India wil het nieuwe China worden

Economische grootmacht Het is geen toeval dat Apple meer iPhones in India laat maken. China verliest aantrekkingskracht en India probeert dat gat in de productieketen te vullen.

Reclame in Kolkota, India, voor de nieuweiPhone 14, die nu ook in dat land wordt geproduceerd.
Reclame in Kolkota, India, voor de nieuweiPhone 14, die nu ook in dat land wordt geproduceerd.

Foto Sankhadeep Banerjee/NurPhoto

Wordt India hoofdleverancier van Apple-producten? Het Amerikaanse techbedrijf maakte in september de details van de nieuwste iPhone bekend, waarbij opviel dat een deel van de telefoons nog dit jaar wordt geproduceerd in India. Het is voor het eerst dat India nog binnen het jaar van lancering begint aan de productie. Hoewel Apple sinds 2017 in India zakendoet, liet het daar eerder alleen oudere modellen maken. Analisten zien de snelle start van de productie van de iPhone 14 als een teken: het Zuid-Aziatische land weet zijn plek in de wereldwijde productie steeds beter op te eisen.

Zakenbank JP Morgan schat dat tegen het eind van het jaar 5 procent van de wereldwijde iPhone14-productie naar India zal zijn verplaatst. In een rapport dat vorige maand verscheen, schrijven analisten zelfs te verwachten dat in 2025 een kwart van de gehele iPhone-productie daar plaatsvindt. Apple zelf geeft geen cijfers over de productie vrij, maar tot de mondiale leveranciers horen de fabrikanten Wistron, Foxconn en Luxshare, die de afgelopen jaren investeringen in India deden.

Nieuwssite Nikkei Asia schreef begin oktober dat Apple ook een order heeft geplaatst voor de productie van koptelefoons (Beats) en oordoppen (AirPods) in India. En volgens techsites zou ook Google zou van plan zijn een deel van de smartphoneproductie naar dat land te verplaatsen.

De omvang van de verschuiving is nog moeilijk te voorspellen, maar het is duidelijk dat Apple, net als andere multinationals, op zoek is naar alternatieven voor China. De zware impact van de coronapandemie daar, en het ‘zero-tolerance’-beleid voor nieuwe besmettingen hinderen de Chinese productie. Ook vanuit geopolitiek perspectief is al te innige verstrengeling momenteel riskant. Nu ‘Made in China’ als risico geldt, zoeken internationale bedrijven naar vervanging in de regio.


Lees ook: Hoe China zijn status als productieschuur verliest

Interessante afzetmarkt

India heeft ook zeker die ambitie, zo bleek sinds het nieuws over de nieuwste iPhone uit een reeks media-optredens, openingen en aankondigingen door belangrijke spelers in het Indiase bedrijfsleven en de politiek. Tegen de krant The Hindu zei de magnaat Anand Mahindra dat het land zich „moet haasten om het gat dat China achterlaat te vullen”. Begin november maakte premier Narendra Modi bekend dat zijn regering 1,2 biljoen (1.200 miljard) dollar vrijmaakt voor de verbetering van logistiek en business development.

Naar verwachting telt India, en niet China, volgend jaar het hoogste inwonertal ter wereld. In zowel India als China wonen nu ruim 1,4 miljard inwoners. Dat gegeven, plus een groeiende middenklasse, maakt India een interessante afzetmarkt voor multinationals. In vergelijking met andere grote economieën heeft het land vooralsnog minder last gehad van inflatie (nu tussen de 6 en 7 procent).

Maar voordat bedrijven er hun productielijnen zullen vestigen, moet er volgens analisten nog wel iets veranderen. Het belangrijkste euvel is de infrastructuur, zegt econoom Pravakar Sahoo. „Wegen, andere transportverbindingen, het stroomnet en water… Die faciliteiten zijn cruciaal. Niet alleen om fabrieken te laten draaien, maar ook voor het vervoer van de arbeidskrachten. Als je een goed wegennet hebt, wordt verkeer naar de werkplaats ook makkelijker, productiever. En tot slot is het nodig voor transport en logistiek”, legt de professor, verbonden aan onderzoeksinstituut Institute of Economic Growth (IEG), uit.

