een band die organisch was gevormd en eigen muziek speelde, en dus geen boyband was).

Het ontplofte in de jaren negentig met New Kids On The Block, *NSYNC, Boyzone, Take That, East 17, Westlife en dus die Backstreet Boys. Maar daarna droogde de stroom ook weer een beetje op.

Ze noemen het in de industrie wel fabricated, fake & low

Simone Driessen onderzoeker en gespecialiseerd in fancultuur én boybands

„Na dat gouden tijdperk had je in de jaren tien nog wel One Direction, maar dat was zo’n beetje de enige boyband met zo’n populariteit in die periode”, zegt Simone Driessen, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en gespecialiseerd in fancultuur én boybands. „Na die tijd leek de muziekcultuur terug te gaan naar meer onafhankelijke, wat meer authentieke muziek.”

Tja, authenticiteit is vaak ver te zoeken bij boybands. „Nee, spontane jamsessies of drumsolo’s horen er niet bij”, zegt Driessen lachend. „Het is vooral heel erg toegankelijke muziek die in je hoofd blijft hangen en die je zonder dat je het doorhebt gaat meezingen. Ze noemen het in de industrie wel fabricated, fake & low, en ja, een beetje nep is het misschien wel. Maar dat is de insteek, het is commercieel, aantrekkelijk voor grote groepen, zodat het ook op de radio wordt gedraaid en ouders het willen kopen voor hun kinderen. Dat is de kracht van een boyband.”

Jong

Een beetje braaf dus, ondanks het machismo van al die gasten bij elkaar – het publiek is immers voornamelijk jong en onschuldig. „Ja, en een boyband is afhankelijk van dat publiek. Ze moeten bovenaan de hitlijsten staan en daar heb je fans voor nodig, die hun muziek kopen en streamen.” Of de ouders van fans, hun doelgroep bestond uit tieners. „Ik denk niet dat in de jaren negentig van de Backstreet Boys veel shirts in volwassen maten werden verkocht. Overigens zijn tieners tegenwoordig misschien iets minder afhankelijk van hun ouders, als ze een eigen telefoon met Spotify hebben.”

Dat juist tieners voor die muziek vallen is geen toeval: er werd lustig geluisterd en gekeken om erachter te komen welke formule het beste werkte. In de jaren negentig kwam alles qua sound een beetje uit de gladde r&b/hiphop- hoek van de Amerikaanse groep Boyz II Men (geen boyband: organisch ontstaan, eigen materiaal), vertelt Driessen.

Daar haalde New Kids On The Block de inspiratie vandaan, en via hen kwam die sound weer bij de Backstreet Boys – voordat die naar een Europese producer werden gestuurd om de Europese markt beter aan te kunnen boren. Wat bleef was de samenzang, dancebeats, veel ballads, en dat alles in een mengeling van r&b, soul en pop.

„Het is een onbezorgde, vrolijke sound, misschien is dat wel het geheim van boybands. De managers en labels zagen: dit werkt, dit genereert inkomsten, en zo konden ze hun groep weer laten optreden in al die grote Amerikaanse shopping malls.” Vergeet ook een van de belangrijkste boybandtrucjes niet: er zit altijd iemand in de band voor jou, voegt Driessen toe. „Ze bestaan uit verschillende types die verschillende groepen van het publiek aanspreken. Voor ieder wat wils.”

En dat publiek is nog grotendeels hetzelfde. De fans van toen zijn nu ouder, hebben meer financiële middelen en de bands zelf juist wat minder. Driessen: „Boybands hebben meestal niet zoveel overgehouden aan hun glorietijd. En fans hebben hen niet opgegeven, kijk maar, die show in de Ziggo Dome is uitverkocht en dat zijn echt dezelfde mensen als toen. Die hebben vroeger misschien niet de kans gehad ze te zien, en sommigen gaan nu ook vaker: die maken een tripje naar Londen of Berlijn om ze daar ook nog te zien. Een beetje nostalgisch is het wel.”

De toekomst van boybands? Die is Zuid-Koreaans, ziet Driessen. „BTS bijvoorbeeld is qua opzet heel erg vergelijkbaar met de formule van de Amerikaanse boybands uit de jaren negentig. Een groep jongens onder strak regime van een manager met, al verstaan we niet alle teksten, dat vrolijke, onbezorgde.”

Nieuw is het psychologische aspect. Als een bandlid in de jaren negentig een groep verliet, was het aan de roddelpers om te gokken wat er aan de hand was. „Nu vertellen ze gewoon op hun eigen kanalen als Instagram of Tiktok dat ze stoppen omdat de druk van media en schijnwerpers te hoog is. Dat past veel meer bij de generatie van nu.”

Dan hebben we het alleen nog niet over girlbands gehad, die behalve de Britse groep Little Mix, de eerste meidengroep na de Spice Girls weer de top-5 van de Billboard-charts haalde, een beetje verdwenen lijken te zijn. „Ook die formule is in Zuid-Korea nog heel populair”, zegt Driessen. „Zie Blackpink bijvoorbeeld, een groep die het nu ook in de VS ook heel erg goed doet.”

