De inflatie is afgelopen maand weer iets toegenomen: gemiddeld stegen de prijzen met 3,2 procent ten opzichte van januari 2023. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. In december lag de inflatie nog op 1,2 procent.
Energieprijzen hadden de afgelopen jaren grote invloed op het verloop van de inflatie. In eerste instantie schoot het prijspeil door stijgende prijzen in 2022 omhoog, terwijl het prijsplafond vanaf januari 2023 voor lagere energieprijzen zorgde. Omdat het inflatiecijfer altijd wordt berekend door de prijzen van precies een jaar terug te vergelijken, viel de inflatie hierdoor het afgelopen jaar lager uit.
Nu het precies een jaar geleden is dat het prijsplafond werd ingevoerd, nam in januari 2024 de invloed van de prijsschommelingen van energie op de inflatie af. Zonder de energieprijzen mee te nemen bedroeg de inflatie bij de zogeheten ‘snelle raming’ van het CBS 3,5 procent. De definitieve cijfers volgen op 8 februari.
Ten opzichte van december 2023 stegen de consumentenprijzen de afgelopen maand met 0,5 procent. Het CBS plaatst hierbij wel de kanttekening dat prijzen per seizoen kunnen verschillen. Zo zijn vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in maanden buiten het vakantieseizoen. De prijzen zijn dan hoger, maar er is geen structurele prijsstijging. Om die reden zijn de verschillen tussen twee opeenvolgende maanden vaak groter dan het inflatiecijfer op jaarbasis.
Europese cijfers
Donderdagochtend maakte het Europese statistiekbureau Eurostat de voorlopige raming van de inflatiecijfers van de gehele eurozone bekend. De inflatie nam in januari licht af ten opzichte van afgelopen december: een daling van 2,9 procent tot 2,8 procent.
Eurostat stelde in januari ook de specifieke inflatie voor voeding, alcohol en tabak vast. De kerninflatie, een cijfer waar de energie-, voeding-, alcohol- en tabaksprijzen buiten beschouwing worden gelaten, kwam uit op 3,3 procent.