Het nieuwe plan van de premier zal dus moeten slagen. Direct nadat hij was verkozen, lanceerde Modi het brede economische plan ‘Make in India’, om productie, verkoop én infrastructuur in heel het land te verbeteren. Met steun voor start-ups en kleinere productiebedrijven wil hij zijn eigen inwoners aansporen om in India geproduceerde spullen te kopen, in plaats van in, zeg, spullen die in China werden vervaardigd. Het programma betreft verschillende sectoren, van textiel tot de luchtvaart, voedsel tot hernieuwbare energie. Vooral de nieuwe defensiesystemen zijn met veel bombarie gepresenteerd – al worden de prestigieuze projecten niet zozeer in India gefabriceerd, dan wel in elkaar gezet (assemblage).

Over de vraag of Indiase arbeiders wel voldoende specifieke kennis en technologische knowhow hebben, lopen de meningen van analisten uiteen. Volgens sommigen zijn andere Aziatische landen, zoals Vietnam en de Filippijnen, geschikter voor de productie van meer geavanceerde technologie – ook van Apple, als dat bedrijf inderdaad besluit nog meer uit China (nog altijd de bulk) weg te halen. De meeste internationale orders die nu in India worden verwerkt, behelzen vooral assemblage. Het gebrek aan specialistische vaardigheden wist India met het gebruik van het Engels te compenseren.

Econoom Sahoo wijst erop dat aan die specialisaties wordt gewerkt. Dit jaar kondigde India ’s lands eerste fabriek voor semiconductors aan, een investering van bijna 20 miljard doller, in de deelstaat Gujarat. Daarnaast wijst de econoom op het enorme arbeidspotentieel: „In India vallen 900 miljoen mensen onder de werkende populatie. Zij zijn bovendien gemiddeld een heel stuk jonger dan in andere Aziatische landen. Als bedrijven een beetje moeite doen, kunnen ze deze jonge mensen opleiden.”

Fabrikanten die al in India operationeel zijn, zullen waarschijnlijk flink moeten opschalen om in aanmerking te komen voor een volledige verhuizing. Op de eigen markt groeien bedrijven zelden „verder dan een middenformaat”, aldus de onderzoeker. Binnen het gigantische land India is de regionale markt immers vaak al groot genoeg.

Om buitenlandse investeringen en vestiging te stimuleren, kregen leveranciers van telefoonfabrikanten als Apple en Samsung in 2020 subsidies. Ook werden veel administratieve eisen versoepeld. Dat is nog steeds een heikel punt, zeggen kenners tegen NRC. Met Make in India werd de Indiase federale bureaucratie vergemakkelijkt, maar tussen de deelstaten, of tussen één deelstaat en de centrale overheid, bestaan nog altijd discrepanties. „Anders dan China is India wél een democratie”, luidt de verklaring van econoom Sahoo. „Dus je zult soms te maken hebben met de binnenlandse politiek.”

Vertraging

Sahoo was eerder kritisch over de vooruitgang die Make in India boekte. Het plan liep vertraging op door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. Maar ook door beslissingen van Modi zelf, zoals de omstreden ‘demonitisering’, waarbij van de ene op de andere dag veelgebruikte bankbiljetten uit de roulatie werden genomen. Het overgrote deel van India’s werkenden is nog dagloner of werkt in de informele economie. In het oorspronkelijke plan zouden in 2022 honderd miljoen banen zijn gecreëerd in de verwerkende industrie, en het aandeel van die sector in het bruto binnenlands product zou 25 procent zijn. Die beloftes zijn nu naar 2025 doorgeschoven. Aan de telefoon onderschrijft de IEG-econoom wel de intentie van het initiatief. „Make in India is een heel breed project”, zegt hij. Volgens Sahoo grijpen de ontwikkelingen – infrastructuur, opleiding, de bureaucratie – in elkaar. Daardoor gaat het, zegt hij, „nog zeker tien, misschien wel twintig jaar” duren voordat techproducten op grote schaal made in India zijn. Al kan de vraag die nu van buitenaf komt, omdat China zijn aantrekkingskracht verliest, die ontwikkeling versnellen.

Lees verder…….