Blackpink, een groep van vier dansende, rappende en zingende vrouwen die in 2016 werd opgericht, heeft inmiddels nummers gemaakt met Lady Gaga, Dua Lipa en Selena Gomez, om die oversteek te bespoedigen. „Het zou me niet verbazen als zoiets een inspiratie is voor Britse en Amerikaanse bands om ook dat terug te laten komen. Maar het is nu vooral nog een K-pop-fenomeen.”

1964-1989

The Jackson 5

Foto Redferns

The Jackson 5 waren het bedenksel van vader Joe Jackson. In 1967 namen Jackie, Tito, Jermaine, Marlon en Michael hun eerste single op, ‘Big Boy’, gezongen door de dan negenjarige Michael. Na ‘We Don’t Have to Be Over 21 (To Fall in Love)’ zag Motown iets in de jongens. The Jackson 5 werd de eerste boyband waarbij de solocarrière van een van de leden de rest overschaduwde, een recept dat we vaker zouden gaan zien. De groep sukkelde nog even door zonder Michael, maar grote successen volgden niet meer.

2013-nu

BTS

De best verkopende groep van dit moment is boyband BTS, een Zuid-Koreaans halffabrikaat, in 2013 in elkaar gezet door K-pop-fabriek Big Hit Entertainment en rond 2017 groot geworden op de internationale streamingdiensten en Tiktok . Het succes van de zeven jongens is te verklaren door een combinatie van oprecht talent en charisma, een ontzettend toegewijde fanbase die het evangelie (agressief als een Russisch botnetwerk) verspreidt, en heel slimme marketing. Vooralsnog zijn ze de enige boyband die de vergadering van de VN mochten toespreken én te gast waren in het Witte Huis.

2010-2016

One Direction

De Britse groep One Direction is met gemak de grootste boyband van de derde golf – misschien wel de enige. We schreven dan ook regelmatig over ze in NRC, met koppen als: ‘Tienermeisjes rennen door de stad voor glimp One Direction’; en, op het eind: ‘Huil, meisjes: One Direction gaat uit elkaar’.

One Direction ontstond uit een talentenjacht, X-Factor. Ze deden allemaal individueel mee, bakten er niets van, tot het programma ze bij elkaar zette zodat ze als groep nog eens mee konden doen. Bakten ze trouwens weer niks van, ze eindigden als zevende. Maar producer Simon Cowell had genoeg gezien en tekende ze op zijn eigen label.

Daar brachten ze vier succesalbums uit waarmee ze evenzoveel wereldtours maakten. De hysterie bij de fans bereikte een niveau dat lang niet was gezien. Zayn Malik stapte in 2015 uit de groep en niet lang daarna ging de groep op ‘pauze.

De meest geslaagde soloartiest uit de groep is zonder twijfel Harry Styles, die dit jaar een van de meest succesvolle popalbums uitbracht.

1984-1994, 2008-nu

New Kids on the Block

New Kids on the Block was een van de eerste groepen die ook echt boyband werd genoemd, en ze vormden de blauwdruk voor latere groepen. De groep werd in 1984 bedacht door Maurice Starr. Hij vond vijf gewillige jongens uit Boston. Witte kids, maar de basis van hun muziek was r&b, hiphop en breakdance en omdat Starr vooral contacten bij radiostations had die zwarte muziek draaiden, werden ze specifiek voor een zwart publiek vermarkt – ook de The New York Times noemde het in 1990 nog ‘black pop’. Die sloeg vervolgens bij een veelkleurig publiek aan.

Hun naamloze debuut flopte. Opvolger Hangin’ Tough dreigde net zo te eindigen, tot een radiozender in Florida ‘Please don’t go, girl’draaide. Het werd een hit. De Kids groeiden snel uit tot stadionact (met Jennifer Lopez in het koortje) en daarna kon je geen broodtrommel, dekbed of brilmontuur kopen zonder NKOTB-logo.

In 1994 flopte hun ‘volwassen’ album Face the Music en niet veel later viel de hele band uit elkaar. In 2008 kwamen ze weer bij elkaar en sindsdien touren ze weer samen.

1990-1996, 2005-nu

Take That

Ook in Groot-Brittannië was New Kids on the Block een belangrijk voorbeeld van hoe je geld kon verdienen met zingende jongens. Take That was het Britse antwoord. Manager Nigel Martin-Smith vond eerst Gary Barlow, die al op jonge leeftijd zijn eigen muziek schreef. De rest van de groep werd in Manchester gevonden na audities, waarbij Howard Donald met de rijpe leeftijd van 22 de oudste was. Ze kwamen in 1990 voor het eerst op tv als Take That. Met hun album Everything Changes braken ze door in Europa en Azië. Met hun in 1995 uitgebrachte album Nobody Else en vooral single ‘Back For Good’ braken ze overal door. Datzelfde jaar stapte Robbie Williams uit de band, omdat de rest zijn drankgebruik niet meer trok. In april 1996 speelden ze wat hun laatste show leek (in Amsterdam nota bene) en wereldwijd stortte de tienermeisjesmarkt in.

In 2006 volgde de onvermijdelijke terugkeer, in 2010 keerde ook Robbie Williams terug – al stapte hij er in 2014 weer uit. Ook Jason Orange verliet de groep inmiddels, maar de overige drie treden nog steeds op.

Foto’s Getty Images

Lees verder…….