Waarheid tegen woordvoerders

Carolina Trujillo

Eind februari kregen de „beste media-relaties” een mailtje van Jaap Stalenburg. Hij introduceerde zichzelf als de nieuwe „adviseur corporate communicatie” van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie. Jaap volgt Gaby Haverkamp op, de adviseur die de afgelopen twee jaar de crisiscommunicatie bij de KNGU verzorgde. Jaap mailt dat hij vele jaren journalistieke ervaring heeft. Hij gaat uit van een plezierige en professionele samenwerking.

Dat de KNGU een nieuwe communicatie-adviseur nodig had, verbaasde mij niet. Sinds 1 maart kunnen oud-turnsters zich online aanmelden voor een „tegemoetkoming”. Dit is bedoeld als erkenning voor het leed dat zogenaamde turntrainers hen aandeden toen ze als kleine meisjes met een groot turntalent aan de KNGU waren overgeleverd.

Vorig jaar werd het rapport Ongelijke leggers gepresenteerd. Het was het resultaat van een grootschalig onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag binnen de KNGU. Voor dat onderzoek zijn onder andere online vragenlijsten ingevuld door oud-gymsporters.

Er was ook een rapport geproduceerd in 2015, Turnonkruid: gemaaid maar niet gewied heette dat. Tussen 2006 en 2008 was een ander rapport in elkaar getimmerd.

Bij elk rapport kunnen de turnsters hun traumatiserende ervaringen weer oprakelen en uiteenzetten zodat de dienstdoende communicatie-ondernemer die in powerpointpresentaties kan verwerken. Niet dat dat ooit tot een gebaar van de bond heeft geleid, tenzij rapporten in lades laten verdwijnen als gebaar telt.

Van deze rapporterende ex-turnsters worstelen er veel met eetstoornissen, angsten en lichamelijke pijn, overgehouden aan die door de bond bejubelde turnjeugd. Na het laatste onderzoek, waarvoor bureau Verinorm was gecontracteerd, erkende de bond dat de turnsters leed is aangedaan en ze recht hebben op genoegdoening.

Vijfduizend euro de vrouw kunnen ze krijgen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moeten ze wel een online formulier invullen. Daarin staan vragen over het soort grensoverschrijdend gedrag waar ze mee te maken hadden. Of ze kunnen omschrijven hoe het begon, hoe het verder ging, of ze er met iemand over gepraat hebben. Bij onvoldoende ruimte, kan een bijlage worden toegevoegd.

Zonder turnverleden zou je al gaan gillen: die antwoorden zijn toch al tig keer vergaard? Onlangs nog door dat onderzoeksbureau dat voor vijfduizend euro waarschijnlijk nog geen Excel-sheet aanmaakt. Die ingevulde formulieren gaan trouwens via een speciale, versleutelde e-mailservice, geheid gebouwd door een speciale serviceverlener. Zo zorgt het binnen bondsstructuren mishandelen van kinderen in elk geval voor genoeg werkgelegenheid in de communicatiesector.

Als de antwoorden in het online formulier goed genoeg worden bevonden, mogen de turnsters voor een driekoppige commissie verschijnen. Voor een kans op vijfduizend piek kan je geen woordvoerder inhuren die je plek kan innemen.

Dat de KNGU geen hoger bedrag kan bieden is logisch, die heeft haar budget al in onderzoeksbureaus en communicatieadviseurs gestoken. Nu is dat Jaap Stalenburg. Met een ervaren journalist op de loonlijst gaat het de KNGU vast wel lukken om de mediapartners ervan te overtuigen dat ze het verleden met de meiden goedgemaakt hebben.

Toen ik Stasja Köhler, een van die oud-turnsters, naar haar gedachten vroeg, zei ze: „Wij horen niet voor een commissie te staan, laat de KNGU voor een commissie verschijnen.” De waarheid heeft geen dure woordvoerders nodig om precies het juiste gezegd te krijgen.

Carolina Trujillo is schrijfster.

Lees verder…….